Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Groot over het bericht ‘Olievlek drijft richting Waddeneilanden’
Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Ministers Infrastructuur en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Olievlek drijft richting Waddeneilanden» (ingezonden 28 maart 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 22 mei 2019). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2388.
Vraag 1
Kent u het bericht «Olievlek drijft richting Waddeneilanden»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is er bekend over de oorzaak van deze olievlek?
Antwoord 2
De bron van de olieverontreiniging is vooralsnog niet bekend. In overleg met de Kustwacht
en Rijkswaterstaat zijn er door inspecteurs van SodM (Staatstoezicht op de Mijnen)
oliemonsters genomen op enkele offshore mijnbouwinstallaties waar de olievlek eventueel
van afkomstig had kunnen zijn. Tevens is een oliemonster genomen van de inkomende
olieleiding bij een olieopslag installatie op land, die olie ontvangt van (andere)
mijnbouwinstallaties offshore. De monsters zijn door SodM afgeleverd bij het laboratorium
van Rijkswaterstaat. Analyse van deze oliemonsters heeft aangetoond, dat de olievlek
op zee niet afkomstig was van mijnbouwinstallaties.
Vraag 3
Bent u van mening dat de natuur op de Noordzee en de Waddenzee voldoende is beschermd
als het gaat om activiteiten van schepen en boorplatforms op zee?
Antwoord 3
Ja. De Kustwacht houdt met schepen en vliegtuigen toezicht op de Noordzee. Ook worden
bijna dagelijks satellietwaarnemingen geanalyseerd op (olie)verontreinigingen en morsingen.
Bij Rijkswaterstaat staat 24/7 een incidentenorganisatie paraat voor de Noordzee en
Waddenzee. Voor de Waddenzee wordt in voorkomende gevallen het «Ecologisch spoorboekje
voor oliebestrijding op de Waddenzee» gehanteerd. Rijkswaterstaat en de Kustwacht
zijn voorbereid op een olieramp met een omvang van 15.000 m3 voor de Nederlandse Kust. Hiertoe zijn contracten gesloten met eigenaren van schepen,
die direct inzetbaar zijn voor oliebestrijding. Daarnaast kan Rijkswaterstaat voor
het noordelijk gebied en de Waddeneilanden een beroep doen op assistentie van Duitsland
en Denemarken vanuit samenwerkingsverbanden binnen het Bonn agreement, waarbinnen
buurlanden samenwerken en elkaars oliebestrijdingsschepen en -middelen gezamenlijk
kunnen inzetten. Deze samenwerking wordt jaarlijks geoefend. Rijkswaterstaat volgt
de ontwikkelingen op het gebied van technieken en middelen om olie te bestrijden,
alsmede nieuwe inzichten in het gedrag van olie op zee. In het kader daarvan werkte
Rijkswaterstaat in april 2019 mee aan een internationaal oliebestrijdingsonderzoek
op de Noordzee, waarbinnen wordt onderzocht met welke snelheid olie van het wateroppervlak
verdwijnt onder invloed van golven en wind, tegenover het toepassen van chemische
oplosmiddelen (detergenten).
Vraag 4
Welke activiteiten hebben de verschillende overheden en instanties ondernomen nadat
de olievlek is ontdekt?
Antwoord 4
Na ontdekking van de olievlek heeft Rijkswaterstaat direct het kustwachtvliegtuig
ingezet voor nadere beeldvorming en beoordeling van de olievlek. Gelijktijdig zijn
uit voorzorg het oliebestrijdingsvaartuig ms. Arca, het betonningsvaartuig ms. Terschelling
en een baggerschip Hein uitgevaren. Uit de nadere inspectievluchten bleek het om een
relatief kleine hoeveelheid olie te gaan, waar niet alle schepen voor nodig waren
en is één schip begonnen met het opruimen van de olie. Het Kustwachtschip de Visarend
heeft meegeholpen om een flinterdunne olielaag die niet kon worden opgezogen in beweging
te brengen, waardoor deze op natuurlijke wijze verder is afgebroken.
Naast de inzet van schepen zijn voorzorgsmaatregelen genomen aan de kust. Rijkswaterstaat
heeft de Waddengemeenten geïnformeerd en ervoor gezorgd dat er een «beachcleaner»
en personeel op Texel aanwezig was, om deze ook daar te kunnen opruimen indien er
toch olie zou aanspoelen. De gemeente Texel heeft uit voorzorg een zwemverbod doen
uitgaan en heeft het strand periodiek geïnspecteerd.
Vraag 5
Wat is de rol van de verschillende betrokken instanties en overheden hierbij en hoe
wordt er samengewerkt en gecoördineerd opgetreden?
Antwoord 5
Rijkswaterstaat is nautisch beheerder van de Noordzee, dat door de Kustwacht wordt
uitgevoerd. Rijkswaterstaat voert bij oliebestrijding regie over effectieve en proportionele
inzet ten behoeve van oliebestrijding. Genoemde instanties hebben nauw contact.
Naast de opruimactie zijn de gemeentes geïnformeerd om voorzorgsmaatregelen te nemen
aan de kust, in verband met hun verantwoordelijkheid voor de veiligheid en openbare
orde op de stranden.
Vraag 6
Zijn hierbij de lessen uit de containerramp met de MSC Zoe van januari 2019 betrokken?
Antwoord 6
Ten gevolge van de MSC Zoë zijn bestaande protocollen niet veranderd. Het verlies
van lading, waar bij de MSC Zoë sprake van was, is anders dan het bestrijden van olie.
Wel zijn de operationele stakeholders in beide gevallen gelijk en verliep de samenwerking
goed.
Vraag 7
Welke maatregelen kunnen overheden nemen tegen lozingen van olie en andere schadelijke
producten op zee, zowel internationaal, Europees, nationaal als provinciaal?
Antwoord 7
Het lozen op zee is illegaal. Hier wordt door de Kustwacht en Rijkswaterstaat op toegezien,
onder andere door inspectievluchten. Op internationaal niveau wordt hierin nauw samengewerkt
met buurlanden.
Vraag 8
Bent u bereid extra maatregelen te nemen om onze kwetsbare en waardevolle natuur op
de Noordzee en Waddenzee te beschermen?
Antwoord 8
In beginsel is de natuur op de Noordzee en Waddenzee goed beschermd door de Vogel-
en Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie.
Hiermee is geborgd dat de natuur- en waterkwaliteit in het kust- en zeemilieu op een
gezond niveau kan komen en blijven. De uitvoering van die richtlijnen is een gedeelde
verantwoordelijkheid van LNV en IenW.
Voor de Noordzee loopt voorts het traject om met partijen te komen tot een Noordzeeakkoord
(Kamerstuk 33 450, nrs. 54 en 55) en te komen tot gedragen keuzes en afspraken voor beleid die de opgaven voor visserij,
natuur, windenergie en scheepvaart concreet in balans brengen.
Voor de Waddenzee zullen mijn collega van LNV en ik u voor het AO Wadden informeren
over de te vormen Beheerautoriteit Waddenzee gericht op betere bescherming van de
natuur in combinatie met beter visbeheer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.