Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over de berichten ‘Honderden producten onterecht verkocht als biologisch’ en ‘5 vragen over fouten met biologische producten’
Vragen van lid Lodders (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de berichten «Honderden producten onterecht verkocht als biologisch» en «5 vragen over fouten met biologische producten» (ingezonden 7 mei 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 4 juni
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Honderden producten onterecht verkocht als biologisch»
en «5 vragen over fouten met biologische producten»?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van deze berichten?
Antwoord 2
Ik neem deze berichten serieus.
Vraag 3
Wat vindt u van de reactie van de directie van SKAL die meent dat de producten met
het biologische logo van overtreders alsnog onder deze noemer mogen worden verkocht,
terwijl ondernemers niet voldoen aan de strenge voorwaarden die zijn vastgelegd in
de Europese verordening?
Antwoord 3
Ik heb kennis genomen van de reactie van de directie van Skal. Producten met het biologische
logo moeten uiteraard voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in de Europese
verordening. Ik zie de reactie van de directie Skal in de context van het in de Europese
verordening (artikel 30 lid 1 van verordening (EG) nr. 834/2007) neergelegde proportionaliteitsbeginsel.
Skal dient bij het nemen van maatregelen tegen geconstateerde onregelmatigheden daarbij
steeds de ernst en de aard van de overtreding in acht te nemen door bijvoorbeeld te
kijken naar het belang van de overtreden norm en de bijkomende specifieke omstandigheden.
Skal heeft dit uitgewerkt in het Skal-reglement certificatie en toezicht, welk wordt
gehanteerd bij de beoordeling van de proportionaliteit.
Vraag 4
Past deze reactie bij het achterliggende doel van de Europese verordening, namelijk
eerlijke handel en consumentenvertrouwen?
Antwoord 4
Consumenten hebben recht op biologische producten die voldoen aan Europese standaarden.
De consument moet erop kunnen vertrouwen dat de producten met het biologische keurmerk
in ieder geval voldoen aan de doelstellingen en beginselen van de biologische landbouw.
Daar waar er problemen zijn, moeten die worden opgelost.
Vraag 5
Hoe ziet u dit achterliggende doel en de reactie van de directeur van SKAL in relatie
tot de consumenten, de biologische boeren die wel aan de eisen voldoen en de boeren
die op een gangbare manier hun bedrijf voeren?
Antwoord 5
Het is uiteraard van het grootste belang dat aan de Europese voorschriften voor biologische
landbouw wordt voldaan, als het biologisch keurmerk wordt gevoerd. Juist ter waarborging
van het consumentenvertrouwen. Indien er afwijkingen worden geconstateerd houdt Skal
rekening met het proportionaliteitsbeginsel, zoals neergelegd in de Europese Verordening.
Vraag 6
Kunt u aangeven aan welke eisen een product minimaal moet voldoen om het keurmerk
«biologisch» te verkrijgen en te behouden?
Antwoord 6
In verordening (EG) nr. 834/2007 staat per landbouwproduct aangegeven waaraan moet
worden voldaan om het biologisch keurmerk te mogen voeren. Het betreft alle stadia
van productie, bereiding en distributie: vanaf de primaire productie van een biologisch
product, nadien de opslag, de verwerking het vervoer, en tot slot de verkoop of levering
daarvan aan de eindgebruiker, in voorkomend geval met inbegrip van etikettering, reclame,
invoer, uitvoer en onderaanneming. In geval van inbreuken en onregelmatigheden is
het bepaalde in artikel 30 van verordening (EG) nr. 834/2007 van toepassing.
Vraag 7
Hoe ziet u dit in relatie tot de uitspraak van de directeur van SKAL die stelt: «Dat
er aan een aantal eisen niet wordt voldaan, maakt niet dat het product niet meer biologisch
is»?
Antwoord 7
De uitspraak van de directeur van Skal doelt op het in de Europese verordening (artikel
30 lid 1 van verordening (EG) nr. 834/2007) neergelegde proportionaliteitsbeginsel.
