Schriftelijke vragen : De middelen die het notariaat ter beschikking heeft om fraude te bestrijden
Vragen van de leden Van Nispen en Alkaya (beiden SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Financiën over de middelen die het notariaat ter beschikking heeft om fraude te bestrijden (ingezonden 28 mei 2019).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de stelling van de voorzitter van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie
(KNB) dat het notariaat niet voldoende middelen heeft teneinde fraude te bestrijden?1
Vraag 2
Hoe heeft het aantal gevallen van fraude met besloten vennootschappen zich ontwikkeld
sinds de preventieve toets door een notaris van een bestuurder van een bv is afgeschaft?
Kunt u bevestigen dat het aantal fraudegevallen met bv’s sindsdien is gestegen?
Vraag 3
Deelt u de mening van KNB-voorzitter Van Buitenen dat de dieperliggende oorzaak van
het «krankzinnig grote maatschappelijke probleem van de faillissementsfraude» is dat
de overheid het oprichten van kapitaalvennootschappen als bv’s «te soepel» heeft gemaakt?
Vraag 4
Klopt het, dat het in de toekomst mogelijk wordt vanuit zowel EU-lidstaten als derde
landen in Nederland een bv op te richten, zonder tussenkomst van een notaris? Zo ja,
ziet u hierin een potentieel gevaar met betrekking tot fraude met bv’s?
Vraag 5
Bent u bereid stappen te zetten teneinde het notariaat de middelen te geven die het
nodig heeft om fraude tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Wat vindt u van de suggestie notarissen de mogelijkheid te geven bij de Belastingdienst
vooraf te informeren of toekenning van een btw-nummer aan een onderneming op bezwaren
stuit? Kunt u uw antwoord motiveren?
Vraag 7
Wat is uw oordeel over het door de KNB-voorzitter geopperde stoplichtsysteem dat notarissen
de nodige duidelijkheid biedt over een cliënt, zonder dat er details worden verstrekt?
Staat de fiscale geheimhoudingsplicht dit volgens u in de weg? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Vraag 8
Deelt u de mening dat het instellen van een kloppend en up-to-date centraal aandeelhoudersregister
een effectievere bestrijding van fraude mogelijk zal maken?
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Indiener
Michiel van Nispen, Kamerlid -
Medeindiener
M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.