Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bergkamp over het functioneren van het gezagsregister
Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het functioneren van het gezagsregister (ingezonden 22 februari 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 10 mei 2019). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1929.
Vraag 1
Herinneert u zich de uitspraken in de brief van 18 januari 2019 dat «(i)n antwoord
op de vraag van uw Kamer over toegang tot het gezagsregister door de Koninklijke Marechaussee
(kMar) om kinderontvoering te voorkomen, meld ik u dat de kMar sinds februari 2015
toegang heeft tot het gezagsregister. Zo kan de kMar direct inzicht krijgen in de
gezagssituatie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is het doel van het Centrale Gezagsregister, kijkend naar het besluit gezagsregister2, en voldoet de praktijk hier aan? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waar zitten tekortkomingen?
Antwoord 2
Het doel van het Centrale Gezagsregister is om inzichtelijk te maken bij welke persoon
of personen het gezag over een minderjarige berust, in die situaties waarin het gezag
door tussenkomst van de rechter is ontstaan.
Het ouderlijk gezag ontstaat van rechtswege of door tussenkomst van de rechter. Als
ouders getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben en zij een kind krijgen,
dan hebben beide ouders van rechtswege gezag over het kind. Zijn ouders niet getrouwd
en hebben zij geen geregistreerd partnerschap, dan heeft alleen de (meerderjarige)
moeder gezag van rechtswege. Deze situaties worden niet in het gezagsregister opgenomen.
Als een ouder niet van rechtswege het gezag heeft kan hij/zij een verzoek bij de rechtbank
indienen om met het ouderlijk gezag te worden belast. De rechtbank toetst of aan de
voorwaarden voor gezag wordt voldaan. Indien dat het geval is, wordt het verzoek toegewezen.
Hierdoor wijzigt de gezagssituatie. Van deze wijziging wordt door de griffier bij
de rechtbank een aantekening in het Centrale Gezagsregister gemaakt. Het is ook mogelijk
dat het gezag van een ouder of van beide ouders door de rechter wordt beëindigd. Als
in zo’n geval een pleegouder met het gezag wordt belast, is er geen sprake meer van
ouderlijk gezag maar van voogdij. Van deze wijziging in de gezagssituatie zal de griffier
ook een aantekening maken in het Centrale Gezagsregister.
Niet bij iedereen is bekend dat gezag dat van rechtswege ontstaat, niet is terug te
vinden in het gezagsregister. Het goed begrijpen van het doel van het gezagsregister
vraagt om enige juridische kennis over de situaties wanneer het ouderlijk gezag wel
of niet van rechtswege ontstaat. Het is mogelijk dat sommige mensen of instanties
dat als een tekortkoming ervaren.
Vraag 3
Klopt het, dat in het Centrale Gezagsregister niets staat over kinderen van wie het
gezag van rechtswege is geregeld of over kinderen met een buitenlandse achtergrond
waarover geen uitspraak is gedaan door een Nederlandse rechter? Klopt het, dat in
het Centrale Gezagsregister alleen minderjarigen staan waarover een rechter in Nederland
een uitspraak omtrent het gezag van een minderjarige heeft gedaan en minderjarigen
waarvan de ouders gezamenlijk het verzoek tot gezamenlijk gezag hebben ingediend bij
de rechtbank? Is dit een omissie in het besluit gezagsregister? Leidt dit tot problemen
in de praktijk? Zo ja, wat gaan de bewindspersonen hieraan doen? Zo nee, kunnen de
bewindspersonen uitleggen waarom niet?
Antwoord 3
Het klopt dat in het Centrale Gezagsregister niets staat over kinderen van wie het
gezag van rechtswege is geregeld. In het Centrale Gezagsregister kan wel een aantekening
staan van een kind met een buitenlandse achtergrond waarover geen uitspraak is gedaan
door een Nederlandse rechter. Zo bepaalt het Besluit Gezagsregister dat in het buitenland
gegeven rechterlijke beslissingen over de gezagsuitoefening die in Nederland van rechtswege
worden erkend, worden ingeschreven. Dat geldt ook voor gezagsbeslissingen gegeven
in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden voor minderjarigen die zich
in Nederland willen vestigen.3
De Raad voor de rechtspraak (Rvdr) geeft aan dat in de dagelijkse praktijk, zowel
bij de griffies als bij het Rechtspraak Service Centrum, vragen komen over duiding
en/of betekenis van een uittreksel uit het Centrale Gezagsregister. Van belang is
dan ook dat informatie beschikbaar is over wat in het Centrale Gezagsregister wordt
opgenomen en hoe een uittreksel gelezen moet worden. Daarnaast is het van belang dat
zowel ouders als professionals zich meer bewust worden van wat (ouderlijk) gezag is
en hoe dit ontstaat. Ik zal onderzoeken hoe de informatievoorziening verbeterd kan
worden.
Een register waarin de gezagssituatie van alle kinderen is terug te vinden, zou een
toename van de administratieve lasten tot gevolg hebben en is bewerkelijk en kostbaar.
Het blijft in situaties soms lastig om de gezagssituatie rond een kind vast te stellen4 en het is daarom lastig een geheel sluitend register te hebben.
