Schriftelijke vragen : Teveel betaalde belasting en Zvw-premie door oud-gevangenispersoneel, dat met SBF-verlof gegaan is
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister voor Rechtsbescherming over teveel betaalde belasting en Zvw-premie door oud-gevangenispersoneel, dat met SBF-verlof gegaan is (ingezonden 3 juni 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich de eerdere Kamervragen over de teveel betaalde belasting over de
Substantieel Bezwarende Functie (SBF)-verlofuitkering door oud-gevangenispersoneel?1
Vraag 2
Is het u bekend, dat sinds 1 januari 2013 de Wet op de loonbelasting 1964 artikel
22a, lid 3, sub a als volgt luidt:«Met loon uit tegenwoordige arbeid wordt gelijkgesteld:
loon genoten wegens tijdelijke inactiviteit als bedoeld in artikel 628 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede hetgeen door de werknemer met een publiekrechtelijke dienstbetrekking wordt
genoten op grond van naar aard en strekking overeenkomstige regelingen, voor een tijdvak
van maximaal 104 weken»?
Vraag 3
Kunt u aangeven of deze maximaal 104 weken gaan over de eerste 104 weken na de ingangsdatum
van het SBF-verlof of de eerste 104 weken na ingang van deze wetswijziging? Kunt u
aangeven waar dat staat of hoe dat uit de wetgevingsgeschiedenis volgt?
Vraag 4
Deelt u de mening dat in dit wetsartikel nergens staat dat het om de eerste 104 weken
dient te gaan en dat dus de ruimere toepassing de juiste is? Zo nee, waar staat dit
dan wel volgens u? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 5
Kunt u aangeven welke overleggen er tussen het Ministerie van Veiligheid en Justitie/Justitie
en Veiligheid en de Belastingdienst allemaal zijn geweest over de toepassing van dit
artikel voor mensen van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) die al met SBF-verlof
waren?
Vraag 6
Als de wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 met zich meebrengt dat (vanaf
1 januari 2013) voor een periode van maximaal 104 weken loon dat wordt genoten wegens
inactiviteit als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking wordt aangemerkt, waarom
wordt er dan in de uitwerking voor gekozen om slechts de eerste 104 weken te compenseren
waardoor mensen die bijvoorbeeld in 2010 met SBF-verlof zijn gegaan in het geheel
niet gecompenseerd worden voor de teveel betaalde belasting en premie?
Vraag 7
Verzet de wetstekst (artikel 22a lid 3 sub a. van de Wet op de loonbelasting 1964),
waarin expliciet wordt gesproken over «een tijdvak van maximaal 104 weken», zich tegen
de interpretatie dat ook compensatie moet worden geboden voor teveel betaalde belasting
en premie ingeval van SBF-verlof vanaf 1 januari 2013, ook als dat niet de eerste
104 weken zijn? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, welk gevolg verbindt u hieraan?
Vraag 8
Deelt u de mening dat, rekening houdend met de inwerkingtredingsdatum van de wetswijziging
en de daaruit voortvloeiende terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2013, ongerechtvaardigd
onderscheid moet worden voorkomen tussen de mensen die op verschillende data met SBF-verlof
zijn gegaan en dat het gevolg hiervan zou moeten zijn, dat de teveel betaalde belasting
en premie vanaf 1 januari 2013 gecompenseerd zouden moeten worden (met het maximum
van 104 weken)?
Vraag 9
Welke nadelen zijn ontstaan voor de betrokkenen vanwege het feit dat de werkgever
(DJI) niet vanaf het moment dat het moest (de wetswijziging) de witte tabel heeft
toegepast? Zijn deze nadelen nadien volledig en zorgvuldig gecompenseerd?
Vraag 10
Bent u bekend met het feit dat de directeur-generaal van de Belastingdienst schrijft:
«de werkgever is ondanks de wetswijziging inzake de toepassing van de arbeidskorting,
eigener beweging de groene loonheffingstabel blijven toepassen. Daar heeft de belastingdienst
bij eerste gelegenheid op gewezen» (brief JHV/GJG/18122018/01)? Wanneer en hoe heeft
de Belastingdienst de DJI hierop gewezen en wat heeft de DJI met dat signaal gedaan?
Vraag 11
Aangezien in dezelfde brief staat dat herstel niet voor iedereen heeft kunnen plaatsvinden,
unt u precies aangeven voor welke groep herstel niet heeft kunnen plaatsvinden, hoeveel
mensen het betreft en hoe groot hun financieel nadeel is?
Vraag 12
Ziet u reden om de mensen, voor wie herstel niet heeft kunnen plaatsvinden, alsnog
te compenseren, aangezien de DJI toch op de hoogte had moeten zijn van de wetten en
zelfs door de Belastingdienst gewaarschuwd was?
Vraag 13
Klopt het dat er mensen zijn geweest die compensatie voor teveel betaalde belasting
en premie hebben ontvangen, maar dit later weer gedeeltelijk of geheel terug hebben
moeten betalen omdat er fouten zijn gemaakt? Zo ja, hoe komt dat? Om hoeveel gevallen
gaat dit? Waarom is niet bij iedereen de compensatie meteen gespecificeerd?
Vraag 14
Klopt het, dat het de werkgever (DJI) vrij staat om compensatie te bieden vanwege
deze samenloop van omstandigheden (zoals de wijziging in de belastingregels) en de
gevolgen die dit heeft voor de betrokken SBF'ers?
Vraag 15
Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
M. Snel, staatssecretaris van Financiën -
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
Michiel van Nispen, Kamerlid -
Medeindiener
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.