Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sienot over het artikel ‘EU eist van Den Haag nieuw plan voor duurzame energie’
Vragen van het lid Sienot (D66) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het artikel «EU eist van Den Haag nieuw plan voor duurzame energie» (ingezonden 10 april 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 28 mei 2019)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2521.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «EU eist van Den Haag nieuw plan voor duurzame energie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat door Eurocommissaris Cañete in het artikel wordt geschetst,
waarin gesproken wordt over Nederland als «het land met het grootste gat»? Welke oorzaken
ziet u hiervoor?
Antwoord 2
Het kabinet is gecommitteerd aan het realiseren van de doelen van het Energieakkoord
en aan de nationale verplichtingen onder de Richtlijn hernieuwbare energie. In het
Energieakkoord is uitgegaan van een sterke stijging in het aandeel hernieuwbaar richting
2020 en 2023 en deze zien we ook in de ramingen terug. Tevens zijn in het ontwerp-Klimaatakkoord
hoge ambities geformuleerd richting 2030.
Nederland ligt op dit moment nog achter op het pad voor de nationale doelstelling
voor hernieuwbare energie in 2020. Het aandeel hernieuwbare energie lag in 2017 op
6,6%. Het PBL raamde in januari jl. dat het aandeel hernieuwbare energie in Nederland
in 2020 op 12,2% zal uitkomen, met een bandbreedte van 11–13%. Daarmee ligt de raming
onder het nationale doel van 14%. Zoals ik in mijn aanbiedingsbrief van de Rapportage
van het PBL «Kortetermijnraming voor emissies en energie in 2020» en proces uitvoering
Urgenda-vonnis (Kamerstuk 32 813, nr. 267) heb aangeven, zijn er nog allerlei onzekerheden die het uiteindelijk aandeel hernieuwbare
energie in 2020 bepalen.
Het huidige tekort wordt vooral veroorzaakt door vertraging in de realisatie van het
Energieakkoord. Deze vertraging doet zich met name voor bij wind op land. Hierover
heb ik uw Kamer geïnformeerd met de brief over de Structuurvisie Windenergie op land
(Kamerstuk 33 612, nr. 68). Daarin ga ik in op de oorzaken en aanpak van vertraging van de Monitor Wind op
Land 2017. Een tweede reden is de stijging in het totale energieverbruik. Ondanks
de toename van de productie van hernieuwbare energie in absolute zin ten opzichte
van een eerdere raming van het PBL is het aandeel hernieuwbare energie hierdoor lager
dan eerder werd verwacht.
Vraag 3
Kunt u toelichten hoe het kabinet voorkomt dat Nederland een boete krijgt van de Europese
Unie wanneer Nederland zijn doelstelling niet haalt? Hoe hoog zou deze boete zijn
mocht Nederland deze toch ontvangen?
Antwoord 3
Het kabinet verkent momenteel alle mogelijke opties die bij kunnen dragen aan de doelstelling
voor hernieuwbare energie. Conform de motie van de leden Sienot en Agnes Mulder (Kamerstuk
32 813, nr. 256) zal ik voor het zomerreces met een brief komen waarin ik de mogelijkheden hiervoor
uiteenzet. Over de hoogte van de eventuele boete kan ik geen uitspraken doen; dit
is nu niet aan de orde en er zijn nog veel onzekere factoren.
Vraag 4
Ziet u al reden om de verkenning te versnellen naar het Joint Project Mechanism waartoe
de Kamer u eind vorig jaar opriep (motie-Sienot/Mulder, Kamerstuk 32 813, nr. 256)? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zoals ik heb aangegeven in antwoord op de vragen over het artikel «Nederland onderaan
EU-lijst duurzame energie» (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1996) blijft het kabinet gecommitteerd aan het realiseren van de doelen van het Energieakkoord
in Nederland. Daarnaast ben ik op dit moment bezig met het verkennen of buitenlandse
energieprojecten, door middel van het Joint Project Mechanism, kunnen bijdragen aan
het hernieuwbare energiedoel voor 2020. Deze verkenning loopt en kan ik niet versnellen.
Conform de motie van de leden Sienot en Agnes Mulder (Kamerstuk 32 813, nr. 256) zal ik voor het zomerreces met een brief komen waarin ik de mogelijkheden hiervoor
uiteenzet.
Vraag 5
Welke maatregelen overweegt u in eigen land om de doelen te halen? Waar is versnelling
mogelijk?
Antwoord 5
Het kabinet heeft de afgelopen jaren veel aanvullende maatregelen genomen om de doelen
in eigen land te halen. Het kabinet zet in op alle mogelijke opties die bij kunnen
dragen aan het aandeel hernieuwbare energie in 2020 en daarna. Hierbij sluit ik geen
opties op voorhand uit. Ik zal in de brief, die ik voor het zomerreces aan de Kamer
zend, ook ingaan op de mogelijkheden om het doel in eigen land te halen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.