Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het bericht 'Overheid hanteert te ruime gifnormen voor sigaretten, extra risico volksgezondheid'
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Overheid hanteert te ruime gifnormen voor sigaretten, extra risico volksgezondheid» (ingezonden 29 april 2019).
Antwoord van StaatssecretarisBlokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
            11 juni 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2688.
         
Vraag 1
            
Kent u het bericht «Overheid hanteert te ruime gifnormen voor sigaretten, extra risico
               volksgezondheid»?1 Wat is uw reactie daarop?
            
Antwoord 1
            
Ja.
De NVWA houdt toezicht op de maximumwaarden voor TNCO en is daarbij gehouden aan de
               in de Tabaks- en rookwarenwet voorgeschreven meetmethode en daarin opgenomen meetonzekerheden.
               De NVWA is bij de handhaving gehouden aan de in de ISO-methoden opgenomen meetonzekerheden.
               Zij past deze strikt toe.
            
Nederland is verplicht de maximum toegestane waarden en de onderzoeksmethoden te gebruiken
               die wordt voorgeschreven door de Europese Tabaksproductenrichtlijn (TPD). In de richtlijn
               is bepaald dat dit de meetmethode van de ISO is. Nederland kan er niet zelfstandig
               voor kiezen voor de vaststelling van teer-, nicotine- en koolmonoxidegehalte een andere
               meetmethode te gebruiken dan is vastgelegd in tabaksproductenrichtlijn.
            
Sinds de inwerkingtreding van de TPD is er één overtreding van deze eisen onder de
               Tabaks- en rookwarenwet geconstateerd door de NVWA waarbij zij gebruik moet maken
               van de wettelijk voorgeschreven meetmethoden en bijbehorende meetonzekerheden.
            
Vraag 2
            
Wat is uw reactie op de constatering dat de gegevens die de tabaksfabrikanten aanleveren
               over in hoeverre zij voldoen aan de wettelijke maximumwaarden, compleet verschillen
               van de resultaten uit de steekproef van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
               Milieu (RIVM)? In welke metingen heeft u meer vertrouwen?
            
Antwoord 2
            
Bij laboratoriumonderzoek kunnen bij onderzoek van dezelfde producten door verschillende
               laboratoria verschillende resultaten worden gemeten. Dit komt door de meetonzekerheid
               van de methode. Alle waarden die binnen dezelfde meetonzekerheid vallen, zijn dus
               niet significant verschillend. Bij het maximumemissieniveau van 10mg teer per sigaret,
               wordt een resultaat pas als afwijkend gezien wanneer een gevonden waarde hoger is
               dan 12mg teer per sigaret. Voor mij zijn de metingen die het RIVM uitvoert maatgevend.
            
Vraag 3
            
Vindt u het ook schokkend dat uit de steekproef van het RIVM komt dat bij veertig
               procent van de sigarettenmerken de wettelijke maximumwaarden worden overschreden?
               Zo ja, wat gaat u ondernemen? Zo nee, waarom vindt u geen schokkend gegeven?
            
Antwoord 3
            
De NVWA en het RIVM zijn bij het onderzoek in het kader van het toezicht op de maximumemissieniveaus
               gehouden aan de voorgeschreven meetmethoden en bijbehorende meetonzekerheden. Uit
               de resultaten, die door de NVWA zijn verstrekt aan Stichting Rookpreventie Jeugd,
               blijkt dat op één na alle bemonsterde en onderzochte sigaretten en shag met toepassing
               van de wettelijke voorgeschreven meetmethoden en bijbehorende meetonzekerheden voldoen
               aan de wettelijke maximumemissieniveaus.
            
Vraag 4
            
Wat heeft de Nedelandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gedaan naar aanleiding
               van de geconstateerde overschrijdingen? Bent u van mening dat de NVWA voldoende heeft
               gedaan?
            
