Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kröger en Bromet over het bericht ‘35 vissers willen lading MSC Zoe uit zee halen, maar ze mogen niet’
Vragen van de leden Kröger en Bromet (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «35 vissers willen lading MSC Zoe uit zee halen, maar ze mogen niet» (ingezonden 14 maart 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 16 mei 2019)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2170.
Vraag 1
Kent u het bericht «35 vissers willen lading MSC Zoe uit zee halen, maar ze mogen
niet»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) niet toestaat dat de vissers
helpen bij het opruimen van de troep die door de containerramp op de zeebodem ligt?
Wat is hier de reden voor?
Antwoord 2
Nee, dat klopt niet. Het kabinet waardeert de bereidheid en de inzet van vissers om
te helpen bij het opruimen van het afval van de Msc Zoe. Vissers die dit willen hebben
wel degelijk de mogelijkheid hun schip in te zetten voor het opruimen van de resten
die nog in zee liggen na het overboord slaan van containers van de MSC Zoe. Echter,
om de veiligheid van visserschip en bemanning te borgen stelt de ILT wel een aantal
voorwaarden.
Vissersvaartuigen zijn ingericht en gecertificeerd om vis te vangen. Op basis van
artikel 1 van de Schepenwet mogen zij enkel daarvoor gebruikt worden: «vissersvaartuig: elk vaartuig, dat gebezigd wordt voor het vangen van vis, walvissen,
zeehonden, walrussen of andere levende rijkdommen van de zee».
Voor deze specifieke situatie maakt de ILT gebruik van de bevoegdheid om onder voorwaarden
een certificaat van ontheffing af te geven aan schippers die:
– beschrijven welke risico’s hij loopt bij het opruimen van drijfvuil en welke maatregelen
hij neemt om die risico’s in de hand te houden;
– een schriftelijke opdracht van de berger hebben;
– een schriftelijke verklaring van de verzekering hebben waaruit blijkt dat hij zich
kan verzekeren zodra de ILT de ontheffing heeft afgegeven.
Daarnaast verstrekt het Ministerie van LNV de benodigde ontheffingen die nodig zijn
op basis van de Visserijwet. Dit betreft het gebruik van aangepast vistuig en, indien
gewenst, de mogelijkheid om in de weekenden te werken.
Verder zijn vissers door het Ministerie van LNV in contact gebracht met het bergingsbedrijf
en is aangedrongen op een snelle afhandeling van de ingediende schadeclaims.
Vraag 3
Klopt het dat het opruimen steeds moeilijker wordt naarmate er meer tijd verstrijkt,
omdat de inhoud van de containers zich over een steeds groter gebied verspreidt? Is
in dat geval niet vooral haast geboden en moet daarom niet alle hulp worden aangepakt?
Antwoord 3
De berging is een verantwoordelijkheid van de reder van de MSC Zoe, de Mediterranean
Shipping Company (MSC). MSC heeft hiervoor een bergingsbedrijf in de arm genomen.
Het bergingsbedrijf schakelt ook een vissersschip in om bij de berging vrijkomend
afval uit zee op te vissen en bepaalt zelf welke vissers hiervoor worden ingeschakeld.
Andere vissers, die (nog) niet zijn ingeschakeld, zijn in contact gebracht met het
bergingsbedrijf.
Als gevolg van de dynamiek van de zeebodem valt het niet uit te sluiten dat een gedeelte
van de inhoud zich over een groter gebied verspreidt. Om objecten te kunnen bergen,
moeten deze in het circa 3.000 km2 grote zoekgebied echter eerst worden opgespoord en vervolgens geïdentificeerd als
afkomstig van de MSC Zoe. Dit proces is in volle gang. Berging van objecten van de
zeebodem gebeurt vervolgens zorgvuldig, rekening houdende met de natuurbescherming
van de bodem en met niet bekende objecten die er kunnen liggen, zoals bijvoorbeeld
scheepswrakken of WOII-explosieven. Bovendien moeten de weersomstandigheden een veilige
berging van de objecten toestaan.
Het geheel is een complexe klus, waarvoor passende inzet is vereist.
Vraag 4
Is het niet zo dat de schade aan natuur en milieu erger wordt naarmate de berging
van de containers en hun inhoud langer duurt?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3. De opsporing of het onderzoek en de berging worden op
een voortvarende wijze aangepakt, maar de daadwerkelijke voortgang is tegelijkertijd
ook afhankelijk van bijvoorbeeld de weersomstandigheden. Zodra objecten zijn geïdentificeerd,
en de omstandigheden een veilige berging toelaten, worden deze geborgen.
Vissers nemen deel aan het reguliere «Fishing for Litter» project. In de gesprekken met MSC staat financiële ondersteuning van dit project
op de agenda. De financiële ondersteuning van dit project kan onderdeel zijn van het
nazorgtraject van MSC, mede ook omdat de verwachting is dat er de komende tijd een
aanzienlijke toename van aangeboden afval als gevolg van het incident zal zijn.
Met betrekking tot de eventuele schade die vissers ondervinden als gevolg van afval
wordt nauw contact onderhouden tussen de reder en de Nederlandse Vissersbond.
Vraag 5
Klopt het dat er pas 19 van de 342 containers zijn geborgen?
Antwoord 5
Nee, dat klopt niet. De 18 containers die in het Waddengebied zijn aangespoeld, plus
de ene container die op het Duitse eiland Borkum is aangespoeld, zijn vrij snel na
het incident geborgen. In totaal zijn inmiddels (tot en met 30 april 2019) van 284
containers (inclusief de hiervoor genoemde 19 containers) één of meerdere geïdentificeerde
containerdelen met unieke containernummers geborgen.
Vraag 5
Welke acties gaat u ondernemen om alsnog de resterende 323 containers en hun inhoud
te bergen?
Antwoord 6
In opdracht van MSC worden de containers geborgen door een berger. Rijkswaterstaat
heeft hierover dagelijks contact met de rederij en volgt de voortgang van de zoekactie,
identificatie en berging nauwgezet.
Vraag 7
Deelt u de mening dat onze vissers een belangrijke rol kunnen spelen bij het lokaliseren
van containers en het bergen van hun inhoud?
Antwoord 7
Ja, vissers kunnen een belangrijke rol spelen bij het lokaliseren van de verloren
containers en bergen van drijvende inhoud van containers. Zoals ik heb gezegd in het
antwoord op vraag 2 waardeert het kabinet de bereidheid en inzet van vissers om te
helpen bij het opruimen van het afval van de MSC Zoe en stelt de ILT een aantal voorwaarden
om de veiligheid van visserschip en bemanning te borgen. Het mag echter geen reden
zijn dat reder MSC haar eigen verantwoordelijkheden niet op zich neemt maar afwentelt.
De reder MSC is door de Staat direct na het ongeval aansprakelijk gesteld voor alle
schade als gevolg van de verloren containers en verplicht tot het opruimen van de
containers en uitgespoelde inhoud.
De wijze van bergen van de containers en de lading is primair een zaak van MSC en
de door hen ingehuurde berger. Zoals bij het antwoord op vraag 4 is vermeld, hebben
de reder en het ingeschakelde bergingsbedrijf de berging van containers en inhoud
tot op heden voortvarend opgepakt. Rijkswaterstaat en het Ministerie van LNV hebben
in de gesprekken met MSC en de berger uitdrukkelijk gewezen op de mogelijkheid van
het inzetten van meer vissersschepen, die naast het gericht vuilvissen kunnen assisteren
bij het lokaliseren van containers en afval.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.