Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
35 210 B Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
INHOUDSOPGAVE
A.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
1
B.
BEGROTINGSTOELICHTING
3
1.
De begroting van het gemeentefonds
3
a.
Leeswijzer
3
b.
Het beleid
3
a. Overzicht belangrijkste uitgavenmutaties
3
b. Het beleidsartikel
5
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet
vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om
voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van het gemeentefonds.
Het in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B. van deze
memorie van toelichting toegelicht.
Wetsartikel 3
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben gemeenten
gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal
van de algemene uitkering en de aanvullende uitkeringen is opgenomen. Ingevolge artikel
5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben de gemeenten gezamenlijk recht
op de bedragen die in de begroting als verplichting voor het totaal van de integratie-uitkeringen
en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen zijn opgenomen.
De in dit wetsartikel opgenomen bedragen zijn niet rechtstreeks uit de begrotingsstaat
af te leiden. De bedragen worden nader onderbouwd in deze memorie van toelichting.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1. De begroting van het gemeentefonds
a. Leeswijzer
De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting
2019. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt opgebouwd vanaf de stand
van de vastgestelde begroting 2019.
b. Het beleid
Door wijzigingen in beleid van verschillende departementen kan worden overgegaan tot
het beleggen of juist weghalen van taken bij gemeenten. Indien dit gepaard gaat met
een toevoeging aan of een uitname uit het gemeentefonds, wordt dit begrotingstechnisch
verwerkt. In de onderstaande tabel worden de mutaties groter dan € 30 mln. weergegeven.
Daarbij is onderscheid aangebracht tussen nominale mutaties enerzijds en overboekingen
van/naar andere departementen anderzijds.
Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting)
(bedragen x € 1.000)
Uitgaven 2019
Vastgestelde begroting 2019
30.147.959
Belangrijkste suppletoire mutaties
Nominale mutaties
1
Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2018
33.248
2
Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2018
276.133
3
Afrekening accres 2018 (incidenteel)
– 147.674
4
Afrekening accres 2018 (structureel)
– 147.674
5
Aanpassing accres 2019
74.327
6
Afrekening ruimte onder plafond bcf 2018
– 66.853
7
Loon- en prijsbijstelling 2019 algemene uitkering
245.602
8
Loon- en prijsbijstelling 2019 integratie uitkeringen
129.447
Overboekingen
9
Buurtsportcoaches
73.300
10
Maatschappelijke begeleiding
32.607
11
Regionale opgave Eindhoven
41.600
12
Jeugdhulp
400.000
Overige mutaties
67.670
Stand 1e suppletoire begroting 2019
31.159.692
Toelichting belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties
1 Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2018
Bij Slotwet 2018 is vastgesteld hoe de in 2018 gerealiseerde uitbetalingen voor de
algemene uitkering aan de gemeenten zich verhouden tot het bedrag dat bij de 2e suppletoire
begroting 2018 voor de uitbetalingen is geraamd. Daarbij is gebleken dat er bij de
algemene uitkering lagere uitbetalingen zijn gedaan dan bij Najaarsnota 2018 werd
verwacht. Deze verschillen kunnen ontstaan doordat op het moment van uitbetaling nog
niet alle gegevens van de verdeelmaatstaven definitief zijn. Het gaat hierbij om een
verschil van € 33,2 miljoen. Dit bedrag wordt, conform de bestaande systematiek, toegevoegd
aan het uitgavenbudget voor 2019, zodat de betalingen aan gemeenten in 2019 plaats
kunnen vinden.
2 Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2018
Bij Slotwet 2018 is vastgesteld hoe de in 2018 gerealiseerde uitbetalingen voor de
decentralisatie-uitkeringen aan de gemeenten zich verhouden tot het bedrag dat bij
de 2e suppletoire begroting 2018 voor de uitbetalingen is geraamd. Daarbij is gebleken
dat er bij de decentralisatie-uitkeringen lagere uitbetalingen zijn gedaan dan bij
Najaarsnota 2018 werd verwacht. Deze verschillen kunnen ontstaan doordat op het moment
van uitbetaling nog niet alle uit te keren bedragen per gemeente definitief zijn.
Het gaat hierbij om een verschil van € 276,1 mln. Dit bedrag wordt, conform de bestaande
systematiek, toegevoegd aan het uitgavenbudget voor 2019, zodat de betalingen aan
gemeenten in 2019 plaats kunnen vinden.
3 en 4 Afrekening accres 2018
Het definitieve accres over het begrotingsjaar 2018 wordt berekend op basis van de
stand van het Financieel jaarverslag van het Rijk en wordt verwerkt in deze 1e suppletoire
begroting 2019 van het gemeentefonds. Voor 2018 wordt het accres ten opzichte van
de Miljoenennota 2019 met € 147,7 mln. verlaagd. Het totale accres voor 2018 wordt
daarmee € 807,1 mln. miljoen. Omdat het boekjaar 2018 reeds is afgesloten wordt de
incidentele correctie voor 2018 verwerkt in het begrotingsjaar 2019. Daarnaast wordt
de structurele doorwerking van het accres 2018 verwerkt in deze 1e suppletoire begroting
2019 van het gemeentefonds.