Antwoord 4
            
De NVWA treedt bij wettelijke overtredingen op conform het interventiebeleid. Dit
               interventiebeleid is gepubliceerd op de website van de NVWA. Bij het afwijkende monster,
               vermeld bij vraag 3, heeft de NVWA een boete opgelegd. Ik ben van mening dat de NVWA
               juist heeft gehandeld.
            
Vraag 5
            
Deelt u de mening dat de marges op de wettelijke normen betreffende de hoeveelheid
               teer, nicotine en koolmonoxide te ruim zijn geformuleerd door de NVWA om daarop goed
               te kunnen handhaven?
            
Antwoord 5
            
De NVWA heeft eigenstandig geen marges geformuleerd die zij toepast bij de handhaving
               van de wettelijk voorgeschreven maximumemissieniveaus. De meetonzekerheden zijn vastgelegd
               in de voorgeschreven ISO meetmethoden. De NVWA past deze voorgeschreven meetonzekerheden
               strikt toe.
            
Vraag 6
            
Bent u van mening dat de NVWA in de handhaving de bescherming van de gezondheid van
               de consument als prioriteit heeft?
            
Antwoord 6
            
De NVWA bewaakt de veiligheid van voedsel en consumentenproducten en is bij het toezicht
               gehouden aan geldende wet- en regelgeving, zoals de Tabaks- en rookwarenwet.
            
Vraag 7
            
Is u bekend dat de NVWA zich in de handhavingsdiscussie beroept op het bepaalde in
               artikel 2.1, tweede lid van de Tabaks- en rookwarenregeling, welk artikel voorschrijft
               gebruik te maken van NEN ISO 8243? Is het u bekend dat deze standaard alleen maar
               (via internet) te verkrijgen is tegen betaling van een substantieel bedrag, terwijl
               het hier toch gewoon om de Nederlandse wetgeving gaat? Zo ja, vindt u het wenselijk
               dat de burger voor dit soort vanuit gezondheidsoogpunt cruciale regels alleen kan
               kennisnemen via betaling aan een commerciële instelling? Zo nee, wat gaat u doen om
               aan deze situatie een einde te maken?
            
Antwoord 7
            
Ja, dat is mij bekend. Het gaat hier om een beschrijving van de te gebruiken meetmethode
               en apparatuur voor het afroken van sigaretten en hoe dit proces technisch juist uit
               te voeren.
            
Normen worden privaat ontwikkeld door partijen, die aan een normontwikkelingsproces
               willen deelnemen. Als gevolg daarvan worden normen beschermd door intellectueel eigendom.
               Er zijn normen die in Nederland worden ontwikkeld, NEN-normen, normen die in Europees
               verband worden vastgesteld, EN-normen, en normen die wereldwijd worden ontwikkeld,
               ISO-normen. In sommige gevallen kunnen normen zowel nationaal als internationaal overlappen.
               Er is dan bijvoorbeeld sprake van een NEN ISO norm. Als het om in Nederland ontwikkelde
               normen (NEN-normen) gaat zijn deze normen door de overheid afgekocht op het moment
               dat de normen in regelgeving verplicht worden gesteld. In dit geval gaat het om een
               norm die zowel nationaal als wereldwijd geldt. Het is nog niet mogelijk deze normen
               gratis ter beschikking te stellen zodat hiervoor moet worden betaald.
            
Het gaat in de door u gestelde vragen om technische protocollen/werkwijzen voor het
               afroken van sigaretten die voor de burger geen direct belang dienen maar door betaling
               wel toegankelijk voor hen zijn. De aanschaf van de normen via NEN bedraagt overigens
               voor ISO 8243 € 65,– / ISO 4387 € 98,– / ISO 8454 € 65,– / ISO 10315 € 65,– / ISO
               10362–1 € 60,– / ISO 3308 € 130,–.
            
