Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden, gesteld aan de regering, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2018 bij het Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2018 (IX)
35 200 IX Jaarverslag en slotwet Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2018
Nr. 6
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 5 juni 2019
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Financiën over het rapport van de Algemene Rekenkamer «Resultaten verantwoordingsonderzoek
2018 bij het Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2018 (IX)» (Bijlage bij
Kamerstuk 35 200 IX, nr. 2).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 4 juni 2019. Vragen en antwoorden
zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
Adjunct-griffier van de commissie, Schukkink
Vraag 1
Wat is de reden dat de controles die moeten vaststellen of de gegevens in de systemen
juist en volledig worden verwerkt, al enkele jaren niet tijdig en volledig worden
uitgevoerd? Wat kunnen hiervan de gevolgen zijn?
Antwoord op vraag 1
In 2018 is de nieuwe topstructuur van de Belastingdienst geïmplementeerd, waarbij
het team dat verantwoordelijk was voor bedoelde controles in de directies van het
primaire proces is gepositioneerd. Deze organisatieverandering heeft geleid tot personele
verschuivingen, waardoor er in de loop van het jaar achterstanden zijn ontstaan in
de verbijzonderde interne controles op de kleine belastingmiddelen. De belangrijkste
controles op de grote middelen zijn wel tijdig uitgevoerd. In 2019 zullen nieuwe medewerkers
worden aangetrokken. Daarnaast wordt een explicieter bewakingsmechanisme op de voortgang
van de uitvoering van verbijzonderde interne controle ingevoerd.
Vraag 2
Klopt het dat er de komende vier jaren geen tariefswijzigingen kunnen worden doorgevoerd
in de omzetbelasting? Hoe komt dit? Hoeveel tarieven kunnen er verwerkt worden in
het ICT-systeem van de omzetbelasting en geldt dit aantal voor de hele omzetbelasting
of per tariefklasse (hoog, laag, nultarief)?
Antwoord op vraag 2
In bijlage 2 bij de parameterbrief 2018 (Kamerstuk 31 066, nr. 430) is hierover het volgende opgenomen:
«Zoals is beschreven in de ICT-ontwikkelaanpak voor de Belastingdienst, vraagt het
omzetbelastingsysteem bijzondere aandacht. Gevolg hiervan is dat mogelijkheden tot
het doorvoeren van tariefsaanpassingen beperkt zijn. Het huidige systeem kan maximaal
drie tarieven bevatten: het geldende tarief en de twee voorafgaande tarieven. Een
tarief moet tot 10 jaar na zijn geldigheid beschikbaar blijven in het systeem. Als
gevolg hiervan is het naar de huidige stand tot 1 oktober 2022 eenmaal mogelijk het
algemene tarief voor de omzetbelasting aan te passen.»
In de eveneens bij de parameterbrief gevoegde uitvoeringstoets «Verhogen verlaagd
tarief» is opgenomen dat na doorvoeren van deze tariefverhoging een aanpassing van
de tariefpercentages tot 1 oktober 2022 niet meer mogelijk is binnen de huidige automatiseringssystemen.
Vraag 3
Welke stappen worden er gezet om ervoor te zorgen dat de groeiende achterstand met
betrekking tot de ICT-systemen wordt ingelopen?
Antwoord op vraag 3
Verwezen wordt naar de kamerbrief «Uitkomsten ICT-portfolioproces Belastingdienst»
die de Kamer op 28 mei jongstleden heeft ontvangen.
Vraag 4
Hoe verwacht u dat de bezetting zich in 2019 zal ontwikkelen?
Antwoord op vraag 4
De verwachting is dat de bezetting zich in 2019 ontwikkelt van 28.397 naar 29.719
fte. De daadwerkelijke externe instroom in de eerste vier maanden van 2019 bevestigt
het beeld dat de totaal geplande jaarlijkse instroom gerealiseerd wordt. De daadwerkelijke
uitstroom is tot nu toe over de eerste vier maanden ook conform de geraamde uitstroom
over die periode en ook hierbij geldt dat er momenteel geen andere verwachting is
dan dat de raming over het hele jaar ook zal worden gerealiseerd.
Q1–2019
Q2–2019
Q3–2019
Q4–2019
Formatie
29.816
29.816
29.816
29.816
Bezetting eind kwartaal (raming)
28.397
29.019
29.369
29.719
Bezetting eind kwartaal (realisatie)
28.669
Uitstroom per kwartaal (raming)
– 400
– 400
– 400
– 400
Uitstroom per kwartaal (realisatie)
– 418
Instroom per kwartaal (raming)
900
750
750
750
Instroom per kwartaal (realisatie)
1.199
Saldo geraamd
500
350
350
350
Saldo gerealiseerd
781
Vraag 5
Zitten er tussen de circa 2.000 fte die in 2018 zijn ingehuurd om de resterende personeelstekorten
op te vangen ook medewerkers die waren vertrokken met de vertrekregeling?
Antwoord op vraag 5
Bij inhuur wordt getoetst of inhuurkandidaten gebruik hebben gemaakt van de vertrekregeling.
Het uitgangspunt is dat, cf. kamerbrief van Staatssecretaris Wiebes, d.d. 4 oktober
2016 (Kamerstuk 31 066, nr. 301) er geen medewerkers worden ingehuurd die bij de Belastingdienst zijn vertrokken
met de generieke vertrekregeling. Daarop wordt gecontroleerd. In 2018 waren er drie
medewerkers die gebruik hebben gemaakt van de vertrekregeling en aan het werk zijn
of zijn geweest bij de BD. Twee keer als uitzendkracht en één keer als inhuur. In
deze gevallen zijn maatregelen getroffen. Duidelijk is dat dit niet had mogen gebeuren.
Daarom wordt nogmaals onderzocht of dit vaker is voorgekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, adjunct-griffier