5 Aanpassing accres 2019
Het accres 2019 is onderdeel van de normeringssystematiek. Als gevolg van mutaties
in de accres relevante uitgaven (ARU) wordt het accres 2019, ten opzichte van de stand
Miljoenennota 2019, verhoogd met € 74,3 mln.
6 Afrekening ruimte onder plafond bcf 2018
De ontwikkeling van het BTW compensatiefonds en het bijbehorende plafond leiden conform
het Financieel Akkoord Rijk/VNG/IPO met ingang van 2015 tot een toename of afname
van de algemene uitkering van de fondsen. Bij Miljoenennota 2019 werd de ruimte onder
het plafond voor 2018 geraamd op € 105,9 mln. voor de gemeenten. Bij de definitieve
afrekening blijkt deze ruimte te zijn afgenomen met € 66,9 mln. Dit bedrag wordt verrekend
met het BTW compensatiefonds.
7 Loon- en prijsbijstelling 2019 algemene uitkering
Dit betreft de loon- en prijsbijstelling voor het jaar 2019 voor de algemene uitkering.
Met ingang van 2019 zijn verschillende onderdelen van de integratie-uitkering sociaal
domein overgeheveld naar de algemene uitkering. Deze onderdelen genereren in 2018
en 2019 op de gebruikelijke wijze loon- en prijsbijstelling. Daarom wordt een deel
van de loon- en prijsbijstelling vanaf 2019 toegevoegd aan de algemene uitkering.
Met ingang van 2020 lopen deze onderdelen mee in de grondslag van het accres.
8 Loon- en prijsbijstelling 2019 integratie-uitkeringen
Dit betreft de loon- en prijsbijstelling voor het jaar 2019 voor de integratie-uitkeringen.
Dit betreft de verschillende onderdelen van de integratie-uitkering sociaal domein
die (nog) niet zijn overgeheveld naar de algemene uitkering. Deze onderdelen genereren
op de gebruikelijke wijze loon- en prijsbijstelling.
9 Buurtsportcoaches
Voor de Brede Regeling Combinatiefuncties zijn op 29 juni 2018 de nieuwe bestuurlijke
afspraken ondertekend door de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS),
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en
de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Deze nieuwe bestuurlijke afspraken zijn
op 1 januari 2019 in werking getreden en zullen lopen tot en met 31 december 2022.
Het nieuwe jaarlijkse beschikbare rijksbudget is structureel € 73,3 mln. voor gemeenten.
Voor 2019 wordt het budget overgeboekt vanuit de begrotingen van VWS en OCW naar het
gemeentefonds.
10 Maatschappelijke begeleiding
Vanwege een wijziging van Wet inburgering ontvangen gemeenten met ingang van 1 oktober
2017 een decentralisatie-uitkering uit het gemeentefonds voor de kosten van de maatschappelijke
begeleiding van inburgeringsplichtige asielmigranten en hun gezinsleden. De bijbehorende
middelen voor 2019 worden overgeboekt vanuit de begroting van SZW.
11 Regionale opgave Eindhoven
Het Kabinet heeft geld gereserveerd voor het aanpakken van regionale opgaven. Onderdeel
daarvan is de Regio Deal Brainport Eindhoven. Deze Regio Deal zet in op een onderscheidend
voorzieningenniveau, het aantrekken, opleiden en behouden van technisch talent op
alle onderwijsniveaus en het realiseren van innovaties met maatschappelijke impact.
12 Jeugdhulp
Voor het opvangen van knelpunten in de jeugdhulp en de benodigde transformatie heeft
het Kabinet in 2019 € 400 mln. beschikbaar gesteld. Voor de jaren 2020 en 2021 is
per jaar € 300 mln. beschikbaar gekomen. Daarnaast is op de VWS-begroting in 2019
€ 20 mln. beschikbaar gekomen voor het tijdelijk vangnet jeugdautoriteit.
Het beleidsartikel
In onderstaande tabel worden voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten
de budgettaire gevolgen van beleid van het gemeentefonds weergegeven. Hiermee worden
de integrale uitgaven die samenhangen met de samengestelde beleidsdoelstelling (het
nastreven van een adequate omvang van het gemeentefonds en het nastreven van een adequate
verdeling van de middelen over de gemeenten) inzichtelijk gemaakt.
Budgettaire gevolgen van beleid: beleidsartikel 1 Gemeentefonds (Bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2019 (1)
Mutaties via NvW, moties en amendementen (2)
Vastgestelde begroting 2019 (3=1+2)
Mutaties 1e suppletoire begroting 2019 (4)
Stand 1e suppletoire begroting 2019 (5=3+4)
Mutatie 2020
Mutatie 2021
Mutatie 2022
Mutatie 2023
Verplichtingen
30.147.959
0
30.147.959
702.045
30.850.004
665.187
640.154
315.936
312.995
Uitgaven:
30.147.959
0
30.147.959
1.011.733
31.159.692
665.187
640.154
315.936
312.995
Waarvan juridisch verplicht
100%
100%
Opdrachten
1.
