Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Peters en Slootweg over schuldenlast
Vragen van de leden Peters en Slootweg (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over schuldenlast (ingezonden 5 april 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens
de Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 21 mei 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Schulden een blok aan het been»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt de berekening in het artikel dat de kosten voor de samenleving een ton bedragen
wanneer een gezin een daadwerkelijke probleemschuld heeft van 42.000 euro?
Antwoord 2
De maatschappelijke kosten en de gemiddelde probleemschuld die het artikel noemt,
komen uit bekende en betrouwbare bronnen. Omdat verschillende gegevens en methoden
zijn gebruikt, kunnen de getallen niet aan elkaar worden gekoppeld.
Het rapport «Overkoepelende blik op de omvang en preventie van schulden in Nederland»
van het NIBUD beschrijft dat met een huishouden dat een verhoogd risico heeft op problematische
schulden gemiddeld ongeveer € 100.000 maatschappelijke kosten samenhangen in een periode
van tien jaar. Het NIBUD citeert eerder onderzoek.2 De berekende maatschappelijke kosten zijn niet alleen incassokosten, misgelopen vorderingen
en huisuitzettingen, maar ook gederfde inkomsten op het BBP, ziekteverzuim, uitkeringen
en kosten van re-integratie, maatschappelijke ondersteuning en schuldhulpverlening.
De NVVK (Vereniging voor Schuldhulpverlening en Sociaal Bankieren) meldt in het Jaarverslag
2017 dat de gemiddelde schuld van mensen die schuldhulp krijgen € 42.000 is.
Vraag 3
Wat vindt u van de stelling in het artikel dat hulpverlening in de jeugdzorg, verslavingszorg,
onderwijsinspectie en maatschappelijk werk geen «zier» oplevert zolang de uitzichtloosheid
van de schulden blijven bestaan?
Antwoord 3
Deze uitspraak illustreert het bekende en breed gedragen inzicht dat zowel schulden
moeten worden opgelost, als de daarmee samenhangende problemen aangepakt, zoals werkloosheid
of laaggeletterdheid.
Vraag 4
In hoeverre wijken de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de Wet schuldsanering
natuurlijke personen (WSNP), de zogeheten wettelijke schuldsanering, af van de nieuwste
wetenschappelijke inzichten dat mensen door stress niet in staat zijn om het benodigde
papierwerk aan te leveren?
Antwoord 4
Wanneer schuldenaren geen schuldregeling kunnen treffen met hun schuldeisers, is er
de mogelijkheid om toelating tot de wettelijke schuldsanering te verzoeken bij een
rechtbank. Tijdens het minnelijke schuldhulpverleningstraject is het benodigde papierwerk
al verzameld. Hulpverleners helpen mensen met schulden daarbij en bereiden zo nodig
ook een verzoek voor de wettelijke schuldsanering voor. De gemeente of de door de
gemeente ingeschakelde schuldhulpverleningsorganisatie moet immers verklaren dat het
minnelijke traject niet is gelukt. In sommige gevallen begeleiden hulpverleners mensen
vervolgens ook tijdens de hoorzitting. Dit neemt niet weg dat betere informatievoorziening
van en meer informatie-uitwisseling tussen organisaties in de schulden- en incassoketen
mensen met schulden zouden helpen. Met dit doel heb ik een wijziging van de Wet gemeentelijke
schuldhulpverlening voorgesteld.3
Vraag 5
Past de mogelijkheid om gericht schulden kwijt te schelden in het instrumentarium
van bestaande wetten om mensen met problematische schulden te helpen en maatschappelijk
kosten te besparen?
Antwoord 5
Het artikel citeert mijn mening over een generaal schuldenpardon correct:
«Een schuldenpardon houdt geen rekening met de afloscapaciteit die mensen vaak wel
hebben en ook niet met de schuldeisers die misschien onnodig geld mislopen en daardoor
zelf financiële problemen krijgen. [...] Dat is een reëel risico voor kleine bedrijven
en zzp'ers. Een generaal schuldenpardon voorkomt bovendien niet dat daarna nieuwe
schulden ontstaan. Het zou zelfs kunnen worden uitgelegd als een prikkel om niet af
te lossen.»
Er zijn goede alternatieven voor een generaal schuldenpardon: Om mensen met schulden
te helpen onderhandelen schuldhulpverleners vaak en met succes met schuldeisers om
een groter of kleiner deel van de schulden kwijt te schelden. Dat gaat op vrijwillige
basis. Als de vrijwillige route geen oplossing geeft, kan de rechter in de wettelijke
schuldsanering zorgen voor een schone lei. Gemeenten kunnen bij de rechter ook vragen
om een moratorium, zodat de schuldeisers alle incassoacties tijdelijk staken en de
schuldenaar tot rust kan komen.
