Schriftelijke vragen : Leefbaar loon in de kledingindustrie
Vragen van de leden Alkaya (SP) en Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over leefbaar loon in de kledingindustrie (ingezonden 6 juni 2019).
Vraag 1
Kunt u reageren op het rapport van de Schone Kleren Campagne over het feit dat grote
kledingverkopers nauwelijks kunnen aantonen dat degenen die hun product maken een
leefbaar loon ontvangen, terwijl zij dit wel als doel benoemen voor hun inkoopbeleid?1
Vraag 2
Wat onderneemt u om leefbare lonen in de productielanden op de agenda te krijgen?
Welke resultaten zijn op dit vlak te benoemen? Is een eventueel gebrek hieraan aanleiding
om uw beleid te wijzigen?
Vraag 3
In hoeverre zijn leefbare lonen onderdeel van het convenant Duurzame kleding en textiel?
In hoeverre zijn de hierover in het convenant opgenomen regels afdwingbaar?
Vraag 4
Neemt u leefbare lonen op in uw evaluatie van het convenantenbeleid en bent u bereid
het bieden van een leefbaar loon op te nemen als afdwingbaar criterium in eventuele
wetgeving die gaat volgen op dit beleid?
Vraag 5
Kunt u aangeven hoe de kostprijs van kledingstukken in productielanden zich verhouden
tot de verkoopprijs in Nederlandse winkels? Zou het bieden van een leefbaar loon in
een land als Bangladesh tot significante prijsverhogingen leiden? Zo ja, wie profiteert
hier het meest van in de keten en ziet u mogelijkheden om verkoopprijzen gelijk te
houden bij het bieden van een leefbaar loon?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.