In geval sprake is van geconstateerde onregelmatigheden («afwijkingen») moeten de
gevolgen, conform aangehaald artikel 30, proportioneel beoordeeld worden. De consument
moet erop kunnen vertrouwen dat de producten met het biologische keurmerk in ieder
geval voldoen aan de doelstellingen en beginselen van de biologische landbouw.
Vraag 8
Op basis van welk artikel in de Europese verordening kan de directeur deze uitspraak
doen en hoe kan de consument beoordelen aan welke eisen wel of juist niet zijn voldaan?
Antwoord 8
Ik verwijs u naar het antwoord bij vraag 7.
Vraag 9
Vindt u dat de consument er kennis van moet kunnen nemen als bij een biologisch product
bijvoorbeeld het dierenwelzijn, het medicijngebruik, weidegang of het gebruik van
gewasbescherming niet op orde blijken te zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke
manier kan de consument rekenschap geven van de lichte, ernstige, of kritieke afwijkingen
bij de productie van biologische producten?
Antwoord 9
Consumenten kunnen aan de hand van het biologische keurmerk beoordelen dat het product
voldoet aan de Europese voorschriften. In bijlage I van het Skal reglement certificatie
en toezicht geeft Skal aan hoe het tekortkomingen weegt en welke maatregel dit tot
gevolg heeft. Transparantie naar consumenten is uiteraard van groot belang. Ik ondersteun
dan ook de initiatieven van Skal om het toezicht op de biologische producten in Nederland
transparanter te maken.
Vraag 10
Vindt u het verdedigbaar dat als er ernstige of kritieke afwijkingen zijn aangetroffen
de consument toch een meerprijs betaalt voor deze producten en de biologische boer
een meerprijs krijgt voor de geleverde producten? Zo ja, kunt u toelichten hoe u dit
verdedigt naar boeren die onder strenge gangbare normen produceren en die meerprijs
niet ontvangen?
Antwoord 10
Skal dient toe te zien op een correcte naleving van normen uit de Europese regelgeving
en daarbij rechtmatig, proportioneel en daadkrachtig in te grijpen op een kenbare
manier voor ondernemers en consumenten. Ik vind het van belang dat Skal haar sanctiesysteem
gaat aanscherpen. Ik heb Skal gevraagd hiertoe een plan van aanpak op te stellen en
mij hierover te informeren. Ik vind dat Skal in het bijzonder moet kijken naar de
zwaarte van de sancties en de hersteltermijnen voor ondernemers die herhaaldelijk
de fout ingaan en te lang dralen met het verbeteren van de situatie op hun bedrijf.
Vraag 11
Herinnert u zich de antwoorden op de Kamervragen over tariefsverhoging van 35% door
SKAL Biocontrole?3
Antwoord 11
Ja.
Vraag 12
Kunt u toelichten wat u bedoelt met antwoord 3: «Ik ga er vanuit dat een dergelijke
verhoging eenmalig is, omdat de combinatie van diverse omstandigheden in het jaar
2018 die tot de hoge kosten van SKAL hebben geleid en ook ten grondslag liggen aan
de onderhavige tariefsverhoging, zich niet weer in deze mate zullen voordoen»?
Antwoord 12
Skal heeft een begroting over het jaar 2018 opgesteld aan de hand van de te verwachte
kosten bij uitvoering van de wettelijke activiteiten. De hoogte van de tarieven is
hierop afgestemd. Ook de verwachte ontwikkeling van de algemene reserves van Skal
is relevant. Deze reserves zijn nodig voor de financiering van de toekomstige investeringen
of het opvangen van financiële risico’s. In de loop van 2018 bleek deze begroting
achterhaald door substantiële extra kosten voor adequaat toezicht op naleving en benodigde
tussentijdse investeringen in interne organisatie en bedrijfsvoering. Voor alle omstandigheden
die tot deze kosten hebben geleid, wil ik ook verwijzen naar de beantwoording van
vraag 13 en 16. ook de vereiste (juridische) expertise bij de bedrijfsvoering. Hierdoor
was Skal genoodzaakt om in te teren op het opgebouwde eigen vermogen. Deze forse tariefsverhoging
was helaas nodig om op korte termijn dit eigen vermogen weer op een minimaal niveau
te brengen aan de hand van een eerder door de accountant van Skal uitgevoerde risicoanalyse
en gewenste meerjarige investeringen.
