Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over Amersfoort dat reeds in 2030 geheel van het gas af wil zijn
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken en Klimaat over Amersfoort dat reeds in 2030 geheel van het gas af wil zijn (ingezonden 3 mei 2019).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 27 mei 2019).
Vraag 1
Kent u de Nieuwsuur-uitzending van 1 mei 2019?1
Antwoord 1
Ja, deze uitzending is mij bekend.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het van onverantwoorde grootheidswaan getuigt dat Amersfoort
reeds in 2030 geheel van het gas af wil zijn? Deelt u de mening dat deze wezenloze
klimaatplannen onmogelijk, onzinnig en onbetaalbaar zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Nee, die mening deel ik niet. Wel vind ik dat de wethouder van Amersfoort heel ambitieus
is, dat het van belang is het proces van besluitvorming zorgvuldig te doorlopen, te
toetsen of een dergelijk tempo tegen aanvaardbare maatschappelijke kosten mogelijk
is en voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. In het ontwerp Klimaatakkoord is aangegeven
dat het streven is om via een wijkgerichte aanpak in 2030 ca. 1,5 miljoen woningen
en andere gebouwen van het aardgas af te halen en in 2050 geheel aardgasvrij te zijn.
Gemeenten bepalen hierbij zelf op welke wijze het beste de wijken van het aardgas
af kunnen worden gehaald en voor hoeveel wijken dat geldt vóór 2030. Alle gemeenten
stellen hiervoor uiterlijk in 2021 Transitievisies Warmte op. Gemeente Amersfoort
is hier inmiddels al ver mee. De uitspraak van wethouder Janssen van Amersfoort om
in 2030 geheel van het aardgas af te zijn is een uiting van de ambitie van het gemeentebestuur,
die de komende periode met de stad, haar bewoners en bedrijven verder wordt uitgewerkt.
De gemeenteraad, die de Transitievisie Warmte van Amersfoort in het najaar behandelt,
heeft een belangrijke rol om het tempo vast te stellen. In de concept Transitievisie
Warmte van Amersfoort staat verwoord, dat woningen en gebouwen op zijn vroegst in
2032 CO2-neutraal zullen zijn, afhankelijk van het tempo waarin de wijkwarmteplannen gereed
zijn, van financieringsmogelijkheden en van landelijke wet- en regelgeving.
Vraag 3
Op welke wettelijke basis kunnen gemeenten, zoals Amersfoort, momenteel huiseigenaren
dwingen van het gas af te gaan?
Antwoord 3
Gemeenten hebben nu geen wettelijke grondslag om huiseigenaren te dwingen van het
aardgas af te gaan. Het Rijk beziet momenteel welk samenstel van regels nodig is om
de verduurzaming van de gebouwde omgeving voldoende te kunnen ondersteunen. Daarbij
wordt ook gekeken naar afsluitbevoegdheden voor gemeenten. Een dergelijke bevoegdheid
is bedoeld voor de gevallen dat andere middelen niet tot het gewenste effect hebben
geleid. Een middel in laatste instantie dus, waarvan de toepassing in het concrete
geval zorgvuldig moet gebeuren en omkleed moet zijn met voldoende waarborgen voor
de belangen van de eigenaar en de bewoners van de woning.
Bij de uitwerking daarvan kan aan het volgende worden gedacht. De gemeente besluit
(door het wijzigen van het gemeentelijke omgevingsplan) wanneer welke wijk van het
aardgas af gaat en overgaat op een duurzaam alternatief. Dat besluit wordt voorbereid
met de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
De gemeente geeft kennis van het voornemen tot het nemen van het besluit. Het ontwerp
van het te nemen besluit wordt ter inzage gelegd. Eenieder kan zienswijzen naar voren
brengen. Tegen het gemeentelijk besluit staat beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Tegen besluiten waarmee de gemeente in concrete gevallen uitvoering
geeft aan de regels van het omgevingsplan staat de mogelijkheid van bezwaar en beroep
open.
Het Rijk beziet in overleg met de VNG momenteel of dit samenstel van regels voldoende
is om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te ondersteunen en of dit voldoende
bescherming biedt aan eigenaren en bewoners.
Overigens is dwang nadrukkelijk niet het vertrekpunt in het kabinetsbeleid. Het kabinet
gaat uit van een goed aanbod van een betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam alternatief
voor aardgas in combinatie met ontzorgings- en fínancieringsarrangementen. Verder
leren gemeenten binnen het Programma Aardgasvrije Wijken, met proeftuinen en een kennis-
en leerprogramma, op welke wijze de transitie naar aardgasvrije wijken het beste vormgegeven
kan worden.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het te bizar voor woorden is dat het enerzijds steeds moeilijker
is geworden om überhaupt een hypotheek te krijgen, maar anderzijds huiseigenaren wél
extra leningen opgedrongen moeten kunnen worden voor allerlei onzinnige klimaatmaatregelen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee, die mening deel ik niet. Huishoudens worden geen extra leningen opgedrongen.