Vraag 6 en 7
Wat vindt u van de aanbeveling om mensen die grote kans maken op problematische schulden,
preventief verplicht onder bewind te plaatsen, omdat omgaan met geld in deze complexe
samenleving voor hen te ingewikkeld is geworden?
Indien dit nu niet mogelijk is welke wetten zouden moeten worden aangepast om mensen
vrijwillig of soms verplicht onder bewindvoering te plaatsen, ten einde problematische
schulden te voorkomen?
Antwoord 6 en 7
De aanbeveling om mensen preventief onder bewind te stellen wordt in het artikel gekoppeld
aan een generaal schuldenpardon: er wordt voor gepleit om mensen na een dergelijk
pardon preventief onder bewind te plaatsen. In de beantwoording van vraag 5 heb ik
mijn visie op een generaal schuldenpardon gegeven.
Ik ben er geen voorstander van mensen die een grote kans hebben op problematische
schulden verplicht onder bewind te stellen.
Uitgangspunt in het burgerlijke recht is dat iemand zelf beslissingen neemt. Bewind
is een ingrijpende maatregel, omdat iemand niet meer zelfstandig kan beslissen over
zijn financiën.
Er zijn veel mensen die zelf, vrijwillig, bewind aanvragen. Naast bewind zijn er verschillende
andere manieren waarop mensen met problematische schulden kunnen worden geholpen.
Zo kunnen mensen worden geholpen met budgetbeheer, waarin zorg wordt gedragen voor
het betalen van vaste lasten, en kunnen gemeenten schulden overnemen, zodat rust wordt
gebracht doordat iemand nog maar één schuldeiser heeft.
Verder heeft het kabinet een wetsvoorstel in voorbereiding dat gemeenten de mogelijkheid
geeft advies aan de rechter te verstrekken in de procedure rond schuldenbewind. Het
adviesrecht moet gemeenten beter in staat stellen hun regierol bij schuldhulpverlening
te vervullen, door de betrokkene gemeentelijke ondersteuning bij schuldenproblematiek
aan te bieden en de rechter daarvan door middel van het advies in kennis te stellen.
Ten tweede biedt het adviesrecht de rechter de mogelijkheid om alternatieve vormen
van ondersteuning af te wegen bij de beoordeling van het verzoek tot instelling van
schuldenbewind.
Bovendien komt artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens (het Protocol) in het geding als iemand verplicht zijn zeggenschap
over zijn huis, inkomen en ander vermogen verliest. Op grond van artikel 1 van het
Protocol heeft eenieder recht op ongestoord genot van zijn eigendom. Eigendom kan
kort gezegd slechts worden ontnomen in het algemeen belang en onder de voorwaarden
voorzien in de wet.
In het licht van het voorgaande vind ik het niet wenselijk om verplicht bewind bij
wet mogelijk te maken.
Vraag 8 en 9
Hoeveel mensen zitten in problematische schulden die jonger zijn dan 25 jaar?
Hoeveel kinderen groeien op in een gezin met problematische schulden? Hoeveel kinderen
waren dat 5 jaar terug?
Antwoord 8 en 9
Landelijke representatieve cijfers over de omvang van schuldenproblematiek in Nederland
uitgesplitst naar achtergrondkenmerken van huishoudens ontbreken op dit moment. Het
CBS heeft in opdracht van SZW een onderzoeksmethodiek ontwikkeld om betrouwbare cijfers
over de omvang en achtergronden van schuldenproblematiek in Nederland te verkrijgen
op basis van beschikbare databestanden.4 Het CBS voert momenteel het eerste onderzoek uit naar schuldenproblematiek in Nederland
op basis van deze methodiek. Publicatie verwacht ik in de eerste helft van 2020.
Vraag 10
Hoeveel kinderen groeien op in een gezin met problematische schulden in Duitsland,
België en Denemarken?
Antwoord 10
Over het aantal kinderen dat in deze landen opgroeit in gezinnen met problematische
schulden zijn mij geen cijfers bekend.
Vraag 11
Zijn er EU-landen waar het gericht kwijtschelden van problematische schulden tot het
instrumentarium van de overheid hoort? Zo ja, wat zijn daar de resultaten van het
gebruik van dat instrument?
Antwoord 11
In het rapport «Verkennend onderzoek naar Europese incassomodellen»5 heb ik een vergelijking laten maken van de Nederlandse situatie met die in België,
Duitsland, Spanje, Verenigd Koninkrijk en Zweden. Hieruit blijkt dat minnelijke en
wettelijke schuldsanering, waarbij grotere of kleinere delen van schulden worden kwijtgescholden,
ook in andere EU-landen voorkomen. De onderzoekers hebben een aantal potentiële lessen
gevonden om de Nederlandse situatie te optimaliseren. Die lessen gaan over samenwerking
tussen de betrokken organisaties en informatie-uitwisseling en niet over kwijtschelden
van problematische schulden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.