Vraag 13
Welke omstandigheden heeft u bedoeld (graag een totaaloverzicht van alle omstandigheden
die hiermee bedoeld zijn)?
Antwoord 13
Ik heb de hierna te noemen omstandigheden bedoeld.
1. Investeringen om toezicht te versterken
Skal opereert in een snel groeiende biologische sector, die ook een groot belang heeft
bij een adequaat toezicht op de naleving van de normen in Verordening (EG) nr. 834/2007
door marktdeelnemers. Dit vraagt enerzijds om investeringen die ervoor dienen te zorgen
dat er de inspectiecapaciteit van Skal op een voldoende niveau blijft en anderzijds
om een doorontwikkeling van risicogericht en digitaal toezicht mogelijk te maken.
Dat laatste is ook belangrijk in verband met de gewenste transparantie in het toezicht.
2. Investeringen in interne organisatie en bedrijfsvoering
Skal kent als organisatie ook een behoorlijke groei, waarbij de dienstverlening op
een voldoende niveau dient te worden gehouden. Dat vraagt om blijvende investeringen
in de kwaliteit en continuïteit van de interne organisatie en bedrijfsvoering. Voorbeelden
hiervan zijn het werven van nieuw personeel, kennismanagement, inrichten nieuw governance-model,
borgen van voldoende juridische deskundigheid (benodigd door een toename van bezwaar-
en beroepsprocedures, maar ook het behandelen van Wob-verzoeken).
3. Risicoaansprakelijkheid Skal
De financiële risico’s van aansprakelijkheid ten aanzien van de taakuitvoering nemen
toe. Skal heeft deze risico’s gedeeltelijk afgedekt door een verzekering, maar ook
bij het vaststellen van de hoogte van het benodigde eigen vermogen zal daarmee rekening
moeten worden gehouden. De genoemde incidentele tegenvallers en extra investeringen
zijn niet volledig verwerkt in de hoogte van de tarieven en ten laste gekomen van
de opgebouwde egalisatiereserve van Skal. Het weerstandsvermogen van Skal bereikte
daarmee een kritische ondergrens, dit diende weer op een acceptabel niveau te worden
gebracht.
Vraag 14
Hoe bent u achter deze omstandigheden gekomen?
Antwoord 14
Skal heeft mij deze omstandigheden en vooral de financiële impact daarvan tijdens
het reguliere halfjaarlijkse overleg over aansturing en toezicht eind 2018 medegedeeld.
Vraag 15
Waarom heeft u deze omstandigheden niet eerder, dan wel in de antwoorden op de Kamervragen,
aan de Kamer gemeld?
Antwoord 15
Het uitgangspunt is dat een zelfstandig bestuursorgaan zoals Skal zelf de vrijheid
en de verantwoordelijkheid heeft om zijn bedrijfsprocessen zo goed mogelijk in te
richten en hierover te communiceren. Wel heeft Skal de wettelijke verplichting tot
het onverwijld melden van aanmerkelijke verschillen tussen werkelijke uitgaven en
inkomsten en begrote uitgaven en inkomsten èn de oorzaak van de verschillen.
Vraag 16
Wat zijn de kosten (per omstandigheid) die gemoeid zijn met het op orde brengen van
de organisatie?
Antwoord 16
Zie de onderstaande tabel.
Omstandigheid/activiteit
Kosten/investering
Versterken toezicht
€ 200.000
Versterking interne organisatie en bedrijfsvoering
€ 135.000
Versterking ICT-infrastructuur en ontwikkeling digitale inspectievormen
€ 180.000
Incidentele tegenvallers (aanvullen minimaal weerstandsvermogen)
€ 200.000
Totaal
€ 715.000
Vraag 17
Op basis waarvan trekt u de conclusie dat deze omstandigheden zich niet weer in deze
mate zullen voordoen?
Antwoord 17
Skal heeft de nodige extra maatregelen genomen, die naar verwachting afdoende zullen
zijn. Het gaat dan om de volgende maatregelen:
1. Een betere borging van de juridische deskundigheid binnen Skal;
2. Het op orde brengen van de benodigde inspectiecapaciteit en verdere versterking van
het toezicht. De op basis van Verordening (EG) nr. 834/2007 verplichte jaarlijkse
controles op naleving bij in beginsel alle marktdeelnemers verlopen nu volgens planning.
