Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Gijs van Dijk over elke week een maaltijdbezorger gewond naar het ziekenhuis
Vragen van het lid Gijs vanDijk (PvdA) aan de Minister en Staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid over elke week een maaltijdbezorger gewond naar het ziekenhuis (ingezonden 10 april 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
23 mei 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Elke week een maaltijdbezorger gewond naar het ziekenhuis»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Maakt u zich ook zorgen over de vele (ernstige) ongelukken die plaatsvinden met maaltijdbezorgers?
Bent u bekend met het feit dat het hierbij vaak om jongeren gaat die hierdoor mogelijk
levenslang schade hiervan ondervinden?
Antwoord 2
De veiligheid bij de arbeid, en het voorkomen van arbeidsongevallen is onderwerp van
het beleid van SZW, en dus een zorg van mij. Om meer redenen worden jongeren in het
beleid en in de Arbeidsomstandighedenwet en de Arbeidstijdenwet extra beschermd.
Vraag 3
Is het waar dat veel maaltijdbezorgers, bijvoorbeeld bij Deliveroo en Uber Eats, per
stuk worden uitbetaald en hierdoor worden opgejaagd om een minimaal inkomen te kunnen
verdienen? Vindt u het ook onwenselijk dat deze maaltijdbezorgers stukloon krijgen
en bovendien onverzekerd maaltijden bezorgen? Bent u ook van mening dat het niet handhaven
van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) leidt tot deze ongevallen?
Zo ja, bent u bereid om het moratorium versneld af te bouwen
Antwoord 3
De werkwijze van platforms verschilt per platform waardoor de wijze van uitbetaling
per opdracht ook verschilt. Echter, de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (hierna:
Wml) biedt werknemers en opdrachtnemers de zekerheid dat voor ieder gewerkt uur gemiddeld
ten minste het minimumloon wordt betaald, ook als er een stukloon is overeengekomen.
Dat geldt zowel voor arbeid verricht in een dienstbetrekking als voor arbeid verricht
op basis van een overeenkomst van opdracht, tenzij die is aangegaan in de uitoefening
van bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van beroep. Stukloon heeft daardoor
feitelijk alleen nog betekenis voor het deel van het loon boven het wettelijk minimumloon.
Dit betekent dat maaltijdbezorgers die worden aangemerkt als werknemer of die werken
op basis van een overeenkomst van opdracht per gewerkt uur ten minste het wettelijk
minimumloon moeten verdienen. Uit de administratie van de werkgever of opdrachtgever
moet blijken dat gemiddeld minstens het minimumloon is betaald voor het aantal gewerkte
uren. Werkgevers en opdrachtgevers zijn primair verantwoordelijk voor de naleving
van de arbeidswetgeving. De Inspectie SZW houdt risicogericht toezicht op naleving
van de arbeidswetgeving, zoals de Wml. Overigens waarborgt een minimumbeloning niet
de veiligheid van werkenden.
Het kabinet vindt het belangrijk dat zelfstandigen een bewuste keuze maken om zich
wel of niet te verzekeren. Daarom is de Minister van SZW samen met het Verbond van
Verzekeraars het Programma Bevorderen Keuzegedrag gestart, waardoor inzicht wordt
gekregen in het gedrag van zelfstandigen ten aanzien van het wel of niet afsluiten
van een arbeidsongeschiktheidsverzekering, en vervolgens effectieve interventies worden
ontwikkeld die bijdragen aan het maken van een bewuste keuze door de zelfstandige.
De wet DBA en het bijbehorende handhavingsmoratorium gaan uitsluitend over de vraag
naar de juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen. Waar het
gaat om de veiligheid van werkenden is dit niet aan de orde.
Vraag 4
Welke maatregelen gaat u verder nemen om ervoor te zorgen dat deze veelal jonge maaltijdbezorgers
zeker kunnen zijn van bescherming tegen ongelukken? Gaat u met de sector om de tafel
om maatregelen te nemen die het aantal ongelukken omlaag kunnen brengen? Kaart u ook
het zorgpunt van de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) aan dat bezorgers die
een ongeluk hebben gehad, vaak of met heel veel moeite, een vergoeding krijgen?
Antwoord 4
Voorzover sprake is van een werkgever-werknemer relatie of van werk onder gezag is
het de verantwoordelijkheid van werkgevers om te zorgen voor de gezondheid en veiligheid
van hun werknemers. Waar nodig spreken we werkgevers, onder meer met inspectie en
voorlichting, daar op aan. In het geval van een werkgever-werknemer relatie betaalt
de werkgever bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid het loon door. Bij blijvende arbeidsongeschiktheid
biedt het sociale zekerheidsstelsel voorzieningen voor de compensatie van het verlies
van inkomen. Daarboven kunnen slachtoffers via het private recht schade verhalen op
hun werkgever of kunnen werkgevers en werknemers afspraken maken over compensatie
van schade door werk.
