Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Von Martels en Ziengs over de communicatie door het RIVM omtrent het onderzoeksrapport gewasbescherming en gezondheid
Vragen van de leden Von Martels (CDA) en Ziengs (VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de communicatie door het RIVM (ingezonden 15 april 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat (ontvangen 28 mei 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Omwonendenonderzoek: uitkomsten geruststellend, communicatie zeer
teleurstellend»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven waarom er al eerder (6 maart 2019) in verschillende media bericht
werd over het onderzoek dat op woensdag 11 april naar de Kamer is gestuurd?2
Vraag 3
Past dat in het communicatiebeleid van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
Milieu (RIVM)?
Antwoorden 2 en 3
Ik betreur dat de rapportage op twee momenten vroegtijdig is gepubliceerd. De berichtgeving
in de media op 6 maart 2019 is tot stand gekomen nadat een conceptversie van het rapport,
dat het RIVM deelde met de wetenschappelijke begeleidingsgroep van het onderzoeksproject,
was gelekt. Op 10 april 2019 is een persbericht inclusief het rapport enige tijd voortijdig
op de RIVM website geplaatst. Ik heb het RIVM op beide zaken aangesproken. In beide
gevallen was dit natuurlijk niet de bedoeling en zeker geen communicatiebeleid van
het RIVM.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat, zonder alle ins en outs, brokken van rapporten zo in de media
komen?
Antwoord 4
Dat vind ik ongewenst.
Vraag 5
Kunt u reflecteren op de wijze waarop het RIVM het rapport op 10 april 2019 naar buiten
bracht met daarbij in aanmerking genomen dat al voordat het hele rapport naar buiten
werd gebracht, er een persbericht was verschenen met een link naar een samenvatting
van het betreffende rapport?
Vraag 6
Kunt u reflecteren op de wijze hoe het RIVM bij het naar buiten brengen van het onderzoek
geen aandacht heeft gehad voor de communicatie van andere overheden die betrokken
zijn geweest, zoals de rijksoverheid en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen
en biociden (Ctgb)?3
Antwoorden 5 en 6
Zoals aangegeven onder vragen 2 en 3, is het publiceren van een persbericht en het
samenvattend rapport op 10 april jl. door het RIVM per ongeluk gebeurd als gevolg
van een technische fout. Zodra dit bekend werd, heeft het RIVM geprobeerd dit ongedaan
te maken. De publicaties zijn toen van de website van het RIVM verwijderd, maar waren
in de tussentijd al verder verspreid. Het RIVM betreurt dit ten zeerste.
Vraag 7
Is het niet beter dat de overheid meer met één mond spreekt? Zo ja, op welke wijze
kan daarmee rekening gehouden worden?
Vraag 8
Kunt u erop reflecteren dat het RIVM ervoor heeft gekozen om bij het naar buiten brengen
de nadruk te leggen op het feit dat er kennislacunes zijn (die er altijd zijn) en
dat er meer onderzoek nodig is, terwijl uit het onderzoek naar voren komt dat er geen
overschrijdingen zijn waargenomen en geen risico’s voor de volksgezondheid zijn vastgesteld?
Antwoorden 7 en 8
Voorafgaand aan publicatie van grote onderzoeken worden afspraken gemaakt over de
communicatie waarbij eenieder wel een eigen rol en verantwoordelijkheid heeft. Het
RIVM baseert haar conclusies op de wetenschappelijke onderzoeksresultaten van het
«Onderzoek blootstelling omwonenden» en doet geen uitspraken over niet onderzochte
bestrijdingsmiddelen of situaties. Het RIVM heeft aangegeven dat het niet in zijn
algemeenheid kan stellen dat er nergens risico’s zijn. Behalve de conclusies die het
RIVM trekt over het beneden de grenswaarden blijven van de meetresultaten, heeft het
RIVM ook benoemd dat er sprake is van nog openstaande onderzoeksvragen en aspecten
die nog niet in de toelatingsbeoordeling zijn opgenomen. De Gezondheidsraad wordt
gevraagd om hierover te adviseren.
Vraag 9
Deelt u de mening dat indien de volksgezondheid in het geding is er onafhankelijk
en duidelijk advies nodig is naar de overheid toe, maar indien dat niet het geval
is terughoudendheid op zijn plaats is? Zo ja, kunt u met het RIVM in gesprek gaan
over hun communicatiebeleid dienaangaande?
Antwoord 9
Onafhankelijk en duidelijk advies is zeker belangrijk als het gaat om de volksgezondheid.
Het RIVM heeft onder andere tot wettelijke taak onderzoek te verrichten dat is gericht
op ondersteuning van de beleidsontwikkeling en haar eigen bevindingen en conclusies
te vormen en te publiceren. Ik mag daar niet op sturen en wil dat ook niet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.