Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raak over het bericht dat een onafhankelijke inspectie onderzoek zou moeten doen naar een brand
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat een onafhankelijke inspectie onderzoek zou moeten doen naar een brand (ingezonden 29 april 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 juni 2019)Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2745
Vraag 1 en 4
Bent u het eens met de Vakvereniging voor Brandweervrijwilligers dat een onafhankelijke
inspectie, onderzoek had moeten doen naar de brand in Hellevoetsluis? Zo nee, waarom
niet?1
Bent u bereid alsnog een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de brand in Hellevoetsluis,
waarbij ook de inzet van de variabele voertuigbezetting onderzocht wordt? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 1 en 4
Nee. Naar aanleiding van de brand in Hellevoetsluis op 20 mei 2016 is door het bestuur
van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond zelf onderzoek gedaan naar het incident.
De Inspectie Justitie en Veiligheid heeft indertijd het onderzoeksrapport van de veiligheidsregio
naar de brand in Hellevoetsluis bestudeerd. Een nader onderzoek achtte zij niet nodig.2
Het inspectierapport Inrichting repressieve brandweerzorg gaat in het regiobeeld Rotterdam-Rijnmond
onder andere in op de voertuigbezetting in Hellevoetsluis.3 Geconcludeerd wordt dat «als een Snel interventievoertuig (SIV) wordt ingezet bovenop de bestaande brandweerzorg,
dan wordt het niveau van brandweerzorg verbeterd en niet aangetast. Dit is het geval
in Hellevoetsluis.»
Op basis hiervan acht ik een onderzoek door de Inspectie Justitie en Veiligheid nu
niet nodig.
Vraag 2
Bent u bereid de adviezen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid alsnog op te volgen
en een onafhankelijke inspectie, onderzoek te laten doen bij branden in plaats van
de veiligheidsregio, die zelf verantwoordelijk is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Mij zijn geen adviezen van de Onderzoeksraad bekend over het laten verrichten van
brandonderzoeken door een onafhankelijke inspectie in plaats van door de betreffende
veiligheidsregio.
Dit laat onverlet dat ik het belangrijk vind dat veiligheidsregio’s zelf, juist passend
bij de eigen verantwoordelijkheid, incidenten onderzoeken. De Inspectie Justitie en
Veiligheid beziet in voorkomende gevallen of zij het nodig acht een eigen onderzoek
in te stellen en/of zij een andere vorm van betrokkenheid heeft bij het onderzoek
door de veiligheidsregio.
Vraag 3
Worden de casussen in Weesp en Hellevoetsluis meegenomen in de evaluatie van de Wet
Veiligheidsregio’s? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
U bent op 19 maart 2019 geïnformeerd over de concept evaluatieopdracht van de commissie.4 Indien uw Kamer hierover vragen dan wel opmerkingen zou hebben, beantwoord ik deze
graag in het kader van het schriftelijk overleg over de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s.
De evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s zal worden uitgevoerd door een onafhankelijke
commissie. De commissie stelt haar werkwijze vast en bepaalt zelf welke informatie
zij bij de evaluatie betrekt.
Vraag 5
Wanneer kan een reactie worden verwacht op de aangenomen motie waarin wordt gevraagd
om een nieuw kader waarin wordt beschreven wanneer er mag worden afgeweken van een
normale voertuigbezetting?5
Antwoord 5
Met mijn brief d.d. 11 februari jl. heb ik u mijn reactie gegeven op de motie Helder.6
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.