Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Özütok over het gevangeniswezen Sint Maarten
Vragen van het lid Özütok (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Rechtsbescherming over het gevangeniswezen van Sint Maarten (ingezonden 11 april 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 17 mei 2019) Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2581.
Vraag 1
Klopt het bericht dat de Voortgangscommissie Sint Maarten u op 22 februari 2019 een
brief heeft gestuurd waarin vier oplossingsrichtingen worden voorgesteld, waaronder
het voorstel dat het Koninkrijk der Nederlanden de volledige verantwoordelijkheid
voor het gevangeniswezen op Sint Maarten overneemt?1 Zo ja, waarom is een afschrift van deze brief niet eerder doorgestuurd naar de Kamer,
bijvoorbeeld als bijlage bij de heden verschenen 32ste rapportage van de Voortgangscommissie
Sint Maarten? Bent u bereid deze brief alsnog naar de Kamer te sturen, vergezeld van
uw appreciatie van de voorgestelde oplossingsrichtingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Op 22 februari 2019 stuurde de Voortgangscommissie een brief aan het Ministerieel
Overleg Plannen van Aanpak Sint Maarten, ingesteld op grond van artikel 10 van de
Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak Landstaken Curaçao en Sint Maarten
(hierna: Samenwerkingsregeling). Het betreffende Ministerieel Overleg bestaat uit
twee leden, namelijk de Minister-President van het Land Sint Maarten en de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (in casu: de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties). De brief waaraan wordt gerefereerd, betreft correspondentie
ten behoeve van intern beraad. Daarbij geldt als uitgangspunt dat persoonlijke beleidsopvattingen
in documenten voor intern beraad in beginsel niet openbaar worden gemaakt. Het is
dan ook staand beleid van het kabinet om documenten die zijn opgesteld voor intern
beraad, geen onderwerp te maken van het politieke debat om ervoor te zorgen dat in
vertrouwelijkheid van gedachten kan worden gewisseld ten behoeve van zorgvuldige besluitvorming.
Ik betreur het dan ook dat deze brief op verschillende mediaplatforms is gepubliceerd.
Het zou een ongewenst precedent scheppen als ik deze brief nu wel zou sturen.
Vraag 2
Wat vindt u van het verwijt van de Voortgangscommissie dat Nederland en Sint Maarten
zich onvoldoende inspannen om de jarenlange impasse rond het gevangeniswezen te doorbreken?
Deelt u de mening dat, gezien de zeer zorgelijke detentieomstandigheden, juist een
constructieve samenwerking mag worden verwacht? Zo ja, kunt u precies aangeven waaruit
uw aandeel bestaat om de detentieomstandigheden substantieel te verbeteren?
Antwoord 2
De Minister voor Rechtsbescherming en ik herkennen ons niet in dit verwijt. Ik voer
in het kader van de Samenwerkingsregeling regelmatig een Ministerieel Overleg met
de Minister-President van Sint Maarten over de voortgang van het (gewijzigde) plan
van aanpak gevangeniswezen, waarbij ik de Ministers van Justitie en Financiën van
Sint Maarten actief betrek. Daarnaast brachten de Minister voor Rechtsbescherming
en ik op 11 april jl. een werkbezoek aan de vier detentiefaciliteiten op Sint Maarten.
Hierover heb ik uw Kamer onlangs per brief geïnformeerd2. De houding van Nederland richting Sint Maarten is samenwerkingsgericht. De Minister
voor Rechtsbescherming en ik hebben meerdere malen op diverse terreinen kennis en
kunde aan Sint Maarten aangeboden.
Vraag 3
Klopt het dat de Voortgangscommissie Sint Maarten in de brief van 22 februari 2019
constateert dat de situatie in de Point Blanche gevangenis verder is verslechterd?
Zo ja, hoe valt deze constatering te rijmen met het feit dat u in oktober 2018 afspraken
hebt gemaakt met de regering van Sint Maarten en de nakoming daarvan nauwlettend volgt?
En hoe verhoudt deze constatering zich tot uw uitspraken tijdens het Mondelinge vragenuur
van 5 maart 2019 dat door het maken van heel concrete afspraken de detentiesituatie
verbetert?3
Antwoord 3
De Voortgangscommissie stelt in de betreffende brief dat de situatie in de Point Blanche
Gevangenis in »de loop der jaren« is verslechterd, waarbij de verwoestende orkanen
die situatie hebben verergerd. De overeenkomst van 19 oktober 2018, waaraan u refereert,
kwam voort uit de constatering dat Sint Maarten de afspraken die verbonden waren aan
de bijstand die Nederland na orkaan Irma aan Sint Maarten verleende, niet, niet volledig
of niet binnen de gestelde termijnen is nagekomen. Ten aanzien van de nakoming van
deze afspraken verwijs ik u opnieuw naar het verslag van het werkbezoek, dat de Minister
voor Rechtsbescherming en ik op 11 april jl. brachten aan Sint Maarten. De Nederlandse
Vertegenwoordiging te Philipsburg monitort het nakomen van de afgesproken verbetermaatregelen
nauwgezet. Er vindt tweewekelijks een onderhoud plaats tussen de Vertegenwoordiging
en het Ministerie van Justitie van Sint Maarten.
Vraag 4
Klopt het dat de Voortgangscommissie de indruk heeft verwoord dat u zich vooral richt
op het laten terugkeren van de tijdelijk in Nederland gehuisveste gedetineerden? Zo
nee, waarom niet? Bent u bereid om geen gedetineerden terug te sturen zolang de huidige
zeer zorgelijke detentieomstandigheden in de Point Blanche gevangenis voortduren?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De Minister voor Rechtsbescherming en ik achten het van belang dat de detentiesituatie
op Sint Maarten verbetert. De Voortgangscommissie Sint Maarten rapporteert met terugwerkende
kracht per kwartaal over de uitvoering van de plannen van aanpak detentiewezen en
politie, waardoor deze rapportages per definitie achterlopen in de tijd. In de brieven
die ik al dan niet samen met de Minister voor Rechtsbescherming aan u heb gestuurd,
informeer ik u over de actuele stand van zaken en samenwerking met Sint Maarten om
de detentiesituatie te verbeteren. Dit is de kern van onze inspanningen. Onderdeel
daarvan is het streven van de Nederlandse regering om de gedetineerden conform afspraak
zo snel mogelijk te laten terugkeren, wat onder meer een goede re-integratie op Sint
Maarten ten goede komt, zoals gesteld in de beantwoording van de Kamervragen4 van het lid Buitenweg (GroenLinks) aan de Minister voor Rechtsbescherming. Deze terugplaatsing
hangt sterk samen met de door Sint Maarten door te voeren verbetermaatregelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.