Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over intimidatie door een incassobureau
Vragen van Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister voor Rechtsbescherming over intimidatie door een incassobureau (ingezonden 22 maart 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 15 mei 2019). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2660.
Vraag 1
Kent u de uitzending van het SBS-programma Foute boel over de intimiderende werkwijze
van incassobureau Hendriks Incasso?1 Wat is uw oordeel daarover?
Antwoord 1
Ja.
Het is niet aan mij als Minister om te oordelen over individuele zaken. In algemene
zin kan ik wel zeggen dat als een incassobureau debiteuren intimideert om hen zodoende
tot betaling van een vordering te bewegen ik dat uiteraard ontoelaatbaar acht. Misstanden
in de incassomarkt – waaronder het kabinet verstaat het confronteren van debiteuren
met onterechte of verjaarde vorderingen, onterechte of niet inzichtelijke kosten en
dus ook het op ontoelaatbare wijze onder druk zetten van debiteuren om vorderingen
te voldoen – worden door dit kabinet aangepakt. In de brief aan uw Kamer van 8 februari
jongstleden (hierna: de incassobrief) zijn de maatregelen die daartoe worden ondernomen
uiteengezet.2
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat dit incassobureau werkgevers en familie benadert in verband
met incasso’s? Deelt u de mening dat dit onacceptabel is?
Antwoord 2
Incassowerkzaamheden moeten worden uitgevoerd binnen de bestaande wettelijke kaders,
voor zover die van toepassing zijn, zoals de Wet handhaving consumentenbescherming,
de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten (de WIK), het Besluit vergoeding
voor buitengerechtelijke incassokosten (de BIK), het Burgerlijk Wetboek (BW) en de
Wet op het financieel toezicht. Tevens moet een incassobureau de privacywetgeving
in acht nemen. Indien incassowerkzaamheden niet overeenkomstig die wetgeving worden
uitgevoerd, acht ik dat uiteraard niet acceptabel.
Vraag 3, 4, 10, 12
Begeeft het incassobureau zich hiermee volgens u binnen de wet? Zo nee, wat onderneemt
u hiertegen?
Wat vindt u ervan dat dit incassobureau dreigt met bevoegdheden die ze niet hebben,
zoals het aanvragen van een faillissement of het opnemen in een schuldenregister?
Wat onderneemt u hiertegen?
Vindt u dat dit incassobureau op de markt actief kan blijven? Zo ja, hoe rijmt u dat
met uw eerdere uitspraken over foute incassobureaus en de afspraken in het regeerakkoord?
Zo nee, gaat u dit bureau alsnog van de markt halen?
Kunt u garanderen dat het Incassoregister foute incassobureaus gaat weren? Zo nee,
hoe voorkomt u dat foute incassobureaus zich schuldig blijven maken aan wanpraktijken?
Antwoord 3, 4, 10, 12
Voor zover de vragen gaan over een individuele casus, zoals hier een bij name genoemd
incassobureau en specifieke schuldeiser, onthoud ik mij van een oordeel. Vanzelfsprekend
dienen incassobureaus zich te houden aan bestaande wet- en regelgeving, zoals ook
uiteen is gezet in de incassobrief. Het kabinet heeft in die brief aangegeven dat
er maatregelen worden getroffen om de misstanden in de incassomarkt aan te pakken.
Eén van de maatregelen is het opzetten en inrichten van een incassoregister. Inschrijving
in een register wordt verplicht gesteld voor incassobureaus en opkopers van vorderingen
die incassowerkzaamheden met betrekking tot vorderingen op natuurlijke personen willen
uitvoeren. Alleen als aan eisen, die onder meer betrekking hebben op de kwaliteit
van het uit te voeren werk en de uitoefening van het bedrijf en de professionele omgang
met schuldenaren wordt voldaan, krijgt een partij toestemming om zich op de incassomarkt
te begeven. Het moet een sluitend systeem worden waarbij er geen ruimte bestaat voor
incassobureaus om zich te onttrekken aan de verplichting om ingeschreven te staan
in het register en zich te houden aan de daaraan gestelde eisen. Na inschrijving kunnen
bij geconstateerde niet-naleving van de gestelde eisen sancties worden opgelegd.
Er komen, conform het regeerakkoord, verschillende sanctiemogelijkheden, waaronder
het kunnen opleggen van een boete en het schrappen van de registratie. Een goede toezichtstructuur
is daarbij van belang. Ook wordt onderzocht op welke wijze partijen kunnen worden
gesanctioneerd die wel incassowerkzaamheden uitvoeren die onder de werking van het
register vallen, maar zich niet hebben ingeschreven. Op deze manier wil het kabinet
in de toekomst voorkomen dat incassobureaus die zich niet correct gedragen op de markt
actief kunnen zijn. Ik streef er naar om het wetsvoorstel inzake het incassoregistermedio
2021 in werking te kunnen laten treden.