3. Het management team met interim--managers is vervangen door een nieuw en volledig
management team in dienst van Skal.
4. De begroting voor het jaar 2019 brengt het weerstandsvermogen weer op een hoger niveau,
zodat incidentele tegenvallers en financiële aansprakelijkheidsrisico’s bij de taakuitvoering
beter kunnen worden opgevangen.
Voorts worden binnen mijn ministerie maatregelen genomen waardoor de eigenaarsrol
extra wordt geborgd en verder versterkt. Het gaat dan vooral om vraagstukken die het
zelfstandig bestuursorgaan als organisatie betreffen. Het toezicht en sturing op de
hoogte van de tarieven en het meerjarig beleid als basis voor een gezond financieel
beheer zal verder worden aangescherpt.
Vraag 18
Herinnert u zich de brief van 22 mei 2018 waarin u de uitkomsten evaluatie SKAL met
de Kamer heeft gedeeld?4
Antwoord 18
Ja.
Vraag 19
Kunt u zich herinneren dat u de algemene evaluatie positief duidde?
Antwoord 19
Ja.
Vraag 20
Klopt het dat de opdracht voor het evaluatieonderzoek eind 2017 is gegeven, het onderzoek
de periode 2010–2016 behelst heeft en de percepties over 2017 en begin 2018 in dit
onderzoek ook zijn verzameld?
Antwoord 20
Ja.
Vraag 21
Wat was het beeld van de percepties over 2017 en begin 2018?
Antwoord 21
De conclusies en aanbevelingen van de evaluatie hebben ook betrekking op de periode
2017 en begin 2018. Uit de evaluatie blijkt dat Skal over het geheel genomen positief
scoort.
In het rapport worden er elf aanbevelingen gedaan, waarvan er één betrekking heeft
op handhaving en sanctionering. Het interventiebeleid moet verder worden ontwikkeld
middels het beter benutten van de beschikbare handhavings- en sanctiemogelijkheden
en een effectievere samenwerking met de NVWA-IOD
Vraag 22
Wat vindt u van de conclusie in het evaluatierapport dat het op basis van de beschikbare
gegevens niet mogelijk is gebleken de omvang van het onwenselijk en oneigenlijk gebruik
van de biologische aanduiding goed in beeld te brengen en de relatie te leggen met
het functioneren van SKAL?
Antwoord 22
Gezien deze constatering ondersteun ik de aanbeveling uit het rapport dat het maatschappelijk
doel uit de Europese verordening – vertrouwen onder consumenten en bedrijven – centraler
moet worden gesteld bij de uitvoering door Skal van certificatie en toezicht. Door
strategischer te opereren kan Skal zijn maatschappelijke meerwaarde vergroten.
Vraag 23
Wat vindt u van de conclusie in het evaluatierapport dat het totale pakket aan handhavings-
en sanctioneringsmogelijkheden (inclusief strafrechtelijke opsporing door de divisie
Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA))
niet optimaal wordt toegepast?
Antwoord 23
Ik verwijs naar hetgeen ik hierover in mijn brief van 22 mei 2018 (Kamerstuk 25 268, nr. 162) aan de Kamer heb meegedeeld. Ik vind het een belangrijk aandachtspunt dat het totale
pakket aan handhavings- en sanctiemogelijkheden niet optimaal wordt toegepast. Ik
vind het dan ook goed dat Skal na de evaluatie met deze aanbeveling aan de slag is
gegaan.
Vraag 24
Kunt u aangeven of u met het evaluatierapport en de conclusies onder vraag 22 en 23
uit datzelfde rapport en de duiding in het artikel nog steeds van mening bent dat
de evaluatie van SKAL over het algemeen positief is? Zo ja, kunt u dat onderbouwen?
Zo nee, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 24
Ik vind de evaluatie van SKAL over het algemeen nog steeds positief. Wel onderstreept
de berichtgeving het belang van de aanbeveling uit het evaluatierapport dat het interventiebeleid
verder moet worden ontwikkeld door middel van het beter benutten van de beschikbare
handhavings- en sanctiemogelijkheden. Het is het goed dat Skal haar sanctiesysteem
gaat aanscherpen.
