Schriftelijke vragen : Het rapport Actualisatie AEOLUS 2018 en geactualiseerde luchtvaartprognoses
Vragen van de leden Bruins (ChristenUnie) en Paternotte (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het rapport Actualisatie AEOLUS 2018 en geactualiseerde luchtvaartprognoses (ingezonden 21 mei 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich dat dBvision in de onafhankelijke contra-expertise van 13 februari
2018 heeft geconcludeerd dat de geluidberekeningen voor de milieueffectrapportage
(MER) Lelystad Airport (zowel 2014 als 2018) zijn vastgesteld in een regeling die
– los van wat wettelijk gezien is voorgeschreven – gebruikmaakt van een verouderde
berekeningsmethode?1
Vraag 2
Klopt het dat, zoals dBvision stelt, al sinds 25 augustus 2016 bekend is dat de methode
verouderd is, aangezien de Commissie voor de m.e.r. dat destijds heeft vastgesteld?
Vraag 3
Deelt u in het licht van uw toezegging tijdens het plenaire debat van 19 december
2017 over de milieueffectrapportage inzake Lelystad Airport «(w)e gaan rekenen met
de meest actuele inzichten ....»2, de mening op grond van uw antwoorden op vraag 1 en 2 dat de MER2018 Lelystad derhalve
niet is uitgevoerd met de meest actuele inzichten?3
Vraag 4
Waarom is ervoor gekozen het verouderde model te gebruiken voor MER2018 Lelystad,
terwijl al ten minste sinds 2016 bekend is dat het een verouderd model is?
Vraag 5
Wat betekent het «niet beschikbaar» zijn in uw antwoorden op mijn vragen, waar u stelt
dat Doc29 «momenteel niet beschikbaar (is) voor toepassing» anders dan bij Schiphol,
terwijl de toenmalige Staatssecretaris in haar brief van 18 mei 2017 stelde dat het
model is geverifieerd, verbeterd en geschikt voor berekeningen?4 Wat moet er technisch gebeuren, zodat het wel «beschikbaar» is?
Vraag 6
Als de actualisatie van de MER2014 door het ministerie niet een «actualisatie» was
genoemd, maar een nieuwe MER, had dan op dat moment hetzelfde verouderde model gebruikt
kunnen en mogen worden?
Vraag 7
Is er jurisprudentie beschikbaar waaruit blijkt dat de richtlijn 2002/49/EG met het
voorschrift dat elke vijf jaar geluidsbelastingskaarten gemaakt moeten worden voor
belangrijke luchthavens met meer dan 50.000 vliegtuigbewegingen per jaar, daarmee
het aantal werkelijke vliegtuigbewegingen bedoelt of het maximum aantal toegestane
vliegtuigbewegingen zoals vastgelegd in het Luchthavenbesluit?
Vraag 8
Geldt richtlijn 2002/49/EG ook voor Lelystad Airport, aangezien het totaal aantal
vliegtuigbewegingen op Lelystad Airport, inclusief general aviation (exclusief oefenvluchten),
ruwweg het dubbele zal zijn van de grenswaarde van maximaal 45.000 vliegtuigbewegingen
(voor handelsverkeer en onderhoudsvluchten)? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Gezien het maximaal aantal vluchten op Lelystad, dat ruim boven de 50.000 zal zijn,
hadden de geluidsbelastingkaarten in de bijlagen bij het besluit tot wijziging van
het Luchthavenbesluit Lelystad (december 2018) dan niet moeten zijn gebaseerd op het
nieuwe model Doc29?5 Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Wanneer het besluit tot wijziging van het Luchthavenbesluit Lelystad niet in december
2018 maar in januari 2019 was genomen, hadden de met het verouderde model vastgestelde
contouren dan nog gebruikt kunnen en mogen worden, gezien het feit dat per 31 december
2018 de Regeling Omgevingslawaai luchtvaart in werking is getreden waarin het nieuwe
rekenmodel Doc29 verplicht is geïmplementeerd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Zal handhaving bij Lelystad Airport plaatsvinden met Doc29 of met het verouderde model?
Vraag 12
Hoe gaat de vertaalslag plaatsvinden tussen het ontwerp (gebaseerd op het verouderde
model) en de handhaving(gebaseerd op Doc29)? Zullen er nieuwe geluidsbelastingskaarten
gemaakt worden, zodra ook voor Lelystad het Doc29 rekenvoorschrift is ingevoerd? Wat
is hiervoor de tijdlijn?
Vraag 13
Is in de berekeningen voor MER2018 Lelystad «afschermingsfactor=1» wel of niet gebruikt?
Vraag 14
Kunt u exact aangeven voor welke type vliegtuigen «afschermingsfactor=1» is gebruikt,
en voor welke typen «afschermingsfactor=0» is gebruikt?
Vraag 15
Zijn de geluidstabellen voor MER2018 Lelystad gebaseerd op een standaardatmosfeer
van 25 graden Celsius?
Vraag 16
Bent u ervan op de hoogte dat er internationale standaardmethoden bestaan, om de standaard-geluidstabellen
om te rekenen naar gemiddelde lokale omstandigheden?
Vraag 17
Kunt u bevestigen dat de geluidstabellen bij 25 graden Celsius niet gelijk zijn aan
die bij 15 graden Celsius?
Vraag 18
Is er in de berekeningen geconverteerd van 25 naar 15 graden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 19
Klopt het dat, hoewel Doc29 volgens uw antwoorden niet beschikbaar is voor andere
vliegvelden dan Schiphol, de geluidscontouren voor Schiphol wél met zowel het verouderde
model als met Doc29 zijn uitgevoerd? Verbreden of versmallen de geluidscontouren van
rechte stukken wanneer Doc29 wordt gebruikt in plaats van het verouderde model? Verbreden
of versmallen de geluidscontouren van bochten wanneer Doc29 wordt gebruikt in plaats
van het verouderde model?
Vraag 20
Met welke factor verbreden of versmallen de geluidscontouren van rechte stukken? Kunt
u daar, zo mogelijk afhankelijk van geluidsniveau, een (desnoods ruwe) schatting van
geven?
Vraag 21
Wilt u de vragen deze keer wel één voor één beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
E.E.W. Bruins, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Jan Paternotte, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.