Ik vind het belangrijk dat rokers een beter beeld krijgen van wat zij in werkelijkheid
               binnen krijgen bij het roken van een sigaret. Informatie hierover is te vinden op
               de website van het RIVM: https://www.rivm.nl/tabak/filterventilatie/meetresultaten-van-tnco.
            
Zoals u weet wil ik van de ISO meetmethode af en maak ik mij daar hard voor in Europees
               verband (zie antwoord op vraag 13).
            
Vraag 8
            
Is het u bekend dat de NVWA voor het toelaten van een ruime overschrijding van de
               maximale emissiewaarden voor sigaretten (de bekende 10 mg voor teer, 1 mg voor nicotine,
               10 mg voor koolmonoxide) verwijst naar paragraaf 6.4, tabel 3, van NEN ISO 8243, in
               welke tabel die ruime marges van 20% voor teer en nicotine respectievelijk 25% voor
               koolmonoxide voorkomen, en wel zonder exact controleerbare onderbouwing? Zo ja, is
               het u ook bekend dat de rechtvaardiging voor deze ruime overschrijdingen wordt gemotiveerd
               met een verwijzing naar weer een andere ISO standaard (ISO/TR 22305), welke voor meer
               dan 200 euro via internet te koop is, maar die geen eigen wettelijke status heeft
               verkregen in de Nederlandse wetgeving? Zo ja, vindt u het wenselijk dat de burger
               voor dit soort vanuit gezondheidsoogpunt cruciale regels alleen kan kennisnemen via
               betaling aan een commerciële instelling? Zo nee, wat gaat u doen om aan deze situatie
               een einde te maken?
            
Antwoord 8
            
De juistheid van de teer, nicotine en koolmonoxide emissies moet volgens de Tabaksproductrichtlijn
               worden vastgesteld aan de hand van ISO-norm 8243. Dit betekent dat de in deze ISO
               norm opgenomen marges (meetonzekerheden) moeten worden gehanteerd. De deelnorm waarnaar
               in de NEN ISO 8243 wordt verwezen maakt onderdeel uit van die norm. NEN-normen zijn
               soms onderverdeeld in deelnormen. Aangezien het een onderdeel is van een norm waarnaar
               wettelijk wordt verwezen, is ook de deelnorm een verplichting. Voor mijn reactie ten
               aanzien van betalingen door de burger, zie mijn antwoord op vraag 7. Ook hier geldt
               dat ik van de ISO methoden af wil en mij daar in Europees verband hard voor maak (zie
               antwoord op vraag 13).
            
Vraag 9
            
Is het u bekend dat bij gebruikmaking van de ISO-standaarden uit de Tabaks- en rookwarenregeling
               steeds gebruik moet worden gemaakt van een rookmachine die eveneens ISO-gestandaardiseerd
               is (ISO 3308), welke standaard in de Nederlandse wetgeving geen eigen wettelijke status
               heeft? Zo ja, is het u ook bekend dat deze rookmachine door CORRESTA, het wetenschappelijk
               bureau van de tabaksindustrie, is ontwikkeld? Zo ja, vindt u het wenselijk dat de
               tabaksindustrie hier een bepalende invloed uitoefent?
            
Antwoord 9
            
Ja, dit is mij bekend. De ISO 3308 heeft wel een wettelijke status want deze is voorgeschreven
               in de ISO methode 4387, die is voorgeschreven in de Tabaks- en rookwarenregeling.
               De invloed van de tabaksindustrie is ook de reden geweest dat het RIVM en de NVWA
               uit ISO / NEN zijn gestapt, zie Kamerbrief daarover die al is verzonden2.
            
Vraag 10
            
Is het u bekend dat in de hiervoor genoemde ISO standaard ISO/TR 22305 op grond van
               een door CORRESTA (de Tabaksindustrie) geleverd onderzoek wordt geconcludeerd dat
               de overschrijdingsmarges verruimd moeten worden met circa 30% en dat deze verhoging
               daadwerkelijk is gerealiseerd middels een aanpassing van NEN ISO 8243, zodat wij nu
               te maken hebben met NEN ISO 8243, 2013? Zo ja, vindt u het wenselijk dat de tabaksindustrie
               hier een bepalende invloed uitoefent?
            
