Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Lee en Snels over het bericht ‘Open letter on climate-related financial risks’
Vragen van de leden Van der Lee en Snels (beiden GroenLinks) aan de ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Financiën over het bericht «Open letter on climate-related financial risks» (ingezonden 26 april 2019).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Minister van Economische
Zaken en Klimaat (ontvangen 27 mei 2019).
Vraag 1
Heeft u de open brief gelezen van vertegenwoordigers van drie centrale banken met
daarin vier aanbevelingen voor beleidsmakers en de financiële sector rondom de aanpak
van klimaatverandering?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u een reactie geven op deze aanbevelingen?
Antwoord 2
Het rapport waarop de open brief is gebaseerd, bundelt de kennis van 34 centrale banken
en toezichthouders over klimaatrisico’s die financiële instellingen lopen. Deze centrale
banken en toezichthouders zijn verenigd in het Network for Greening the Financial
System (NGFS). Daarmee zijn de aanbevelingen een waardevolle toevoeging in het debat
over de aanpak van de risico’s van klimaatverandering. Ik deel de mening dat van belang
is dat financiële risico’s van klimaatverandering en transitie worden aangepakt en
dat hierop adequaat beleid wordt gevoerd. In zijn algemeenheid kan ik mij daarom goed
vinden in de gedane aanbevelingen.
De eerste aanbeveling van het NGFS, met betrekking tot het integreren van klimaatgerelateerde
financiële risico’s in toezicht op financiële stabiliteit en instellingen, is in lijn
met het streven van dit kabinet. Zoals ik heb aangegeven in mijn agenda financiële
sector, moedigt dit kabinet DNB en de AFM aan om duurzaamheidsvraagstukken verder
te integreren in het toezicht. Hierop zijn al belangrijke stappen gezet. DNB besteedt
reeds aandacht aan fysieke risico’s van klimaatverandering in reguliere stresstesten
voor schadeverzekeraars. Ook heeft DNB al klimaatstresstesten uitgevoerd, waarbij
de gevolgen van de energietransitie voor het Nederlands financieel systeem in kaart
zijn gebracht. De overheid is actief in gesprek met de financiële sector over het
vergroenen van het financiële systeem. Binnen het Klimaatakkoord hebben financiële
instellingen afgesproken om het CO2-gehalte van relevante financieringen en beleggingen te meten. Vanaf het boekjaar
2020 rapporteren zij daarover publiekelijk. Gezien de grensoverschrijdende dynamiek
van klimaatverandering en financiële markten, is een Europese en mondiale aanpak in
dit vraagstuk van belang. Ik maak mij dan ook – samen met DNB en de AFM – in Europees
en internationaal verband hard voor het integreren van klimaatrisico’s in het risicobeheer
van banken, alsmede in het toezicht. Op dat vlak zijn de laatste maanden goede stappen
gezet. Zo is zowel in de herziening van het kapitaaleisenraamwerk voor banken, als
in de herziening van de Europese toezichthoudende autoriteiten aandacht gekomen voor
duurzaamheidsrisico’s.
Met de tweede aanbeveling wordt de intentie getoond van de centrale banken om zelf
het voortouw te nemen in het integreren van duurzaamheid in het investeringsbeleid.
DNB heeft als eerste centrale bank de Principles for Responsible Investment (PRI)
ondertekend. Hiermee committeert DNB zich aan de integratie van duurzaamheid in het
beleggingsbeleid van de eigen reserves. Dit kan de financiële sector stimuleren om
maatschappelijk verantwoord te beleggen. Ook de Nederlandse overheid zelf wil het
goede voorbeeld geven. Nederland geeft met ingang van dit jaar groene staatsobligaties
uit. Hiermee wordt de verdere ontwikkeling van de markt voor groene financiering gesteund.
Als derde beveelt het NGFS aan dat publieke autoriteiten klimaatgerelateerde data
moeten delen en waar mogelijk openbaar moet maken. Goede data en plausibele scenario’s
zijn essentieel om de financiële sector te kunnen laten anticiperen op de risico’s
van klimaatverandering en de transitie. Hierin ligt een belangrijke rol voor financiële
instellingen en toezichthouders. De financiële sector heeft bij het Klimaatakkoord
laten zien deze rol zelf op te pakken. Zoals eerder genoemd is hierin onder andere
afgesproken om het CO2-gehalte van relevante financieringen en beleggingen te meten. Het kabinet ziet het
belang van informatie bij het anticiperen op klimaatverandering en de bijbehorende
energietransitie en zet zich in voor het verbeteren van de toegankelijkheid van data
en scenario’s voor financiële instellingen. Dit komt terug in de verkenning naar de
markt voor duurzame financiering, die naar aanleiding van de motie van de Tweede Kamerleden
Slootweg en Bruins wordt uitgevoerd.
Tot slot beveelt het NGFS aan om kennis en bewustzijn op te bouwen en te delen binnen
de financiële sector. De afgelopen jaren zijn er goede stappen gezet op dit vlak.
Het Platform voor Duurzame Financiering, het Network for Greening the Financial System
en de recent opgerichte Coalitie van ministers van Financiën voor Klimaatactie zijn
sprekende voorbeelden van platformen die kennisopbouw en -deling faciliteren. Op dit
vlak is het belangrijk om internationaal samen te werken en om in gesprek te blijven
met de financiële sector.
