Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over een Frans beursfonds dat toetreedt in de Nederlandse zorg
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over een Frans beursfonds dat toetreedt in de Nederlandse zorg (ingezonden 30 april 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 21 mei
2019).
Vraag 1
Wat vindt u van het feit dat meerdere Franse beursfondsen investeren in de Nederlandse
commerciële woonzorg?1
Antwoord 1
Ik vind dat langdurende beschikbaarheid van kwalitatief goede, toegankelijke en betaalbare
zorg aan patiënten voorop moet staan. Zorginstellingen moeten zich daartoe, ongeacht
de vorm van financiering of het eigenaarschap, houden aan de regelgeving rond kwaliteit.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ziet er onder meer op toe dat het kwaliteitsniveau
van geleverde zorg bij zorginstellingen voldoen aan de wettelijke standaarden.
Vraag 2
Hoe oordeelt u over het gegeven dat Stepping Stones, de organisatie die een omzet
heeft gehaald van € 13 miljoen, huur en servicekosten vraagt aan bewoners die liggen
tussen de € 1.750 en € 3.200 per maand, terwijl de zorg die bewoners krijgen grotendeels
vergoed wordt door het zorgkantoor? Vindt u deze constructie wenselijk? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Antwoord 2
De scheiding van kosten voor wonen en zorg is mogelijk. Dit geeft mensen de mogelijkheid
zelf een accommodatie te betrekken die bij hun wensen past. Mensen die vervolgens
zorg nodig hebben, kunnen een beroep doen op de Wmo, Zvw en Wlz. Zij betalen de gebruikelijke
eigen bijdrage(s) die horen bij de leveringsvorm van zorg. Dit staat in beginsel los
van de huur en servicekosten voor de woning.
Vraag 3, 4 en 5
Wat vindt u ervan dat dergelijke organisaties woningen via een vastgoed-bv verhuren
en tegelijk zorg aan huis leveren vanuit een zorg-bv, zodat de winst op deze zorg
uitgekeerd mag worden aan aandeelhouders? Is hier sprake van verkapte winstgevende
verpleeghuizen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Bent u bereid uit te zoeken welke andere (buitenlandse) organisaties dergelijke constructies
hanteren in de zorg? Zo neen, waarom niet?
Bent u bereid om deze constructie van winstuitkering per direct te verbieden, aangezien
er ook een winstuitkeringsverbod van kracht is op de intramurale verpleeghuiszorg?
Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3, 4 en 5
Mijn VWS-collega’s en ik hebben uw Kamer op 13 juli 2018 een brief gestuurd over winstuitkering
door zorgaanbieders. Hierin hebben wij nader onderzoek aangekondigd naar een aantal
aspecten rond winstuitkering. Het eerste onderzoek betreft een inhoudelijke analyse
naar de huidige praktijk en de effecten daarvan op de betaalbaarheid, kwaliteit en
toegankelijkheid van zorg. Hier wordt voor verschillende zorgsectoren onder meer gekeken
naar behaalde winst, winstuitkering en uitbesteden van activiteiten naar dochterondernemingen
en derden. Het tweede onderzoek betreft een juridische analyse naar de ruimte binnen
de juridische kaders om winstuitkering door zorgaanbieders te kunnen beperken. Naast
deze onderzoeken zijn ook andere betrokken (branche)organisaties in de gelegenheid
gesteld hun zienswijze te geven. Wij streven ernaar uw Kamer voor de zomer over te
informeren over de uitkomsten van deze onderzoeken en de conclusies die we daaraan
verbinden.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van Slootweg (CDA), ingezonden
19 april 2019 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2727).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.