Antwoord 10
            
Het is mij bekend dat dit de intentie is geweest. Echter de norm is hier niet op aangepast.
               De invloed van de tabaksindustrie is de reden geweest dat het RIVM en de NVWA uit
               ISO / NEN zijn gestapt, zie Kamerbrief daarover die al is verzonden.
            
Vraag 11
            
Is het u bekend dat de NEN grote invloed heeft op de totstandkoming van de ISO-standaarden
               die onderdeel van de tabakswetgeving zijn en dat de desbetreffende NEN commissie qua
               samenstelling volledig wordt gedomineerd door afgevaardigden van de tabaksindustrie?
               Zo ja, vindt u het wenselijk dat de tabaksindustrie hier een bepalende invloed uitoefent?
            
Antwoord 11
            
Ja, dat is mij bekend. De invloed van de tabaksindustrie is ook de reden geweest dat
               het RIVM en de NVWA uit ISO / NEN zijn gestapt, zie Kamerbrief daarover die al is
               verzonden.
            
Vraag 12
            
Bent u het ermee eens dat de bepalende invloed van de tabaksindustrie op de ISO-rookmachine
               en de ISO-standaards in strijd is met artikel 5.3 van het WHO Kaderverdrag inzake
               tabaksontmoediging, welk artikel bepaalt dat het vastleggen van het anti-tabaksbeleid
               moet worden afgeschermd tegen beïnvloeding door de Tabaksindustrie? Zo nee, waarom
               niet?
            
Antwoord 12
            
Artikel 5.3 van het WHO-kaderverdrag richt zich tot de Staat en zijn organen om te
               voorkomen dat contacten met de tabaksindustrie kunnen leiden tot beleidsbeïnvloeding.
               Het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) en het International Organization for
               Standardization (ISO) zijn geen organen van de staat, maar (inter)nationale organisaties
               die los staan van de overheid en die het vrij staat een bijdrage te leveren aan de
               vaststelling van (inter)nationale normen voor de bemonstering van tabaksproducten
               en de vaststelling van schadelijke stoffen daarin.
            
Vraag 13
            
Uw voorganger uitte zijn zorgen over «sjoemelsigarettengate», en was voorstander van
               een Europese gevalideerde testnorm die in overeenstemming is met de werkelijkheid,
               welke stappen zijn inmiddels in Europees verband genomen om tot een eerlijke testmethode
               te komen? Als er nog niet veel vooruitgang is geboekt, welke stappen gaat u in deze
               zetten om tot een eerlijke testmethode in internationaal verband te komen zoals de
               Canadian-Intense methode, een test die wordt aanbevolen door het RIVM?3
Antwoord 13
            
Zoals u weet uit streef ik naar het gebruik van een onafhankelijke meetmethode voor
               het afroken van sigaretten die een meer realistisch beeld geeft van de TNCO-waarden
               die de roker binnenkrijgt. Ik richt mij op het overtuigen van andere Lidstaten en
               de Europese Commissie om zo de voorgeschreven meetmethoden in de TPD aan te passen.
               Inmiddels heeft een aantal landen (Noorwegen, Denemarken, Finland en IJsland) zich
               aangesloten bij dit streven en de Commissie door een brief verzocht de meetmethode
               aan te passen. Ik blijf mij ook de komende periode inzetten meer partners te verzamelen
               en de Commissie te overtuigen. Dit doe ik door middel van het sturen van brieven en
               het voeren van bilaterale gesprekken met bewindspersonen van andere Lidstaten en met
               de verantwoordelijke Commissaris.
            
Vraag 14
            
Wilt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 14
            
Ja, dat heb ik hierbij gedaan.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.