Het NGFS geeft ook twee bredere overwegingen mee. Als eerste stelt het netwerk dat
het essentieel is dat internationaal consistent wordt gerapporteerd over klimaatrisico’s.
Onder andere de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD) heeft hier
al goede eerste stappen ingezet. De Europese Commissie gaat richtsnoeren inzake niet-financiële
informatie herzien in lijn met aanbevelingen van de TCFD. De tweede brede aanbeveling
roept op om samen te werken bij het ontwikkelen van een classificatiesysteem om te
bepalen welke economische activiteiten groen zijn. Zoals eerder aangekondigd in het
BNC-fiche over het Actieplan Duurzame Financiering, wordt momenteel gewerkt aan een
gezamenlijke taxonomie voor duurzame activiteiten in de EU. Een gedeeld begrip van
wat onder duurzaamheid verstaan wordt in de financiële sector, draagt bij aan vergelijkbaarheid
en consistentie van financiële producten. Dit helpt om de markt voor duurzame financiering
te bevorderen.
Vraag 3 en 6
Bent u bereid om, voor zover u dat nog niet heeft gedaan, contact te leggen met Network
for Greening the Financial System (NGFS) en intensief met hen samen te werken rondom
de vergroening van de financiële sector?
Is er in internationaal verband regelmatig overleg over vergroening van de financiële
sector? Zo ja, bent u bereid de aanbevelingen van NGFS tijdens deze overleggen actief
naar voren te brengen?
Antwoord 3 en 6
Hoewel de invloed van het werk van het NGFS niet beperkt is tot zijn leden, is het
NGFS een netwerk van centrale banken en toezichthouders. Ministers van Financiën zijn
hier dus niet direct bij betrokken. DNB is een van de oprichters van het netwerk.
Het kabinet moedigt DNB aan dat het zich onder andere via dit netwerk inspant voor
de vergroening van het financiële systeem. Ik sta in goed contact met DNB en volg
het werk van het NGFS met interesse. Zelf neem ik deel aan de recent opgerichte Coalitie
van ministers van Financiën voor Klimaatactie. Als onderdeel van deze coalitie zal
gesproken worden over de vergroening van het financieel systeem en de aanpak van klimaat-
en transitierisico’s. Nederland zal de Coalitie onder andere gebruiken om de initiatieven
die in Nederland worden ontplooid internationaal op de kaart te zetten. Ook ziet Nederland
ruimte om via deze coalitie te werken aan verdere standaardisatie van meetmethodes
voor klimaatimpact van financiële instellingen. In EU verband wordt veelvuldig gesproken
over de vergroening van de financiële sector. De taxonomie, genoemd bij het antwoord
op vraag 2, is hier een voorbeeld van. Zoals het antwoord op vraag 2 laat zien, worden
er al goede stappen gezet op wat het NGFS aanbeveelt.
Vraag 4 en 5
In hoeverre voldoet de Nederlandse overheid al aan de derde aanbeveling over openheid
van data? Zijn er op dit punt verbeteringen mogelijk? Werken bijvoorbeeld de Waterschappen,
onderzoeksinstituten en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) actief samen met
banken aan risico-analyses?
Bent u bereid om samen met de financiële markt de juiste data te ontsluiten om de
financiële sector te ondersteunen bij het maken van klimaatgerelateerde beslissingen?
Antwoord 4 en 5
De Nederlandse overheid zet zich breed in voor het ontsluiten van kennis. Met betrekking
tot klimaatrisico’s gebeurt dit onder ander via de Klimaateffectatlas. In deze atlas
kan iedereen opzoeken wat de klimaateffecten binnen Nederland zijn voor specifieke
gebieden. De Klimaateffectatlas is gebaseerd op alle relevante beschikbare data van
onder andere het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Planbureau voor de Leefomgeving,
de Vrije Universiteit, Deltares, Rijkswaterstaat, de Universiteit van Wageningen en
het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut.
Er wordt veel werk verricht op het gebied van klimaat gerelateerde data en de klimaatrisico’s
die de sector loopt. Onder het Platform Duurzame Financiering, waar ook het Rijk bij
aan is gesloten, valt een werkgroep die klimaatrisico’s vertaalt in effecten voor
de financiële sector. Deze werkgroep roept bedrijven op om te rapporteren over de
impact van klimaatverandering op hun bedrijfsvoering. Daarbij kunnen financiële instellingen
ook gebruikmaken van de rapportages van de Task Force on Climate-related Financial
Disclosures (TCFD). De TCFD-rapportages bieden investeerders eenvoudig te vergelijken
data op sector- en bedrijfsniveau.
Verder staat in het Klimaatakkoord dat de financiële sector zal rapporteren over de
klimaateffecten van hun portefeuille, en uiterlijk in 2022 een klimaatdoel zullen
stellen ten aanzien van die portefeuille. Op dit moment is er nog geen eenduidige
methode hiertoe. De ondertekenaars van het commitment verbinden zich aan een proces
om de resultaten vergelijkbaar te maken en stappen te zetten om de meting te verbeteren
en te verdiepen. Ik onderschrijf het belang van deze ontwikkeling. Ik verwacht dat
dit de sector zal helpen bij het verdiepen van de kennis en hen in staat zal stellen
betere klimaatgerelateerde beslissingen te nemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.