Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wiersma over het bericht ‘Patstelling aan cao-tafels’
Vragen van het lid Wiersma (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Patstelling aan cao-tafels» (ingezonden 24 april 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 15 mei
2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Patstelling aan cao-tafels»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Klopt het dat slechts tien nieuwe cao’s zijn afgesloten in maart 2019? Zo ja, zijn
dit er beduidend minder dan in voorgaande jaren? Wat is hiervoor uw verklaring?
Antwoord 2
Een afgesloten cao moet op grond van artikel 4 van de Wet op de loonvorming bij mij
worden aangemeld. In onderstaand overzicht staat het aantal aangemelde cao’s genoemd
over de afgelopen vijf jaar uitgesplitst naar maand. Het moment van aanmelding kan
afwijken van het tijdstip waarop de desbetreffende cao daadwerkelijk is afgesloten.
Daarom kan ik geen uitspraak doen over het aantal cao’s dat in maart is afgesloten.
Ik heb echter geen aanleiding te twijfelen aan het aantal afgesloten cao’s in het persbericht van de AWVV waarnaar het artikel in de Telegraaf verwijst.
Het aantal aangemelde cao’s over maart 2019 wijkt echter niet beduidend af van het aantal cao’s in voorgaande
jaren.
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
2014
54
42
33
41
18
37
43
28
32
37
33
40
2015
44
34
43
39
19
31
47
24
49
45
26
25
2016
52
30
35
35
33
46
45
34
38
24
25
21
2017
22
36
25
25
22
23
19
19
19
41
51
40
2018
24
37
33
20
33
26
47
26
21
30
28
14
2019
42
39
32
38
Vraag 3
Kunt u een overzicht geven van mislukte of afgebroken cao-onderhandelingen van het
afgelopen jaar?
Antwoord 3
Gegevens over het aantal mislukte of afgebroken cao-onderhandelingen worden niet bijgehouden.
Vraag 4
Kunt u een overzicht geven van het aantal afgesloten cao's per maand over de afgelopen
vijf jaar?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Is bij u bekend om welke redenen de cao-onderhandelingen worden afgebroken, en uiteindelijk
zelfs mislukken? Hoe vaak is hierbij sprake van een loonconflict?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 3. Gegevens over mislukte of afgebroken cao-onderhandelingen
worden niet bijgehouden.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het goed zou zijn als werkgevers en werknemers haast maken met
afspraken over hogere lonen? Welke mogelijkheden ziet u om hen daarin aan te sporen?
Antwoord 6
Het proces van onderhandelingen verloopt soms vlot, soms hebben de onderhandelingen
wat meer tijd nodig om tot een goed einde gebracht te worden. Ik heb er echter vertrouwen
in dat partijen er uiteindelijk samen uitkomen en een evenwichtig onderhandelingsresultaat
weten te bereiken. Overigens begrijp ik de roep om hogere lonen. Ik ga ervan uit dat
daar waar loonruimte is, deze verstandig wordt benut.
Vraag 7 en 8
Wat is naar uw mening de oorzaak van het vastlopen van het polderoverleg aan de cao-tafels?
Welke veranderingen hebben ervoor gezorgd dat, gegeven de ontwikkelingen zoals benoemd
in vraag 3, het nu moeilijker is om tot overeenstemming te komen?
Deelt u de mening dat het stuklopen van de cao-onderhandelingen op zowel de korte
als middellange termijn negatieve gevolgen heeft voor de positie van werknemers?
Antwoord 7 en 8
Het aantal cao’s dat wordt afgesloten geeft geen grond voor de opvatting dat er sprake
is van het vastlopen van het poldermodel aan de cao-tafels, of voor een algemene conclusie
dat de cao-onderhandelingen stuklopen. Aan de positie van de werknemers wordt naar
mijn mening geen afbreuk gedaan.
Vraag 9
Zijn er, gezien het hoge aantal mislukte en afgebroken onderhandelingen, op dit moment
bedrijven die op alternatieve manieren proberen om collectieve regelingen af te sluiten,
zoals Jumbo eerder deed met de ondernemingsraad? Zo ja, welke? Kunt u een overzicht
geven van afgesloten arbeidsvoorwaardenregelingen in het eerste kwartaal van 2019?