Vraag 5
Vindt u het normaal dat een incassobureau doorgaat met stalking nadat de rechter aangeeft
dat het een onterechte vordering betreft?
Antwoord 5
Indien een rechter een vordering als onterecht aanmerkt, ontbreekt iedere rechtsgrond
om die vordering te incasseren. Nadien stalken is dan ook onrechtmatig.
Vraag 6
Wat vindt u van de praktijk van huiseigenaar Van Zutphen om spookfacturen op te stellen
indien hijzelf iemand geld verschuldigd is? In hoeverre komen dergelijke praktijken
voor en wat gaat u hiertegen ondernemen?
Antwoord 6
Het sturen van spookfacturen is ontoelaatbaar. Feitelijk gezien is hier geen sprake
van een spookfactuur. In het geval van spookfacturen, juridisch te kwalificeren als
acquisitiefraude, stuurt een fraudeur ongevraagd en zonder juridische basis facturen
aan potentiële slachtoffers. Een spookfactuur is een factuur waar geen of een andere
prestatie tegenover staat dan wordt verwacht. De fraudeur hoopt dat de ontvanger door
onoplettendheid de factuur voldoet. Vaak bevatten de facturen tekst in kleine lettertjes
onder aan de factuur waarin bijvoorbeeld vermeld wordt dat het om een aanbieding gaat.
Slachtoffers zien dit over het hoofd en betalen soms klakkeloos.
In de onderhavige casus lijkt overigens iets anders aan de hand te zijn. Er lijkt
een onterechte factuur te zijn verstuurd. De huurders menen dat daar sprake van is
en gaan niet tot betaling over. Het (willen) incasseren van onterechte vorderingen
is één van de misstanden in de incassomarkt die het kabinet wil tegen gaan.
Vraag 7
Hoe gaat u het incasseren van spookfacturen tegen?
Antwoord 7
Vanwege de tekst in de kleine lettertjes is deze vorm van misleiding juridisch moeilijk
aan te pakken. De grootste winst bij de bestrijding van deze vorm van fraude is te
behalen met preventie. Allereerst moeten mensen zelf voorzichtig zijn en niet ongecheckt
facturen betalen. Daarnaast wordt er door diverse organisaties op hun website gewaarschuwd
voor dit soort vormen van oplichting, bijvoorbeeld door de politie, de Fraudehelpdesk
en een aantal internationale organisaties. Tot slot kunnen zaken die zich hier voor
lenen via het strafrecht worden aangepakt.
Vraag 8
Vindt u het de taak van een incassobureau om te voorkomen dat ze worden ingeschakeld
voor spookfacturen? Zo ja, hoe gaat u regelen dat incassobureaus maatregelen nemen
om ervoor te zorgen dat ze geen spookfacturen meer innen?
Antwoord 8
Ja.
Zoals ik eerder aangaf pakt dit kabinet misstanden in de incassomarkt aan. Hieronder
valt ook het innen van onterechte vorderingen door incassobureaus. Eén van de uitgangspunten
die ik hanteer bij de aanpak van misstanden in de incassomarkt is dat het incasseren
door incassobureaus op een maatschappelijk verantwoorde wijze moet gebeuren. Incassobureaus
hebben een rol en verantwoordelijkheid in de brede schuldenaanpak en mogen daar ook
op worden aangesproken. Via het in de incassobrief genoemde incassoregister zullen
eisen worden gesteld aan incassobureaus waar zij zich vanaf het moment van inschrijving
aan hebben te houden; die eisen zullen ook zien op maatschappelijk verantwoord incasseren.
Vraag 9, 11
Hoe oordeelt u over het feit dat de Autoriteit Consument & Markt (ACM) zich in deze
zaak beperkt tot een waarschuwing? Deelt u de mening dat de ACM in dergelijke gevallen
veel steviger moet optreden, bijvoorbeeld met een fikse boete?
Is er nog altijd maar één incassobureau door de ACM beboet wegens foute incassopraktijken?
Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat foute incassobureaus er niet langer mee wegkomen?
Antwoord 9, 11
De ACM houdt op grond van de Wet handhaving consumentenbescherming toezicht op incassobureaus.
Het doel van deze wet is het beschermen van consumenten tegen oneerlijke handelspraktijken.
Het betreft dus geen marktspecifiek toezicht. De ACM is een onafhankelijk toezichthouder
met een eigen prioriteringsbeleid. Ze maakt op basis van feiten en omstandigheden
in iedere casus een eigen afweging met welk instrument, variërend van gesprekken tot
een boete, een mogelijke overtreding effectief kan worden aangepakt. De ACM heeft
mij laten weten dat ze in voorkomend geval door de keuze voor het aanspreken van een
bedrijf het onderliggende probleem zo snel mogelijk op kan lossen. De toezichthouder
blijft volgen of het bedrijf de afgesproken aanpassingen ook in praktijk brengt. Zo
niet, dan kan alsnog een boete worden opgelegd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.