Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Koerhuis en Ronnes over het bericht dat er vraagtekens zijn bij de fundering van de parkeergarage in Eindhoven
Vragen van de leden Koerhuis (VVD) en Ronnes (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat er vraagtekens zijn bij de fundering van de parkeergarage in Eindhoven (ingezonden 29 april 2019).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
14 mei 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Vraagtekens bij fundering parkeergarage Eindhoven»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe kijkt u aan tegen de constatering van de heer Terken dat de staat van de fundering
«opmerkelijk» was? Hoe kijkt u aan tegen de uitspraak van de heer Plass van Centraal
Bureau Bouwregelgeving (CBB), waarbij hij aangeeft er niet zeker van te zijn dat de
fundering geen rol heeft gespeeld in het instorten van de parkeergarage en waarbij
hij constateert dat er scheuren in de probleemvloeren rondom de funderingspalen zaten?
Antwoord 2
Naar aanleiding van de berichtgeving in Cobouw heb ik contact opgenomen met de gemeente
Eindhoven omdat de gemeente inzicht heeft in de staat van de ondergrond ter plaatse
en als bevoegd gezag het bouwplan vooraf heeft beoordeeld en toezicht heeft gehouden
op de uitvoering. De gemeente heeft mij het volgende laten weten. De grilligheid in
de opbouw van de grond met verschillende grondlagen is in Eindhoven niet ongebruikelijk.
Het komt vaker voor dat binnen een bouwproject aan de hand daarvan in het ontwerp
voor verschillende paallengtes wordt gekozen. Dit is ook het geval geweest bij de
parkeergarage Eindhoven. Het aangeleverde funderingsadvies inclusief de sonderingen
van de parkeergarage, is op de gebruikelijke wijze gecontroleerd door de gemeentelijke
constructeur. De gekozen paallengtes zijn in lijn met de sonderingsresultaten van
de grondopbouw ter plaatse.
In het Cobouw artikel wordt gesproken over scheuren rondom de kolomkoppen. Deze scheuren
zijn beschouwd in de onderzoeken die naar de instorting van de parkeergarage zijn
uitgevoerd door Hageman, TNO en de Onderzoeksraad voor Veiligheid.
Vraag 3
Hoe kijkt u er tegenaan dat, in tegenstelling tot de heren Terken en Plass, de heer
Wijte van adviesbureau Hageman constateert in het rapport «Bezwijken parkeergarage
Eindhoven Airport2 dat er geen aanwijzingen zijn dat de fundering een rol heeft gespeeld in het instorten
van de parkeergarage? Kan de heer Wijte deze conclusie wel trekken?
Antwoord 3
De heer Wijte trekt deze conclusie op basis van zijn onderzoek naar de instorting
van de parkeergarage. Deze conclusie is in lijn met de andere onderzoeken die naar
de instorting van de parkeergarage zijn uitgevoerd (door TNO en de Onderzoeksraad
voor Veiligheid).
Vraag 4
In hoeverre heeft adviesbureau Hageman haar rapport onafhankelijk opgesteld ten opzichte
van de BAM die adviesbureau Hageman heeft aangesteld en de fundering heeft aangebracht?
Antwoord 4
Over de onafhankelijkheid van adviesbureau Hageman heb ik uw Kamer eerder geïnformeerd
in mijn brief van 14 februari 2019 (Kamerstuk 28 325, nr. 187).
Vraag 5
Heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) naar het rapport van de heer Terken
over de staat van de fundering gekeken, waarvan de heer Terken zegt dat hij dit rapport
naar de OvV heeft gestuurd? Zo ja, waarom zijn de uitkomsten van het rapport van de
heer Terken niet opgenomen in het rapport van de OvV? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Naar aanleiding van uw vraag heb ik contact opgenomen met de Onderzoeksraad. Deze
heeft mij laten weten dat zij bij haar onderzoek de fundering van de parkeergarage
heeft beschouwd en heeft geconcludeerd dat het falen van de fundering als oorzaak
voor de instorting niet waarschijnlijk is. Bij het uitvoeren van haar onderzoeken
is de Onderzoeksraad gehouden aan een geheimhoudingsplicht en doet daarom geen uitspraken
met wie er gesproken is, welke informatie verzameld is en hoe daarmee is omgegaan,
behoudens wat in het rapport is weergegeven.
Vraag 6
Is het waar, zoals de OvV in zijn rapport aangeeft3, dat de hoofdconstructeur opdracht kreeg keuringen op de wapening van de fundering,
de funderingspalen en de vloeren uit te voeren, maar slechts één keuring van één vloer
heeft uitgevoerd? Is er geen enkele keuring uitgevoerd op de fundering en/of de funderingspalen?
Hoe kijkt u hiertegen aan in het licht van het rapport van de heer Terken?
Antwoord 6
Ja, dit volgt uit OvV-rapport. Dat de hoofdconstructeur, in opdracht van de opdrachtgever,
geen keuring heeft uitgevoerd op de fundering betekent niet dat er geen enkele keuring
heeft plaats gevonden. Zo heeft de gemeente Eindhoven mij laten weten dat de gemeentelijke
bouwinspecteur de bouw van de fundering diverse keren heeft bezocht. Tweemaal is een
bezoek gebracht bij het aanbrengen van de funderingspalen (boorpalen), bij een derde
bezoek zijn nadere afspraken gemaakt over het akoestisch doormeten van de boorpalen.
Daarna zijn er twee controles geweest op de wapening van de funderingspoeren waarbij
geen noemenswaardige afwijkingen zijn geconstateerd.
Vraag 7
Kunt u met 100% zekerheid aangeven dat de fundering geen rol heeft gespeeld in het
instorten van de parkeergarage in Eindhoven?
Antwoord 7
Uit de verschenen onderzoeksrapporten blijkt dat er «geen aanwijzingen» zijn (Hageman)
en dat het «niet waarschijnlijk» is (Onderzoeksraad) dat de fundering een rol heeft
gespeeld bij het instorten van de parkeergarage in Eindhoven. Het TNO-onderzoeksrapport
gaat niet expliciet in op de fundering, maar TNO heeft mij desgevraagd laten weten
het op dit punt eens te zijn met de conclusies van Hageman en de Onderzoeksraad. Al
deze conclusies zijn in lijn met de door gemeente Eindhoven aan mij verstrekte informatie.
Op basis van al deze informatie ga ik ervan uit dat de fundering geen rol heeft gespeeld
bij het instorten van de parkeergarage.
Vraag 8
Neemt u de uitkomsten van het rapport van de heer Terken mee in het bepalen van de
definitieve rekenregels door de heer Hageman en adviesbureau Horvat die u eind april
wilt publiceren voor de definitieve landelijke inventarisatie naar probleemvloeren?
Antwoord 8
Gelet op mijn conclusie in het antwoord op de vorige vraag, is er voor mij geen aanleiding
om de fundering te beschouwen bij het bepalen van de definitieve rekenregels.
Vraag 9
Kunt u, gegeven de deadline van eind april, de antwoorden op deze vragen binnen een
week naar de Kamer sturen?
Antwoord 9
De vragen zijn zo spoedig als mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.