Kosten Financiële- verhoudingswet
1.711
0
1.711
2.350
4.061
– 450
– 450
– 450
0
Bijdragen aan medeoverheden
1.
Algemene uitkering c.a. en de aanvullende uitkeringen
24.888.257
0
24.888.257
396.543
25.284.800
490.099
495.248
201.012
202.569
2.
Integratie-uitkeringen
4.310.733
0
4.310.733
123.431
4.434.164
122.375
114.922
110.774
105.826
3.
Decentralisatie-uitkeringen
947.258
0
947.258
489.409
1.436.667
53.163
30.434
4.600
4.600
Ontvangsten:
30.147.959
0
30.147.959
1.011.733
31.159.692
665.187
640.154
315.936
312.995
Toelichting op de financiële instrumenten
Opdrachten
1. Kosten Financiële-verhoudingswet
Dit betreft het budget dat elk jaar is gereserveerd voor de uitvoering van onderzoeken
op het vlak van de omvang en verdeling van het gemeentefonds en het onderhoud van
het betaalsysteem.
Bijdragen aan mede overheden
1. Algemene uitkering en de aanvullende uitkeringen
Dit betreft de uitkering aan alle gemeenten, die ten goede komt aan de algemene middelen
van de gemeenten. De uitkering is gebaseerd op de artikelen 5 en 6 van de Financiële-verhoudingswet.
2. Integratie-uitkeringen
Dit betreft de uitkering die wordt toegepast als rechtstreekse overheveling van middelen
naar de algemene uitkering bezwaarlijk is vanwege de omvang van de herverdeeleffecten.
De integratie-uitkering voorziet dan in een geleidelijke overgang naar de algemene
uitkering. De uitkering is gebaseerd op artikel 5 lid 2 van de Financiële-verhoudingswet.
Een overzicht van de integratie-uitkeringen is opgenomen in bijlage 1.
3. Decentralisatie-uitkeringen
Naast de algemene uitkering en de integratie-uitkering bestaat in het gemeentefonds
ook de decentralisatie-uitkering. De verdeling van de decentralisatie-uitkering volgt
evenmin als de integratie-uitkering de regels van de verdeling van de algemene uitkering
van het gemeentefonds. Anders dan bij de integratie-uitkering, waar de termijn van
overheveling naar de algemene uitkering van tevoren vaststaat, ontbreekt bij de decentralisatie-uitkering
een dergelijke termijn. Een overzicht van de decentralisatie-uitkeringen is opgenomen
in bijlage 2.
Bijlage 1 – Integratie-uitkeringen
Overzicht integratie-uitkeringen gemeentefonds (Bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Uitgaven 2019
Voogdij 18+
686 645
Bescherm wonen
1 771 397
Participatie
1.975.815
Wijziging betalingsverloop 2018
307
Totaal:
4.434.164
Bijlage 2 – Decentralisatie-uitkeringen
Overzicht decentralisatie-uitkeringen gemeentefonds (Bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Uitgaven 2019
Basisregistratie Grootschalige Topografie
211
Beeldende kunst en vormgeving
13.500
Beter benutten
86
Bevolkingsdaling
11.245
Bodemsanering
53.621
Bonus beschut werk
21.000
BRP centralisering inschrijving vergunninghouders
4.731
Buurtsportcoaches
73.300
City Deal voedsel
25
Correctie Waterschapswegen (Knelpunten verdeelproblematiek)
3.612
Dialoog Sinterklaasintocht
35
Eindhoven Internationale Knoop XL
80
Faciliteitenbesluit
877
Geweld hoort nergens thuis
3.600
Gezond in de stad
22.374
Grensland conferentie Venlo
30
Groeiopgave Almere
7.371
Herstructurering wsw Oost-Groningen
3.261
Implementatie traject 5 sociaal domein
310
Jeugd
21.700
Jeugdhulp voor kinderen in een AZC
5.100
Kansen voor alle kinderen
85.000
Kerkenvisies
3.500
Koplopergemeenten Cliëntondersteuning
8.000
Landelijke voorziening vreemdelingen
19.100
Maatschappelijke begeleiding
32.607
Maatschappelijke opvang
385.057
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit
738
Peel en Maas vangnet
10
Pilots logeerzorg
903
Programmabureau Sociaal domein
225
Regionale opgave Eindhoven
41.600
Scholenprogramma Groningen
8.875
Slimme Laadpleinen
248
Sportakkoorden
3.715
Transformatiefonds Sociaal Domein Jeugd
36.076
Twinning arbeidsbemiddeling
61
Veiligheidshuizen
7.700
Verduurzaming basisscholen
350
Verhoging taalniveau statushouders
20.000
Versterking lokale werkgelegenheid Groningen
1.900
Voorkomen van schulden en bestrijding van armoede
14.225
Voorschoolse voorziening peuters
40.000
Vrouwenopvang
156.831
VTH-taken
46.700
Vuelta 2020
1.000
Waddenzee werelderfgoed coördinator
44
Wijziging betalingsverloop 2018
276.133
Totaal:
1.436.667
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.