Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Gijs van Dijk over het bericht 'Breed moratorium schulden 'dode letter'
Vragen van het lid Gijs vanDijk (PvdA) aan de Staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Breed moratorium schulden «dode letter»» (ingezonden 29 maart 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
23 mei 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Breed moratorium schulden «dode letter»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Wat is uw oordeel over het bericht dat het breed moratorium op schuldeninning niet
werkt?
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat mensen in de schulden nu langer
in onzekerheid moeten verkeren doordat ze geen toegang hebben tot een schuldenmoratorium?
Wat zijn de persoonlijke gevolgen voor mensen in de schulden doordat het breed schuldenmoratorium
een dode letter is? Komen mensen in de schulden hierdoor verder in de problemen?
Antwoord 2, 3
Ik vind het goed dat partijen aandacht vragen voor (de werking van) het breed moratorium.
Met een moratorium wordt tijdelijk financiële stabiliteit gecreëerd van waaruit de
verdere schuldhulpverlening en ondersteuning kan worden bepaald. Dat kan zowel voor
de schuldenaar als schuldeisers zinvol zijn. Hoewel het breed wettelijk moratorium
is vormgegeven als een ultimum remedium, en bedoeld is als stok achter de deur, vind
ik het jammer dat het instrument nog zeer weinig is beproefd. Voor een conclusie over
de werking van het breed wettelijk moratorium vind ik het op dit moment te vroeg.
Er is geen noodzakelijk verband tussen de tijd die het duurt om schulden op te lossen
en het al dan niet uitspreken van een breed wettelijk moratorium. In veel schuldensituaties
zijn minnelijke oplossingen mogelijk, al dan niet ondersteund door wettelijke instrumenten
als het dwangakkoord, waarbij één of meer schuldeisers die op onredelijke basis weigeren
om mee te werken aan een schuldregeling hiertoe gedwongen worden door de rechter,
en het smal moratorium, waarbij schuldeisers op last van de rechter in een aantal
crisissituaties voor een bepaalde periode geen gebruik mogen maken van bevoegdheden
om openstaande vorderingen te innen.
Vraag 4
Hoe kijkt u naar de wens van gemeenten om het moratorium al in te kunnen zetten als
iemand voor hulp heeft aangeklopt in plaats van als iemand pas is toegelaten tot de
schuldhulpverlening? Bent u bereid aan deze terechte wensen van gemeenten mee te werken?
Antwoord 4
Het breed wettelijk moratorium is vormgegeven op basis van een amendement van de Tweede
Kamer2 waarin is gekozen om het instrument als ultimum remedium in te zetten: een stok achter
de deur.
Voorwaarde voor gemeentelijke schuldhulpverlening, waaronder ook het breed wettelijk
moratorium valt, is een besluit over toelating. Vaak is een breed wettelijk moratorium
niet nodig. Het heeft mijn sterke voorkeur minnelijke oplossingen tussen mensen met
schulden en schuldeisers te vinden. Schuldeisers zullen naar verwachting sneller geneigd
zijn mee te werken als niet direct met de rechter wordt gedreigd. Overigens zijn er
ook bij private schuldeisers positieve ontwikkelingen gaande als het gaat om incasso
bij klanten met problematische schulden. Het recente convenant tussen KPN en de NVVK
is hiervan een sprekend voorbeeld.
Vraag 5
Bent u het met de NVVK eens dat 22 voorwaarden een absurde hoge drempel is om gebruik
te maken van het schuldenmoratorium? Gaat u deze voorwaarden beperken tot de enige
relevante vraag of iemand bereid is om een traject in te gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De voorwaarden gelden niet alleen specifiek voor het breed moratorium, maar gelden
in bredere zin voor het doorlopen van een schuldhulpverleningstraject. Bij een breed
moratorium weegt de rechter het belang van de persoon met schulden af tegen het belang
van de schuldeisers. Of iemand bereid is mee te werken, kan daarom niet de enige voorwaarde
zijn.
Vraag 6
Bent u bereid de criteria om een aanvraag te kunnen indienen tegen het licht te houden,
zodat het moratorium op schulden effectiever gaat werken?
Antwoord 6
Ik wil graag, zoals ook aangekondigd is in de nota van toelichting, het besluit Breed
moratorium evalueren. Daarvoor is het wel nodig dat meer ervaring met het instrument
wordt opgedaan. Ik wil gemeenten daarom oproepen het instrument vaker in te zetten
en te volgen waar de knelpunten zitten en zo mogelijk oplossingen aan te dragen. Dit
is onderwerp van bestuurlijk overleg en tevens zal ik gemeenten hierop aanspreken
via het Gemeentenieuws.
Vraag 7
Gaat u gemeenten de bevoegdheid geven om in ieder geval overheidsschuldeisers tijdelijk
on hold te zetten?
Antwoord 7
Mijn beeld is dat de overheidsschuldeisers indien nodig bereid zijn pas op de plaats
te maken en dat zij daarover ook reeds afspraken maken met de gemeentelijke schuldhulpverlening:
het CJIB biedt bijvoorbeeld, naast de mogelijkheden om een betalingsregeling te treffen,
de mogelijkheid tot uitstel van betaling voor de duur van acht maanden (met een mogelijkheid
tot verlenging van vier maanden) als schuldhulpverlening is ingeschakeld. Het CAK
heeft de mogelijkheid van een stabilisatieovereenkomst. Dit heeft dezelfde werking
als het breed moratorium, namelijk opschorting van de inning van vorderingen. De stabilisatieperiode
bedraagt in de praktijk maximaal acht maanden. Gedurende die periode verrichten de
schuldhulpverlener en de schuldeisers de noodzakelijke werkzaamheden om tot een minnelijke
schuldregeling te komen. Het daarmee samenhangende voorstel van de schuldhulpverlener
tot (gedeeltelijke) aflossing tegen finale kwijting wordt, onder voorwaarden, in de
regel aanvaard door overheidsschuldeisers.
Momenteel werken gemeenten en grote overheidsorganisaties aan landelijke afspraken
(onder andere) over de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening en betere samenwerking
bij schuldhulpverlening. Ik wil de resultaten daarvan afwachten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.