Antwoord 9
Naast Jumbo hebben ook enkele andere bedrijven een arbeidsvoorwaardenregeling buiten
de sociale partners zoals Action, Gall & Gall en FujiColor. Ik heb echter geen reden
om te veronderstellen dat bedrijven systematisch op alternatieve manieren proberen
om collectieve regelingen af te sluiten. Ik heb geen gegevens over alternatieve arbeidsvoorwaardenregelingen
die in het eerste kwartaal 2019 zijn getroffen.
Vraag 10
Bent u bereid om te verkennen welke andere manieren er zijn voor werknemers en werkgevers
om collectieve regelingen af te sluiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
De onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden en het afsluiten van een cao zijn een
zaak van de vakbonden en de werkgeversverenigingen. Het rechtop collectieve onderhandelingen
is vastgelegd in internationale verdragen. Gelet op de stand van het cao-proces, zoals
hiervoor geschetst zie ik geen reden om vanuit de overheid het initiatief te nemen
om te onderzoeken op welke andere wijze collectieve regelingen kunnen worden afgesloten.
Vraag 11
Bent u van mening dat, bijvoorbeeld, de FNV zich altijd constructief opstelt in de
cao-onderhandelingen zoals FNV- coördinator Boufangacha aangeeft?
Antwoord 11
Beide partijen hebben in de onderhandelingen een rol te vervullen, waarbij de FNV
opkomt voor de belangen van de werknemer. Hoe partijen deze rol precies invullen is
aan hen. Ik onthoud mij van een oordeel over de houding van cao-partijen aan de onderhandelingstafel.
Vraag 12 en 13
Wat is uw reactie op de opmerkingen gemaakt door cao-deskundige de heer Strating in
het betreffende artikel waarbij er per sector moet worden bekeken wat mogelijk is,
bijvoorbeeld door een focus op productiviteitsverbetering, om zo een loonconflict
direct aan het begin van de onderhandelingen te voorkomen?
Kan volgens u een dergelijke benadering zoals geschetst door de heer Strating een
bijdrage leveren aan betere loonafspraken voor werknemers?
Antwoord 12 en 13
In het desbetreffende artikel in de Telegraaf suggereert de heer Strating dat werkgevers
en vakbonden per sector en bedrijf moeten bekijken wat mogelijk is. Hij meent dat
daarbij gekeken moet worden naar de inflatie en de arbeidsproductiviteit. Dit zijn
inderdaad belangrijke elementen voor vaststelling van de loonruimte. Cao-partijen
weten het beste wat er speelt in de desbetreffende sector. Zij zijn daarom goed in
staat deze elementen in het onderhandelingsproces te betrekken.
Vraag 14
Herkent u het beeld van een cao-conflict tussen werkgevers en vakbonden?
Antwoord 14
Zoals ook in het antwoord op de vragen 7 en 8 is vermeld, geeft het aantal cao’s dat
wordt afgesloten, noch het aantal werknemers dat onder deze cao’s valt, grond voor
de opvatting dat er sprake is van een cao-conflict tussen werkgevers en de vakbonden.
Vraag 15
Welke rol ziet u voor zichzelf weggelegd in het cao-conflict tussen werkgevers en
vakbonden?
Antwoord 15
Los van het feit dat er geen aanleiding is om te spreken van een cao-conflict tussen
werkgevers en vakbonden, zijn de onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden en het
afsluiten van een cao een zaak van de vakbonden en de werkgeversverenigingen. Daar
is geen rol voor het kabinet bij weggelegd. Het proces van onderhandelingen verloopt
soms vlot, maar heeft soms ook wat meer tijd nodig om tot een goed einde gebracht
te worden. Daarbij is de gunstige ontwikkeling van de economie uiteraard van invloed
op de onderhandelingsdynamiek. Ik heb er echter alle vertrouwen in dat partijen er
uiteindelijk samen uitkomen en een evenwichtig onderhandelingsresultaat weten te bereiken.
Vraag 16
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het Verantwoordingsdebat van 15 mei 2019?
Antwoord 16
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.