Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ouwehand en Van Raan over het openbreken van de associatieovereenkomst met Oekraïne en het vervolgens fors verhogen van de importquota voor Oekraïens kippenvlees
Vragen van de leden Ouwehand en Van Raan (beiden PvdD) aan de Minister-President en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het openbreken van de associatieovereenkomst met Oekraïne en het vervolgens fors verhogen van de importquota voor Oekraïens kippenvlees (ingezonden 20 maart 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede
namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 21 mei 2019).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2344.
Vraag 1 t/m 6
Kunt u bevestigen dat de Europese Commissie en Oekraïne na heronderhandelingen over
het associatieverdrag hebben afgesproken dat het bestaande quotum voor de import van
gekoeld kippenvlees uit Oekraïne meer dan verdrievoudigd wordt, van 20 miljoen naar
70 miljoen kilo kippenvlees?
Erkent u dat in het associatieverdrag met Oekraïne een speciale restcategorie kippenvlees
volledig is geliberaliseerd, waar Nederland mee heeft ingestemd en waardoor de import
van kippenvlees uit Oekraïne in 2017 en 2018 is geëxplodeerd? Kunt u bevestigen dat
vleesverwerkers in Oekraïne niet op hun achterhoofd zijn gevallen, en dat zij door
slechts een eenvoudige aanpassing in hun vleesverwerkingsproces door te voeren, te
weten een vleugeltje aan het borstbeen laten zitten, grote hoeveelheden kippenvlees
onder die «restcategorie» konden laten vallen en zonder importtarieven konden exporteren
naar de Europese Unie (EU)?
Kunt u bevestigen dat in Nederland en in andere EU-lidstaten gevestigde vleesverwerkingsbedrijven
actief hebben bijgedragen aan het faciliteren van deze constructie door het borstbeen
en vleugeltje vervolgens los te snijden? Kunt u een overzicht geven van de in de lidstaten
gevestigde vleesverwerkingsbedrijven die hierbij betrokken zijn (geweest)?
Kunt u bevestigen dat in de periode 2016-heden ongeveer 90 miljoen kilo aan kippenvlees
uit Oekraïne via deze constructie in het associatieverdrag, dus bovenop de bestaande
quota (20 miljoen gekoeld kippenvlees en 20 miljoen ingevroren kippenvlees) is ingevoerd?
Zo nee, kunt u aangeven om hoeveel kippenvlees het wel gaat?
Deelt u de mening dat het onbegrijpelijk is dat, terwijl het de bedoeling was om de
enorme instroom van Oekraïens kippenvlees een halt toe te roepen, besloten is om de
enorme instroom van Oekraïens kippenvlees te bestendigen en te formaliseren?
Bent u, na uw eerdere afwijzing van een oproep van de Partij voor de Dieren-fractie
om zich in te spannen de instroom van Oekraïens kippenvlees naar nul te krijgen, alsnog
bereid om u in de Europese Raad tot het uiterste in te spannen om deze uitkomst van
de heronderhandelingen van tafel te krijgen?
Antwoord 1 t/m 6
In het Associatieverdrag is een quotum opgenomen voor pluimveevlees, waarmee Nederland
heeft ingestemd. Oekraïense producenten hebben echter een nieuw deelstuk (borstkappen
met vleugel) geïntroduceerd waardoor ze op onvoorziene wijze gebruik hebben gemaakt
van een gat in het quotum. De geïmporteerde deelstukken onder de tariefvrije GN-codes
0207 13 70 en 0207 14 70 uit Oekraïne worden in Nederland en Slowakije verwerkt. Een
Nederlands vleesverwerkend bedrijf heeft hier inderdaad aan meegewerkt.
Door het onvoorziene gebruik van bovengenoemde tariefvrije codes is de import van
pluimveevlees uit Oekraïne vanaf 2016 sterk toegenomen. Eind 2018 bedroeg de totale
export van pluimveevlees van Oekraïne naar de EU meer dan 123.000 ton. Door de quotaregeling
te omzeilen is tussen juni 2016 en januari 2019 in totaal 91.343 miljoen kilo pluimveevlees
(het nieuwe deelstuk) geëxporteerd naar de EU door Oekraïne (GN-codes 0207 13 70 en
0207 14 70). Een overzicht van de import van pluimveevlees is te vinden op de website
van de Europese Commissie1.
De Europese Commissie heeft met Oekraïne onderhandeld over aanpassing van het Associatieverdrag
om de onvoorziene import aan banden te leggen. De Europese Commissie heeft de lidstaten
gemeld dat zij met Oekraïne tot een ontwerpakkoord is gekomen over wijziging van het
quotum van pluimveevlees. De oplossing voor de overmatige import bestaat uit het toevoegen
van de tarieflijnen voor kippenborst met een stuk vleugel (GN-codes 0207 13 70 en
0207 14 70) aan het oorspronkelijke tariefquotum. Hierdoor zal naar verwachting het
totale quotum verhoogd worden en de overmatige import spoedig kunnen worden beperkt.
De Europese Commissie werkt aan het concept-Raadsbesluit ten behoeve van goedkeuring
met ondertekening en voorlopige toepassing. Voordat voorlopige toepassing kan plaatsvinden,
moet aan EU-zijde de Raad met de uitkomst instemmen. Aan Oekraïense zijde zal het
parlement de herziene overeenkomst moeten goedkeuren.
