Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Dik-Faber en Drost over de registratie van een levenloos geboren kind na een abortus
Vragen van de leden Dik-Faber en Drost (beiden ChristenUnie) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de registratie van een levenloos geboren kind na een abortus (ingezonden 24 april 2019).
Mededeling van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties),
            mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 10 mei 2019).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van het EO-programma NieuwLicht (22 april
               2019) en van het bericht «Foetus na abortus ingeschreven in bevolkingsregister»?1
Vraag 2
            
Wat is uw reactie op het bericht dat een moeder haar levenloos geboren kind na een
               abortus heeft ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP)? Was ten tijde van
               de voorbereiding van de wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband
               met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet
               meer in leven zijn of omtrent wie een Nederlandse akte is opgemaakt die vermeldt dat
               het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven is, voorzien dat deze mogelijkheid
               zich zou kunnen voordoen?
            
Vraag 3
            
Deelt u de mening dat de wijziging van de Wet basisregistratie personen voor een belangrijk
               deel is ingegeven door de wens van moeders/ouders dat het bestaan van ieder kind door
               de overheid erkend wordt en dat al het leven een naam mag hebben, ook al voor de geboorte?
               Kunt u uw antwoord toelichten?
            
Vraag 4
            
Deelt u de mening dat de mogelijkheid om een levenloos geboren kind na een abortus
               in te schrijven in de BRP past binnen de grenzen van de wet, waardevol kan zijn voor
               moeders/ouders en een belangrijke bijdrage kan leveren aan de verwerking na een abortus?
               Bent u bereid hulpverleners die nazorg verlenen na een abortus te vragen om vrouwen
               actief op deze mogelijkheid te wijzen?
            
Vraag 5
            
Kunt u aangeven hoeveel levenloos geboren kinderen zijn geregistreerd in de Basisregistratie
               Personen sinds de inwerkingtreding van de wet? Kunt u aangeven hoe gemeenten in de
               praktijk omgaan met de bewijzen die moeten worden overlegd om aan te tonen dat er
               sprake is van een levenloos geboren kind?
            
Vraag 6
            
Kunt u aangeven waarom het niet mogelijk is om een levenloos geboren kind te registeren
               dat in Nederland geboren is, maar waarvan de ouders net over de grens in het buitenland
               wonen, terwijl deze ouders wel hun levend geboren kinderen kunnen laten registreren
               in de gemeente waar zij ter wereld zijn gekomen?
            
Vraag 7
            
Wordt bij de registratie ook bijgehouden of het om een abortus gaat? Zo ja, kunt u
               aangeven om hoeveel kinderen het gaat? Zo nee, ziet u redenen om gemeenten te vragen
               om dit wel bij te houden? Denkt u dat hieraan een grote behoefte bestaat en waarom?
            
Vraag 8
            
Deelt u de mening dat het feit dat het mogelijk is om een levenloos geboren kind na
               een abortus in te schrijven in de BRP en zo te erkennen dat het als mens voor de geboorte
               heeft geleefd, laat zien dat een maatschappelijke dialoog wenselijk is over de vraag
               wanneer je mens bent, welke rechten je hebt en wanneer die door de overheid erkend
               moeten worden?
            
Vraag 9
            
Kunt u zich voorstellen dat mensen ervaren dat de overheid met verschillende wetten
               tegenovergestelde signalen geeft ten aanzien van de waarde en rechten van het ongeboren
               leven? Kunt u zich voorstellen dat de vraag opkomt of bij abortus geen sprake is van
               het beëindigen van het leven van een kind in plaats van het beëindigen van ongeboren
               menselijk leven? Kunt u uw antwoord toelichten?
            
Vraag 10
            
Wat betekent het volgens u dat elk kind dat levenloos geboren is – als dat wordt aangegeven
               door de moeder/ouders – door de overheid erkend wordt als mens dat bestaan heeft?
               Verandert dit uw perspectief op het ongeboren leven zoals omschreven in de Wet afbreking
               zwangerschap?
            
Vraag 11
            
Deelt u de mening dat de (bescherm)waardigheid van ongeboren leven nooit kan afhangen
               van de gevoelens van ouders/omstanders, maar dat die altijd intrinsiek is? Kunt u
               uw antwoord toelichten?
            
Mededeling
            
Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
               dat de schriftelijke vragen van de leden Dik-Faber en Drost (beiden ChristenUnie)
               over registratie van een levenloos geboren kind na een abortus (ingezonden op 24 april
               2019, kenmerk 2019Z08480), niet voor de gestelde datum kunnen worden beantwoord. De interdepartementale afstemming
               die voor de beantwoording nodig is, blijkt meer tijd te kosten.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - 
              
                  Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.