Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over het Jaarverslag Deltafonds 2018
35 200 J Jaarverslag en slotwet Deltafonds 2018
Nr. 6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 20 juni 2019
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de brief
van 15 mei 2019 inzake het Jaarverslag Deltafonds 2018 (Kamerstuk 35 200 J, nr. 1).
De Minister en de Staatssecretaris hebben deze vragen beantwoord bij brief van 5 juni
2019. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Koerselman
Vraag 1
Kunt u nader uiteenzetten wat voor verontreinigingen er plaats hebben gevonden bij
de genoemde projecten?
Antwoord:
Bij een deeltraject van het project Eemdijk en Zuidelijke Randmeren is Thermisch Gereinigde
Grond (TGG) als ophoogmateriaal toegepast. Na voltooiing van de dijkversterking is
gebleken dat er ontoelaatbare verontreiniging (gehalten van zouten en zware metalen
boven de interventiewaarden) van het grond- en/of oppervlaktewater is opgetreden.
Daarnaast is ook benzeen (op twee plaatsen boven de interventiewaarden), GenX en PFOA
aangetroffen. Dit heeft ertoe geleid dat het bestuur van het Waterschap Vallei en
Veluwe op 4 juli 2018 heeft besloten alle TGG te verwijderen. Naar aanleiding van
dit besluit wordt nu nader onderzoek gedaan om voor de TGG een bestemming te vinden.
De Kamer wordt blijvend geïnformeerd over de stand van zaken via de Voortgangsrapportages
HWBP-2, zoals in de meest recente 15de Voortgangsrapportage HWBP-2 (Kamerstuk 32 698, nr. 43).
Vraag 2
Kunt u nader uiteenzetten waarom de financiële afronding van het project Haringvliet
Kier naar de aankomende jaren is verschoven?
Antwoord:
In 2018 heb ik het Kierbesluit inwerking gesteld en zijn de daarbij horende compenserende
maatregelen opgeleverd. De komende jaren staat er nog een risicoreservering voor o.a.
(mogelijke) betaling van nadeelcompensatie.
Vraag 3
Is de droogte van 2018 veroorzaakt door klimaatverandering?
Antwoord:
Volgens het KNMI (Droogterapport 2018) kan de droogte niet (gedeeltelijk) aan de klimaatverandering
toe worden geschreven. Het KNMI geeft in het rapport wel aan dat er in de toekomst
een risico bestaat op veel drogere zomers. In het meest extreme KNMI»14 klimaatscenario
neemt de herhalingstijd van een droogteperiode, zoals deze in 2018 is opgetreden,
toe van dertig jaar naar tien jaar.
Bron:
http://bibliotheek.knmi.nl/weerbrochures/droogterapport2018.pdf
Vraag 4
Kunt u nader uiteenzetten welke beheersmaatregelen er zijn genomen om het veiligheidsniveau
voor het achterland bij de waterkeringen te garanderen?
Antwoord:
Voor de Maeslantkering is het operationele team uitgebreid en extra getraind om de
kering in het geval van een optredende storing in het besturingssysteem veilig te
kunnen sluiten. Ook bij de Hollandse IJsselkering is het operationele team hiervoor
opgeleid. De Ramspolkering is in 2014 door het toenmalige Waterschap Groot-Salland
overgedragen aan Rijkswaterstaat. Sindsdien wordt gewerkt aan de implementatie van
de beoordelingssystematiek voor de faalkansprestatie volgens de uniforme RWS standaarden.
De kering wordt ondertussen op hetzelfde niveau onderhouden als voor de overdracht.
Ook hier is het operationele team uitgebreid en getraind om de kering handmatig te
kunnen sluiten.
Vraag 5
Waarom wordt de 1 miljard euro aan hogere kosten voor het project Afsluitdijk ondergebracht
bij artikel 4. Experimenteren cf. art III Deltafonds?
Antwoord:
Het project Afsluitdijk is aanbesteed met een DBFM contract en wordt daarom verantwoord
op artikel 4.02 geïntegreerde contractvormen/PPS. Daarop worden projecten verantwoord
waarbij aanleg en B&O zijn geïntegreerd in één contract. Dit subartikel biedt ook
ruimte om middelen uit de Infrastructuurbegroting voor de weg op de Afsluitdijk op
te nemen.
De hogere verplichting van +/– 1 miljard op dit artikel is veroorzaakt door de afronding
van de aanbesteding (contract-close) van het project Afsluitdijk. Na contract close
moet rekening gehouden worden met de langjarige financieringslasten en een vergoeding
voor de jaarlijkse prijsstijgingen over de looptijd van het project, waardoor er een
fors hogere verplichting is aangegaan. Dit leidt niet tot een tekort op het kasbudget
van het project.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
B. Schuurkamp, adjunct-griffier