Het kabinet zal het voorstel van de Europese Commissie, na publicatie, bestuderen
en op basis hiervan een definitief standpunt innemen. Bij het bepalen van het standpunt
zal uiteraard de motie Ouwehand (Kamerstukken 21 501-20, nr. 1448), die op 25 april 2019 is aangenomen, worden betrokken. Vooruitlopend hierop heeft
de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op 25 april 2019 een brief aan
Commissaris Hogan gestuurd waarin zorgen worden geuit over de voorlopige uitkomst
van de onderhandelingen, in het bijzonder de mogelijke vergroting van het quotum voor
pluimveevlees, en het belang van spoedige implementatie door Oekraïne van sanitaire
en fytosanitaire (SPS) en dierenwelzijnsregelgeving van de EU. Bijgaand treft u een
afschrift aan van deze brief. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
heeft deze zorgen ook uitgesproken in de Landbouwraad van 15 april 2019.
Vraag 7
Klopt het dat de constructie om onder de volledig geliberaliseerde «restcategorie»
grote hoeveelheden kippenvlees te kunnen exporteren naar de EU slechts door één enkel
bedrijf benut is, te weten het Oekraïense bedrijf MHP (The Mironivsky Hliboproduct)?
Zo nee, welke bedrijven maken nog meer gebruik van deze mede door Nederland mogelijk
gemaakte constructie?
Antwoord 7
Alleen door de Europese Unie erkende slachthuizen mogen exporteren naar de EU. Voor
Oekraïne zijn de slachthuizen Branch «Pererobniy Compleks» van het bedrijf «Vinnytska
Ptahofabryka», Ptycekomplex «Gubyn» LLC, Ptahofabryka Sniatynska «Nova» LLC en Myronivska
Pticefabrika PrJSC erkend2.
Vraag 8
Bent u het eens met de vaststelling van Politico, waarin wordt gesteld dat de grote
overwinnaars van deze heronderhandelingen tussen de Europese Commissie en Oekraïne
de Oekraïense exporteurs van kippenvlees zijn, met name de kippenmagnaat en eigenaar
van MHP, Yuriy Kosyuk?3
Antwoord 8
Het kabinet zal het voorstel van de Europese Commissie, na publicatie, bestuderen
en op basis hiervan een definitief standpunt innemen. Bij het bepalen van het standpunt
zal uiteraard de motie Ouwehand (Kamerstukken 21 501-20, nr. 1448), die op 25 april 2019 is aangenomen, worden betrokken.
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat de aanvraag voor een extra lening van MHP bij de European Bank
for Reconstruction and Development (EBRD) van 100 miljoen euro4 voor de financiering is van een overname die reeds door MHP is afgerond?
Antwoord 9
Deze aanvraag betreft de financiering van een overname van een grote pluimvee-integratie
in Slovenië, Perutnina Ptuj D.D. De overname van dit bedrijf door MHP is inmiddels
afgerond. Dit is niet ongebruikelijk. Het gebeurt vaker dat een bedrijf via eigen
middelen of met een brugfinanciering een ander bedrijf overneemt en dit vervolgens
herfinanciert met lange termijn leningen.
Het besluit met betrekking tot de financiering van dit nieuwe project van MHP door
de EBRD is nog niet genomen. Voor meer informatie over deze aanvraag verwijs ik u
naar de antwoorden op de Kamervragen van de leden Lodders en Aukje de Vries (beiden
VVD) aan de ministers van Financiën en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.5
Vraag 10
Op welke wijze worden de klachten van de niet-gouvernementele organisaties (ngo's)
«Accountability Counsel» en «Bankwatch» door de EBRD meegenomen in de financieringsaanvragen
van MHP?
Antwoord 10
Ingediende klachten worden door de EBRD in behandeling genomen volgens de hiervoor
geldende procedures van het Project Complaint Mechanism (PCM). In het geval van de
klachten ten aanzien van MHP, die zijn ingediend in juni 2018, hebben zowel de beklaagden
als MHP aangegeven bereid te zijn tot een door de EBRD gefaciliteerde dialoog met
een onafhankelijk bemiddelingsproces. Dit proces is op dit moment gaande. Zie voor
een eerdere verwijzing naar deze klachtenprocedures bij de EBRD over MHP ook de antwoorden
op de Kamervragen van het lid Van Raan (PvdD) van 21 juni 2018.6
De EBRD zet zich in voor diverse maatregelen om de zorgen van ngo’s te adresseren,
zoals meer aandacht voor een verbetering van MHP’s betrokkenheid met belanghebbenden
en de implementatie van milieu en sociale actieplannen (Environmental and Social Action
Plans, ESAPs) in de projecten van de MHP.
Vraag 11
Kunt u garanderen dat er niet meer van dergelijke geliberaliseerde categorieën in
het verdrag met Oekraïne zitten?
Antwoord 11
Een handelsakkoord gaat om het maken van sector-brede afspraken. Gezien het dynamische
en innovatieve karakter van de wederzijdse handel is het niet mogelijk om sluitende
garanties voor de toekomst af te geven. Indien in specifieke gevallen onverhoopt sprake
blijkt te zijn van marktverstorende werking zal moeten worden gekeken welke corrigerende
maatregelen mogelijk zijn om dit tegen te gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.