Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Berg en Amhaouch over het bericht 'Chinese spionnen stelen kostbare bedrijfsgeheimen van ASML'
Vragen van de leden Van den Berg en Amhaouch (beiden CDA) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Justitie en Veiligheid over het bericht «Chinese spionnen stelen kostbare bedrijfsgeheimen van ASML» (ingezonden 12 april 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 3 juli 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 2552.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Chinese spionnen stelen kostbare bedrijfsgeheimen van
ASML»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Wat is uw reactie op dit bericht?
Deelt u de mening dat hier geen sprake is van een incident, maar dat deze diefstal
past in een patroon van toenemende Chinese invloed in de westerse wereld en in Nederland?
Deelt u de mening dat deze ontwikkeling zorgelijk en onwenselijk is?
Antwoord 2, 3 en 4
Uit de ons bekende informatie blijkt dat er sprake is van diefstal van bedrijfsvertrouwelijke
informatie door ex-werknemers van de Amerikaanse vestiging van ASML. Deze diefstal
van bedrijfsvertrouwelijke gegevens betreft een ernstig incident bij ASML. Ik heb
geen aanwijzingen dat er in casu sprake is geweest van directe betrokkenheid van een
buitenlandse overheid. Er zijn wel overeenkomsten te zien met bekende Chinese spionagedoelwitten
en -werkwijzen.
In algemene zin zien wij een ontwikkeling dat staten op steeds assertievere wijze
hun eigen belangen behartigen en bereid zijn om middelen in te zetten die onze welvaart,
stabiliteit en openheid kunnen aantasten. Steeds meer landen richten zich hierbij
op politieke en/of economische spionage.
Op 18 april jl. is uw Kamer over de dreigingen vanuit staten en de aanpak hierop geïnformeerd.
Ook de AIVD en MIVD geven in hun jaarverslagen aan
dat de grootste dreiging op het gebied van economische spionage van China komt.2 3 Hierbij zet China een breed scala aan (heimelijke) middelen in die het verdienvermogen
van Nederlandse bedrijven kunnen ondermijnen.
Vraag 5
Heeft de diefstal bij ASML in de Verenigde Staten Nederlandse belangen geschaad?
Antwoord 5
Met betrekking tot het bedrijfsbelang geeft ASML aan dat het bedrijf geen omzetverlies
heeft geleden als gevolg van gemiste verkoop. Het gestolen materiaal is teruggevorderd
en de ASML-klant die door XTAL was verleid om over te stappen is weer terug bij ASML.
De definitieve vergoeding van 845 miljoen dollar die de Californische rechter aan
ASML heeft toegekend is gebaseerd op ongerechtvaardigde verrijking in relatie tot
de gestolen bedrijfsgeheimen.
Vraag 6
Kan deze diefstal gevolgen hebben voor onze nationale veiligheid?
Antwoord 6
De software is onderdeel van de portefeuille van ASML en wordt gebruikt voor de optimalisatie
van het chipproductieproces bij de klanten van ASML. De diefstal van deze software
heeft op zichzelf geen directe gevolgen voor de nationale veiligheid.
Vraag 7
Kunt u in kaart laten brengen hoe deze diefstal precies heeft kunnen plaatsvinden
en hoe we op basis van die analyse met bedrijven de juiste maatregelen kunnen nemen?
Antwoord 7
Het betreft hier een geval van diefstal van bedrijfsvertrouwelijke gegevens door ex-werknemers
die zich in 2015 heeft afgespeeld in de Amerikaanse vestiging van het bedrijf die
aldus valt onder Amerikaans recht. Het is primair de verantwoordelijkheid van het
betreffende bedrijf om maatregelen te treffen. Zo daartoe aanleiding bestaat, is het
aan de Amerikaanse autoriteiten om in deze casus eventuele strafrechtelijke maatregelen
te nemen.
Technologiediefstal bij bedrijven via (oud)medewerkers is een breder fenomeen dat
zich ook in Nederland voordoet. De rol van de overheid is gericht op bewustwording
en weerbaarheidsverhoging. Hiermee wordt bijvoorbeeld gedoeld op het delen van dreigingsinformatie
en beveiligingsadvies.
Vraag 8
Heeft u signalen dat China deze «modus operandi», namelijk spionage en diefstal via
medewerkers die banden hebben met de Chinese overheid, vaker en op meer plekken toepast?