Huishoudens krijgen wel betere financieringsmogelijkheden, en betere subsidiemogelijkheden.
Ook wordt er met opdachtgevers en opdrachtnemers in de bouw- en installatiebranche
gewerkt aan innovatie en kostenreductie. Uitgangspunt is dat de maandelijkse financieringslasten
voor klimaatmaatregelen zich gaan terugverdienen via een lagere energierekening. Huishoudens
kunnen daarbij zelf bepalen hoe zij energiebesparende maatregelen financieren: met
eigen middelen of bijvoorbeeld een (hypothecaire) lening en of zij daarbij gebruik
kunnen en willen maken van subsidieregelingen. Kredietverstrekkers moeten bij het
verstrekken van (hypothecair) krediet vaststellen of de lening voor de consument verantwoord
is. De Regeling hypothecair krediet bevat inkomenscriteria voor het verstrekken van
hypothecair krediet en regels voor de maximale hoogte van het hypothecair krediet
ten opzichte van de waarde van de woning. In de Regeling wordt extra leenruimte geboden
voor energiebesparende maatregelen. De ratio hiervan is dat energiebesparende maatregelen
zorgen voor een lagere energierekening en daarmee lagere vaste lasten. Door deze besparing
ontstaat extra ruimte voor hypotheeklasten.
Vraag 5
Deelt u de mening dat zowel huiseigenaren als huurders – die met «dank» aan dit kabinet
hun maandelijkse lasten steeds verder omhoog zien gaan – wel wat anders aan hun hoofd
hebben dan nutteloze zaken als verduurzaming en CO2-reductie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nee, die mening deel ik niet. In de beantwoording van eerdere – soortgelijke – vragen
(Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 933) is aangeven dat het Klimaatakkoord van Parijs een doorbraak is in de strijd tegen
de verdere opwarming van de aarde en het kabinet er alles aan wil doen om de doelstellingen
uit dit akkoord te realiseren. Verduurzaming en CO2-reductie dragen bij aan het halen van deze doelstelling. Daarbij is het wel noodzakelijk
om de kosten van het te voeren beleid zo laag mogelijk te houden. Uitgangspunt is
dan ook dat de verduurzaming voor iedereen betaalbaar moet zijn en gefinancierd moet
kunnen worden. Dit vormt voor het kabinet bijvoorbeeld aanleiding om met voorstellen
te komen om de lasten tussen huishoudens en bedrijven evenwichtiger te verdelen zoals
aangekondigd in de brief van 13 maart 2019 (Kamerstuk 32 813, nr. 307).
Vraag 6
Hoeveel «klimaateffect» behaalt Amersfoort door in 2030 geheel van het gas af te gaan?
Wat is daarvan het effect op de temperatuur van de aarde? Kunt u een onderbouwde berekening
verstrekken? Zo nee, waar is deze klimaatonzin naar uw mening dan feitelijk goed voor?
Antwoord 6
De gebouwde omgeving is verantwoordelijk voor 32% van het totale energiegebruik in
Nederland en hiervoor wordt nog circa 90% aardgas gebruikt. In zijn totaliteit moeten
de voorstellen in het ontwerpKlimaatakkoord voor de gebouwde omgeving bijdragen aan
een reductie van de CO2-uitstoot van 3,4 Mton in 2030 ten opzichte van het basispad. Dit is dus een aanzienlijke
reductie binnen de gebouwde omgeving waar ook Amersfoort aan wil bijdragen. Het is
duidelijk dat de bijdrage van een individuele gemeente zoals Amersfoort op wereldniveau
niet groot is. Door in alle gemeenten en sectoren maatregelen te nemen kan Nederland
haar deel van de opgave realiseren en bijdragen aan het halen van de doelstellingen
van het Klimaatakkoord van Parijs.
Vraag 7
Bent u bereid de inwoners van Amersfoort – die zich, onder andere vanwege de torenhoge
kosten, terecht zorgen maken – tegen deze gemeentelijke dwaling in bescherming te
nemen en in te grijpen? Bent u bereid het (concept-)Klimaatakkoord en alle andere
(gemeentelijke) klimaatplannen onmiddellijk door de shredder te trekken? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
Nee, daartoe ben ik niet bereid. Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de realisatie
van de klimaatdoelstellingen. Hierbij zijn gemeenten vrij om zelf invulling te geven
aan de wijze van verduurzaming van de gebouwde omgeving en vindt het debat hierover
plaats in de gemeenteraad.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.