Schriftelijke vragen : Hoe de sterke zekerheidsrechtelijke positie van banken alternatieve financiers belemmert
Vragen van de leden Sneller, Groothuizen en Sjoerdsma (allen D66) aan de Ministers van Financiën en voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over hoe de sterke zekerheidsrechtelijke positie van banken alternatieve financiers belemmert (ingezonden 5 juni 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Waarom banken bij faillissementen altijd aan het langste
eind trekken»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat alternatieve kredietverleners een belangrijke rol kunnen vervullen
in de financiering van ondernemers en dat een gelijk speelveld voor alternatieve kredietverleners
en banken in beginsel het uitgangspunt zou moeten zijn?
Vraag 3
Vormt de huidige financieringspraktijk waarbij banken veelvuldig gebruikmaken van
de bankhypotheek, het bankpandrecht en de verzamelpandakte, in uw optiek een belemmering
voor alternatieve kredietverleners, die in ruil voor kredietverschaffing ook zekerheid
behoeven? Zo ja, bent u bereid te onderzoeken hoe deze belemmering wettelijk zou kunnen
worden tegengegaan?
Vraag 4
Hoe kunnen alternatieve kredietverleners volgens u nog voldoende zekerheid voor kredietverstrekking
verkrijgen, als potentiële kredietnemers reeds – overeenkomstig de huidige praktijk
– pand- en hypotheekrechten op al hun bestaande en toekomstige activa hebben moeten
vestigen ten behoeve van een bank?
Vraag 5
Wordt de positie van alternatieve kredietverleners meegenomen binnen het wetgevingsprogramma
herijking faillissementsrecht, meer in het bijzonder bij uw overweging of de positie
van banken en andere crediteuren in faillissement aan herijking toe is?
Vraag 6
Kunt u voorts aangeven of u nog voornemens bent het wetsvoorstel Wet opheffing verpandingsverboden
in te dienen, nu de consultatieperiode van dit wetsvoorstel al ruim een half jaar
gesloten is? Zo ja, wanneer bent u voornemens om dit voorstel in te dienen?
Vraag 7
Kunt u uiteenzetten in welke Europese landen een verpandingsverbod wel respectievelijk
niet is toegestaan, en welke redenen daaraan steeds ten grondslag liggen?
Indieners
-
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Gericht aan
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Indiener
Joost Sneller, Kamerlid -
Medeindiener
M. Groothuizen, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
S.W. Sjoerdsma, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.