Antwoord 8
Er is in deze casus geen directe betrokkenheid van de Chinese overheid vastgesteld.
Zoals aangegeven in het antwoord op vragen 2, 3 en 4 proberen staten op steeds assertievere
wijze hun eigen belangen te behartigen. In de jaarverslagen van de AIVD en MIVD staat
dat China een breed scala aan (heimelijke) middelen inzet die het verdienmodel van
Nederlandse bedrijven kunnen ondermijnen, waaronder (digitale) economische spionage.
Vraag 9
Zijn Nederlandse bedrijven volgens u voldoende beschermd tegen spionage, diefstal
van bedrijfsgeheimen en oneigenlijk gebruik van gegevens door China?
Antwoord 9
Bedrijven zijn zelf in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het beschermen
van hun bedrijfsvertrouwelijke gegevens. De overheid stelt bedrijven daartoe in staat
met behulp van wetgeving op het gebied van intellectuele-eigendomsbescherming en bescherming
van bedrijfsgeheimen. Op 23 oktober 2018 is de Wet bescherming bedrijfsgeheimen in
werking getreden, waaraan ondernemers bescherming kunnen ontlenen als hun bedrijfsgeheim
onrechtmatig is verkregen, gebruikt of openbaar gemaakt, ook als dit door een ex-werknemer
is gebeurd. Daarnaast kan bescherming ook worden verkregen op basis van het arbeidsrecht
of algemene contractenrecht als een ex-werknemer bijv. zijn geheimhoudingsbeding heeft
geschonden, of op basis van het algemene onrechtmatigedaadsrecht. Er kan bovendien
onder omstandigheden een beroep worden gedaan op bescherming tegen een inbreuk op
een octrooirecht of op een chipsrecht op basis van de Wet bescherming oorspronkelijke
topografieën van halfgeleiderproducten. Daarnaast heeft de overheid de verantwoordelijkheid
voor het creëren van awareness voor risico’s en het bieden van een handelingsperspectief.
Zie daarnaast het antwoord op vraag 11, waarin nader wordt ingegaan op de rollen van
verschillende overheidsorganisaties waar het bedrijfsleven terecht kan in dit kader.
In de Kamerbrief «Tegengaan statelijke dreigingen» is gemeld dat het kabinet met betrekking
tot digitaal financieel economische spionage een verkenning heeft uitgevoerd waarin
het beeld ten aanzien van de dreiging is aangescherpt en is bezien welk instrumentarium,
complementair aan de maatregelen uit zoals de Internationale Cyber Strategie en de
Nederlandse Cyber Security Agenda, van toepassing is om deze dreiging te mitigeren.
Aanvullend instrumentarium, zoals bijvoorbeeld vergroting van het bewustzijn van deze
dreiging, wordt in de verschillende beleidsterreinen opgenomen, zo ook in de aanpak
tegengaan statelijke dreigingen. Het gaat hier ook om het inzetten van internationale
samenwerking en diplomatieke instrumenten (inclusief attributie) zoals die in het
kader van de EU Cyber Diplomacy Toolbox en om het benutten van bestaande WTO procedures
waar nodig.
Bedrijven die opdrachten uitvoeren voor het Ministerie van Defensie worden contractueel
Algemene Beveiligingseisen Defensie Opdrachten (ABDO) opgelegd, waanneer die bedrijven
van doen krijgen met zogenoemde Te Beschermen (defensie) Belangen (TBB). Defensie
controleert de bedrijven op naleving van deze eisen, en de implementatie van beveiligingsmaatregelen.
Vraag 10
Waar zijn bedrijven kwetsbaar en zitten zwakke plekken?
Antwoord 10
De toenemende digitalisering en internationalisering van productieprocessen en arbeidsmarkten
vergroten de (digitale) spionagemogelijkheden. In 2010 is uitgebreid onderzoek gedaan
naar de spionagerisico’s op het terrein van economisch welzijn & wetenschappelijk
potentieel en openbaar bestuur & vitale infrastructuur.4 De conclusies van toen, die overigens los staan van deze casus waarin sprake was
van diefstal door oud-medewerkers, zijn ook nu nog actueel. De verschillende mogelijkheden
om telecommunicatieverkeer te onderscheppen, zijn een eerste belangrijke geconstateerde
kwetsbaarheid. Uit het onderzoek blijkt ook dat de toenemende verwevenheid en complexiteit
van computersystemen alsmede het koppelen van dataopslagsystemen, de gevoelige gegevens
in systemen kwetsbaar maakt voor spionage. Het uitbesteden van activiteiten als systeem-
en serverbeheer, datawarehousing en gegevensverwerking brengt eveneens spionagerisico’s
met zich mee.