Vraag 25
Klopt het dat er binnen de NVWA bij handhaving onderscheid gemaakt wordt tussen de
gangbare en de biologische sector? Zo ja, waarom is de prioriteit die door de NVWA
gegeven wordt aan economische delicten in de biologische sector beperkt? Zo nee, indien
er geen onderscheid gemaakt wordt in de prioritering, waarom wordt dit wel zo geduid
in het evaluatierapport?
Antwoord 25
Skal is aangewezen als controle autoriteit en is belast met het toezicht en controle
op basis van de (EG) Verordening 834/2007 inzake de biologische productie en de etikettering
van biologische producten. NVWA bewaakt of bedrijven zich houden aan de wettelijke
vereisten voor voedselveiligheid. De gehele voedselketen van zowel de plantaardige
als dierlijke voedselproductie valt onder dit toezicht.
In de handhaving door de NVWA wordt in beginsel geen onderscheid gemaakt tussen de
gangbare en biologische sector. Bij risicogebaseerd toezicht kan dit onderscheid in
de selectie van landbouwbedrijven indien daar aanleiding voor is wel gemaakt worden.
Het interventiebeleid NVWA maakt geen onderscheid tussen gangbare en biologische bedrijven.
Vraag 26
Bent u bekend met de beantwoording van de Kamervragen over illegale inzet koper in
biologische aardappelen?5
Antwoord 26
Ja.
Vraag 27
Kunt u aangeven waarom er in 2016 geen onderscheid gemaakt werd in de handhaving tussen
gangbare en biologische landbouw, wanneer de prioritering is veranderd en welke argumenten
hieraan ten grondslag liggen?
Antwoord 27
Nee, ik kan dit niet aangeven. De reden hiervoor is, dat er geen onderscheid is in
de handhaving tussen gangbare en biologische landbouw. Daarnaast is de prioritering
niet veranderd.
Vraag 28
Kunt u aangeven of de aanbevelingen in het evaluatierapport hebben geleid tot concrete
acties? Zo ja, welke en hoe staat het met de uitvoering? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 28
In onderstaand overzicht staan concrete acties die Skal heeft ondernomen naar aanleiding
van het evaluatierapport, gesorteerd per aanbeveling. De voortgang wordt gemonitord
in het reguliere overleg tussen mijn ministerie en Skal.
Aanbeveling
Actie Skal
1
Maatschappelijke meerwaarde
– In het najaar 2019 wordt een nieuwe meerjarenvisie opgeleverd in samenspraak met
het Ministerie van LNV en de sector
2
Effectief sturen in het netwerk
– Samenwerking met de NVWA en de sector is geïntensiveerd.
– Skal treedt nadrukkelijk in dialoog met sector, EOCC en NVWA.
– Er zijn meerdere workshops en informatie-uitwisseling bijeenkomsten met Bionederland,
Biohuis, Vereniging biologische pluimveehouders en de werkgroepen van Bionext gerealiseerd
in de tweede helft van 2018 en eerste helft van 2019
3
Handhaving en sanctionering
– Eind 2018 herbenoeming rechters Tuchtgerecht Skal.
– Nieuw convenant met NVWA opgesteld (ondertekening gepland 24 juni 2019).
– Evaluatie van mogelijkheden in hoeverre binnen bestaande wet- en regelgeving tuchtrecht
ingezet kan worden bij niet-geregistreerden bij Skal.
– Eerste concepten van nieuwe Skal reglementen voor certificatie (o.a. sanctiesystematiek)
zijn op 21 maart jl. aangeboden aan LNV. Hierin zijn verbeteringen opgenomen ten aanzien
van certificatie en handhavings- en sanctiesystematiek.
4
Detectie van oneigenlijk gebruik door niet-geregistreerden
– Aanpassing van de statuten zodat Skal beter kan optreden tegen misbruik van de term
«biologisch» bij niet-geregistreerden.
– Statuten zijn in maart 2019 goedgekeurd door Minister van LNV, in april 2019 gedeponeerd.
