Schriftelijke vragen : Het depositogarantiestelsel
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Minister van Financiën over het depositogarantiestelsel (ingezonden 6 juni 2019).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de stelling van het Centraal Planbureau (CPB) in de Risicorapportage
Financiële markten 2019 dat het sparen en betalen voor het gros van de consumenten
veilig is onder het depositogarantiestelsel (DGS)?1
Vraag 2
Denkt u dat een fonds, dat tot en met 2024 geleidelijk wordt gevuld tot uiteindelijk
0,8% van het gedekte spaargeld, voldoende zal zijn om het spaargeld van alle klanten
(tot de grens van 100.000 euro) volledig te garanderen in een situatie waarin één
of meer grote systeembanken, zoals ING, ABN AMRO en Rabobank, zouden omvallen? Waarop
baseert u uw antwoord en bent u, als dit nog niet voorhanden is, bereid een dergelijk
scenario te laten uitwerken?
Vraag 3
Wie zal er uiteindelijk opdraaien voor de kosten als in een toekomstige crisissituatie
noch het DGS-fonds voldoende blijkt te zijn om al het gedekte spaargeld van mensen
te garanderen, noch het «bail-in»-mechanisme waarin grote spaarders, obligatie- en
aandeelhouders eerst verliezen nemen? Wordt er rekening gehouden met dit scenario?
Vraag 4
Acht u het aannemelijk dat tijdens een financiële crisis andere (systeem)banken kunnen
meebetalen aan het DGS, terwijl zij zelf het geld dan hard nodig zullen hebben? Hoe
realistisch acht u het scenario dat De Nederlandsche Bank (DNB) de kosten uiteindelijk
kan verhalen bij de aan het DGS deelnemende instellingen?
Vraag 5
Kunt u uitsluiten dat het Ministerie van Financiën of een andere overheidsinstelling
in een dergelijk crisisscenario zal inspringen om het tekort dat bij DNB kan ontstaan
vanwege DGS aan te vullen? Zo niet, deelt u dan de constatering dat Nederlandse burgers
uiteindelijk zelf met belastinggeld garant staan voor het eigen spaargeld?
Vraag 6
Deelt u de mening dat het DGS dus weliswaar een geschikt middel kan zijn om klanten
niet de dupe te laten zijn van een specifiek probleem bij een individuele bank, maar
waarschijnlijk ongeschikt zal blijken te zijn bij een systeemcrisis, tenzij de belastingbetaler
toch bereid is uiteindelijk op te draaien voor de kosten?
Indieners
-
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Indiener
M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.