Met de Handleiding Kwetsbaarheidsanalyse Spionage (KWAS)5 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kunnen instanties
zelf een inventarisatie maken van de eigen cruciale belangen en de daarbij behorende
kwetsbaarheden.
Vraag 11
Waar in Nederland kunnen bedrijven en andere organisaties terecht voor advies over
hoe zich te beschermen tegen economische spionage en bedrijfsspionage?
Antwoord 11
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) informeert bedrijven over de bescherming
van bedrijfsvertrouwelijke gegevens en de bescherming van intellectueel eigendom middels
octrooien, auteursrecht en andere rechten. Octrooicentrum Nederland (OCNL), onderdeel
van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, is de octrooiverlenende instantie voor
het Nederlands grondgebied.6 Ook adviseert RVO over andere wijzen waarop bedrijfsgeheimen actief moeten worden
beschermd, zoals fysiek en digitaal.7 Daarnaast is het Digital Trust Center (DTC) opgericht, dat niet-vitale ondernemers
helpt met veilig digitaal ondernemen.8
Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) dat deel uitmaakt van het Ministerie van
Justitie en Veiligheid is het centrale informatieknooppunt en expertisecentrum op
het gebied van cybersecurity voor de rijksoverheid en organisaties binnen de vitale
infrastructuur. Het NCSC informeert en adviseert genoemde organisaties over digitale
dreigingen en kwetsbaarheden, verricht daartoe analyses, en verleent die organisaties
bijstand bij het treffen van maatregelen bij dreigingen en incidenten.
De AIVD heeft verscheidene publicaties uitgebracht over spionage voor zowel instanties
en individuen. Voorbeelden hiervan zijn: «Bent u zich bewust van de risico's van cyberspionage?»,
«Spionage in Nederland» en de hierboven genoemde «Handleiding Kwetsbaarhedenanalyse
Spionage». Deze zijn te vinden op www.aivd.nl/onderwerpen/spionage. Daarnaast informeert en/of adviseert de AIVD (in specifieke gevallen) instanties
die het doelwit vormen van inlichtingenactiviteiten, en adviseert hen over weerstandsverhogende
maatregelen. Personen of instanties die het vermoeden hebben doelwit te zijn (geweest)
van spionage, kunnen dit ook altijd rechtstreeks melden bij de AIVD, of MIVD wanneer
het opdrachten voor het Ministerie van Defensie betreft.
Bedrijven die opdrachten uitvoeren voor het Ministerie van Defensie worden contractueel
Algemene Beveiligingseisen Defensie Opdrachten (ABDO) opgelegd. Deze bedrijven kunnen
zich wenden tot Defensie voor advies en assistentie, alsmede met vragen over beveiliging.
Vraag 12
Zijn er, van bedrijfs- of overheidswege, maatregelen genomen na een eerdere Chinese
hack bij Brion Technologies (een dochterbedrijf van ASML) in 2015? Zo ja, welke?
Antwoord 12
Ja, hoewel ASML in 2015 de hack tijdig heeft kunnen afslaan en deze geen schade heeft
berokkend, zijn er omvangrijke maatregelen genomen waarmee bedrijfsvertrouwelijke
gegevens significant beter zijn beschermd. De omvang van de maatregelen die ASML heeft
genomen betreft tientallen miljoenen euro’s. Zoals aangegeven bij het antwoord op
vraag 11 ondersteunt de overheid bedrijven met dreigingsinformatie en beveiligingsadviezen.
Vraag 13
Is de capaciteit van de Nederlandse inlichtingendiensten uitgebreid naar aanleiding
van de hack bij Brion Technologies in 2015?
Antwoord 13
In 2017 is in het Regeerakkoord extra budget toegekend voor cyber security, onder
andere bestemd voor AIVD en MIVD. Met dat geld zetten de AIVD en MIVD sterk in op
het werven van nieuwe medewerkers en technische experts voor de onderzoeken naar digitale
dreigingen.
Vraag 14 en 15
Hoeveel rechtszaken over economische spionage en bedrijfsspionage door buitenlandse
mogendheden zijn er in de afgelopen jaren in Nederland geweest? Uit welke hoek kwamen
deze?