5
Risicogebaseerd toezicht
– In 2019 is gestart met de uitvoering van een risicogerichte handhavingssystematiek
bij import en webshops.
6
Strategische personeelsplanning
– Strategische personeelsplanning is opgeleverd in september 2018.
7
Juridische deskundigheid
– Aanstelling van ervaren jurist per januari 2019.
8
Governance
– Met het goedkeuren van de nieuwe statuten kunnen de gewenste aanpassingen in de
Governance worden doorgevoerd.
– Aanstelling nieuw bestuur verwacht in juni 2019.
– Oprichting Advies Raad in najaar 2019.
9
Digitalisering
– Gezien de toenemende vraag en noodzaak voor digitale informatie-uitwisseling en
automatisering van processen is geïnvesteerd in ICT, zowel in medewerkers als middelen.
– In de begroting 2019 is meer ruimte voor ICT gereserveerd zowel in personeel als
middelen.
10
Kennismanagement
– In 2018/2019 zijn meer dan 30 nieuwe medewerkers aangenomen en opgeleid via intern
opleidingsplan. Er is een intensieve begeleiding van inspecteurs en certificeerders,
waarbij zowel collegiale toetsing (4 ogen principe) wordt toegepast als de periodieke
monitoring door senior medewerkers.
11
Monitoren overhead
– Toenemende regeldruk voor ZBO’s (o.a. AVG) zorgt voor relatieve groei van de overhead
bij Skal.
Vraag 29
Deelt u de mening dat supermarkten ook verantwoordelijk zijn om het keurmerk biologisch
betrouwbaar te laten zijn?
Antwoord 29
Ja, ten algemene geldt dat detaillisten zich niet schuldig mogen maken aan misleiding,
in die zin hebben supermarkten een eigen verantwoordelijkheid om er voor te zorgen
dat de producten terecht als biologisch worden verkocht. Vermenging van biologische
en niet-biologische producten bij verkoop moet daarom worden voorkomen.
Met betrekking tot de specifieke eisen die gelden voor biologische producten maakt
Nederland gebruik van de mogelijkheid die de Europese regelgeving inzake biologische
producten biedt om detailhandelaren die biologische producten rechtstreeks aan de
eindconsument of eindgebruiker verkopen, vrij te stellen van de eisen van aanmelding
en deelname aan het biologische controlesysteem. Dit om redenen van administratieve
lastenverlichting. Deze vrijstelling geldt niet voor detaillisten die biologische
producten produceren, bereiden of opslaan op een plaats die verband houdt met het
verkooppunt. Dit vanwege het risico op fraude.
Vraag 30
Deelt u de mening dat ook supermarkten moeten toezien op de producten die zij verkopen
omdat zij er ook van profiteren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 30
Ik verwijs u naar het antwoord bij vraag 29.
Vraag 31
Herinnert u zich de Toekomstvisie gewasbescherming 2030, naar weerbare planten en
teeltsystemen en Pakket van maatregelen emissiereductie gewasbescherming open teelten?6
Antwoord 31
Ja.
Vraag 32
Kunt u aangeven waarom u in deze nota geen aandacht heeft besteed aan de biologische
land- en tuinbouw en het gebruik van gewasbescherming en middelen ter bestrijding
van plagen en ongedierte?
Antwoord 32
De Toekomstvisie Gewasbescherming maakt geen onderscheid tussen de gangbare en de
biologische teelt, omdat de doelen – weerbare planten en teeltsystemen, verbinden
landbouw en natuur, en nagenoeg zonder emissies – voor zowel de gangbare als de biologische
teelt gelden. Ook de biologische landbouw is gebaat bij de verdere ontwikkeling zoals
die in de Toekomstvisie is verwoord. De gangbare- en biologische teelt kunnen elkaar
versterken. In het Uitvoeringsprogramma wordt dat verder vorm gegeven.
Vraag 33
Bent u bereid om dit alsnog te doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 33
Ik verwijs u naar het antwoord bij vraag 32.
Vraag 34
Wilt u deze vragen een voor een en voor het algemeen overleg over gewasbescherming
beantwoorden?
Antwoord 34
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.