Een zelfstandige voert werkzaamheden uit voor eigen rekening en risico.
De Inspectie SZW houdt risicogericht toezicht op de naleving van de arbeidswetgeving
en gebruikt instrumenten als voorlichtingen, branchebeïnvloeding, opdrachtgeversaanpak
en het uitvoeren van inspecties. De middelen worden ingezet om een zo groot maatschappelijk
effect te bereiken. Bovendien hebben de risico’s die verbonden zijn aan het werken
in de platformeconomie specifieke aandacht van het programma Schijnconstructies, cao-naleving
en fraude.
In het bericht wordt gemeld dat de Inspectie SZW intensiever gaat controleren. Zie
voor nadere informatie hierover het antwoord op vraag 7. De feiten en bevindingen
op basis van die controles zijn mede bepalend voor mijn beleid op dit vraagstuk.
Vraag 5
Is het waar dat alle ernstige en dodelijke ongevallen moeten worden gemeld bij de
Inspectie SZW? Is het waar dat dit ook voor uitzendkrachten en zelfstandigen zonder
personeel (zzp’ers) geldt? Zo ja, hoe kan het dan zo zijn dat er maar één ongevalsmelding
bij de Inspectie SZW bekend is?
Antwoord 5
Werkgevers moeten arbeidsongevallen met werknemers die leiden tot de dood, een blijvend
letsel of een ziekenhuisopname melden bij de Inspectie SZW. Deze verplichting geldt
in een werkgever-werknemer relatie en bij werk onder gezag. Bij de helft van de meldingen
die de Inspectie in onderzoek neemt, blijkt sprake van een overtreding van wetgeving.
Verkeersongevallen op de openbare weg, waarbij een of meer werknemers tijdens de uitoefening
van hun werk zijn betrokken (bijvoorbeeld chauffeurs en vertegenwoordigers), vallen
onder de meldingsplicht. In de praktijk worden dergelijke ongevallen echter – op basis
van de Wegenverkeerswet – door de politie onderzocht. De politie of de officier van
justitie kan daarbij om onderzoek door de Inspectie SZW vragen.
Verkeersongevallen kunnen ook aanleiding geven om – achteraf, aansluitend aan het
onderzoek door de politie – nader onderzoek in te stellen. Dit onderzoek is dan gericht
op het gevoerde arbobeleid van de betreffende werkgever.
Vraag 6
Wat zijn de consequenties voor bedrijven die geen melding doen van bedrijfsongevallen
bij de Inspectie SZW? Worden deze bedrijven daarop aangesproken en krijgen deze dan
een boete opgelegd? Zo nee, waarom zouden bedrijven überhaupt nog een melding doen
van een bedrijfsongeval als de Inspectie SZW niets onderneemt?
Antwoord 6
In de beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving is voor het door
een werkgever niet onverwijld melden van een arbeidsongeval als bedoeld in artikel
9, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet en waarbij de toezichthouder geen onderzoek
meer kan verrichten, een boetenormbedrag opgenomen van € 50.000,–.
Vraag 7
Bent u bereid om de Inspectie SZW ogenblikkelijk een onderzoek in deze sector te laten
starten, zodat het aantal ongelukken omlaag gaat? Gaat de Inspectie SZW, vanwege de
vele ongelukken, de maaltijdbezorging aanmerken als risicosector en daarmee prioriteit
geven de komende jaren?
Antwoord 7
De Inspectie SZW programmeert de uitvoering van het toezicht zelfstandig en risicogestuurd.
Op basis van data uit verschillende bronnen bepaalt de Inspectie waar en met welke
inzet zij het meeste effect kan bereiken in de zin van het voorkomen van schadelijke
effecten door arbeid. De feiten en signalen over ongelukken met maaltijdbezorgers
worden in die afweging meegenomen.
Het Programma Horeca & Detailhandel (H&DH) richt zich onder andere op de bezorging
van maaltijden als onderdeel van het deelproject Afhaal- & Bezorgrestaurants. Niet
alleen neemt het aantal maaltijdbezorgers toe, maar de Inspectie ziet ook een verschuiving
in leeftijd, de bezorgers worden steeds jonger. Het project richt zich speciaal op
goede arbeidsomstandigheden voor jeugdigen en kinderen die werkzaam zijn binnen deze
sector.
Binnen het project Afhaal- & Bezorgrestaurants wordt ruim ingezet op de voorlichting
aan werknemers en werkgevers over hun rechten en plichten maar het is ook belangrijk
de ouders van de jongeren en kinderen te informeren.
In het kader van dit project zullen circa 100 interventies worden uitgevoerd waarbij
nauw wordt samengewerkt met (keten)partners. Het gaat hierbij om reguliere inspecties
en ATW beleidsinspecties, maar ook om flyers die aan werkgevers en werknemers worden
verstrekt bij bedrijfsbezoeken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.