Hoeveel van deze rechtszaken hebben geleid tot veroordelingen en/of straffen en boetes?
Antwoord 14 en 15
Economische spionage en bedrijfsspionage zijn geen zelfstandige strafbare feiten,
maar zullen uiting vinden in andere strafbare feiten waaronder computervredebreuk.
In hoeverre hierbij buitenlandse mogendheden betrokken waren, wordt niet dusdanig
geregistreerd.
Vraag 16
In het geval van ASML is het nu – voor zover bekend – de tweede keer dat China betrokken
is bij economische spionage en bedrijfsspionage. Gaat de Minister van Buitenlandse
Zaken de Chinese ambassadeur hierover aanspreken?
Antwoord 16
Zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 2, 3 en 4 zijn er in deze casus geen
aanwijzingen voor een directe betrokkenheid van de Chinese overheid. Los van deze
casus kaart het kabinet de zorgen die bestaan met betrekking tot economische en bedrijfsspionage
in EU-verband aan. Zo is dit onderwerp bijvoorbeeld ter sprake gekomen tijdens de
EU-Chinatop op 9 april jl. Het kabinet zet tevens in op het versterken van internationale
samenwerking op dit thema. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van diplomatieke instrumenten
zoals die in het kader van de EU Cyber Diplomacy Toolbox. Naar aanleiding van de Europese
Raad van 18 oktober 2018 wordt tevens een cybersanctieregime afgerond.
Vraag 17
Deelt u de mening dat behalve vitale sectoren, zoals waterleidingsystemen, landbouwgronden
en ook telecommunicatie en het toekomstige 5G-netwerk, eveneens bedrijven – of onderdelen
van bedrijven – die gevoelige technologie maken (zoals ASML en NXP) moeten worden
beschermd vanuit het oogpunt van nationale veiligheid?
Antwoord 17
Bij sommige bedrijven die hoogwaardige en gevoelige technologie ontwikkelen, kan een
risico ontstaan voor de nationale veiligheid. Deze risico’s omvatten het risico op
ongewenste afhankelijkheden van buitenlandse investeerders of statelijke actoren,
op het weglekken van vertrouwelijke of gevoelige informatie of op rechtstreekse aantasting
van vitale processen en het functioneren van de Nederlandse economie en democratische
rechtsorde. Deze risico’s kunnen onder omstandigheden ontstaan bij overnames van en
investeringen in dergelijke bedrijven, maar ook bij de inkoop van cruciale diensten
of producten, de werving van personeel etc.
Het is een constant proces om te bezien welke nationale veiligheidsbelangen beschermd
moeten worden, wat de dreiging is vanuit statelijke actoren voor de nationale veiligheid
en hoe de weerbaarheid vergroot kan worden. De openheid van onze samenleving en economie
vraagt om een zorgvuldige weging van het benutten van kansen enerzijds en het beschermen
van nationale (veiligheids)belangen anderzijds.
Vraag 18
Deelt u de mening dat wetgeving hiertoe snel naar de Kamer moet komen? Zo ja, welke
wetten kunnen worden verwacht en wanneer?
Antwoord 18
In de bijlage van de Kamerbrief Tegengaan Statelijke Dreigingen worden verschillende
maatregelen genoemd ten aanzien van economische veiligheid, waaronder een betere benutting
en aanscherping van huidige wet- en regelgeving ter bescherming van nationale veiligheid.
Een van andere de maatregelen die wordt genoemd is een uitwerking van een investeringstoets.
Hierbij is het uitgangspunt dat een verbod in het kader van de investeringstoets alleen
daar wordt ingezet indien er geen alternatieve effectieve beschermingsmaatregelen
voor handen zijn. Inzet is om een dergelijk wetsvoorstel in 2019 in procedure te kunnen
brengen als onderdeel van een breder palet aan maatregelen.
Vraag 19 en 20
Deelt u de mening dat deze en andere incidenten, zoals rondom het Chinese bedrijf
Huawei, de handelsrelatie met China op gespannen voet zetten?
Weegt u de diefstal bij ASML mee in de nieuwe China-strategie die het kabinet momenteel
aan het ontwikkelen is?
Antwoord 19 en 20
Het kabinet publiceerde op 15 mei de Chinastrategie die ingaat op de bredere relatie
met China. De Chinanotitie staat los van het 5G-vraagstuk waarover uw Kamer separaat
wordt geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.