Vraag 4
Hoe worden uitspraken van de rechter in het Centrale Gezagsregister opgenomen? Klopt
het, dat de uitspraken van rechters in Nederland niet op een eenduidige wijze worden
opgenomen in het Centrale Gezagsregister? Klopt het voorts, dat dit tot problemen
leidt bij de interpretatie door professionals die moeten weten hoe het met het gezag
zit? Zo ja, wat gaan u daaraan doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Sinds de invoering van het Centrale Gezagsregister is gestuurd op het vaststellen
en hanteren van een landelijke set van afspraken. Deze landelijke set zorgt ervoor
dat afspraken eenduidig worden geregistreerd, onafhankelijk van welke rechtbank dit
doet. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met standaard tekstblokken om de registratie
zo uniform mogelijk te maken. Het komt in de praktijk voor dat een dictum een afspraak
bevat die niet in de standaard tekstblokken past.
Vanuit het Landelijk Overleg Vakinhoud Familierecht van de Rechtspraak wordt thans
gewerkt aan een aanbeveling die eraan moet bijdragen dat bepalingen in dicta (nog)
beter aansluiten bij het Besluit gezagsregister.
Vraag 5
Hoe wordt in de praktijk door de kMar omgegaan met ongehuwde moeders die op vakantie
met hun kind willen gaan, maar die alleen het ouderlijk gezag over hun kind hebben,
waarvan de vader het kind erkend heeft, het kind de achternaam van de vader draagt
maar deze vader dus geen gezag heeft?
Antwoord 5
Uitgangspunt is dat alle ouders die alleen met een kind reizen de toestemming van
de ouder met gezag nodig hebben. Heeft alleen de moeder gezag, dan heeft zij geen
toestemming van de vader zonder gezag nodig om met het kind te reizen. Bijlage VII
paragraaf 6 van de Schengen Grenscode geeft richtlijnen voor de controle van minderjarigen.
De KMar dient bijzondere aandacht te besteden aan minderjarigen. In het geval een
minderjarige begeleid wordt, gaat de KMar na of de begeleidende volwassene het ouderlijk
gezag over de minderjarige uitoefent en of de minderjarige niet aan het toezicht van
de persoon of personen wordt onttrokken die wettelijk het ouderlijk gezag over hem/haar
uitoefenen. In het geval een ongehuwde moeder met eenhoofdig gezag – waarbij de vader
het kind wel heeft erkend en het kind de achternaam van de vader draagt maar de vader
geen gezag heeft – reist met haar kind, dient zij aan te kunnen tonen dat alleen zij
het gezag heeft.
De KMar adviseert om een aantal documenten mee te nemen om dit aan te kunnen tonen.
Ten eerste een uittreksel van de Basisregistratie Personen (BRP) van de moeder waarop
de burgerlijke staat van de moeder vermeld is. Ten tweede een uittreksel van de BRP
van het kind met daarop vermeld de ouder- en gezagsgegevens en ten derde een uittreksel
uit het Centrale Gezagsregister, waarin in geval van eenhoofdig gezag van rechtswege
zal staan dat er geen nadere informatie bekend is. De KMar kan de BRP en het Centrale
Gezagsregister ook raadplegen, dit wordt gedaan in een tweedelijnscontrole en vergt
meer tijd.
Vraag 6
Hoe wordt in de praktijk door de kMar omgegaan met ongehuwde moeders die op vakantie
met hun kind willen gaan en die van rechtswege alleen het ouderlijk gezag hebben over
hun kind en waarvan de vader het kind niet erkend heeft? Klopt het, dat zij dit alleen
a contrario kunnen aantonen met behulp van drie aanvullende documenten en dat beoordeling
hiervan de juiste juridische kennis vereist?
Antwoord 6
Ook in het geval een ongehuwde moeder met eenhoofdig gezag – waarbij de vader het
kind niet heeft erkend – reist met haar kind, dient zij aan te kunnen tonen dat alleen
zij het gezag heeft. De KMar adviseert hier eveneens om de documenten zoals die in
het antwoord op vraag 5 zijn opgesomd mee te nemen.
Vraag 7
In hoeverre wordt in de opleiding van de kMar aandacht besteedt aan het correct omgaan
met het Centrale Gezagsregister en de uitspraken daarin?
Antwoord 7
De initiële opleiding op het Opleidings- en Trainingscentrum van de KMar besteedt
aandacht aan kwetsbare groepen, zoals genoemd in Bijlage VII paragraaf 6 van de Schengen
Grenscode, waarbij bijzondere aandacht is voor het reizen van minderjarigen. Daarbij
komen ook het Centrale Gezagsregister en de mogelijkheden die het bevragen van dit
register biedt aan bod. Ook in de praktijk verzorgt de KMar trainingen over het gebruik
van het Centrale Gezagsregister.
Vraag 8
Welke partij is technisch verantwoordelijk voor de vormgeving van het Centrale Gezagsregister
en wie is degene die het programma van eisen opstelt bij een eventuele wijziging van
het Centrale Gezagsregister? Welke partij is financieel verantwoordelijk voor het
Centrale Gezagsregister?
Antwoord 8
De Rvdr is technisch en financieel verantwoordelijk voor het Centrale Gezagsregister.
De Rvdr en de gerechten stellen gezamenlijk het programma van eisen op bij eventuele
wijzigingen.
Vraag 9
Bevat de Basisregistratie Personen (BRP) informatie over de gezagssituatie van een
minderjarige? Zo ja, welke informatie geeft het BRP over gezag? Is deze informatie
voldoende om uitspraken te doen over een gezagssituatie en is deze informatie op een
eenduidige wijze opgenomen in het BRP?
Antwoord 9
Rechtbanken zijn wettelijk verplicht om de gemeente van de minderjarige te informeren
over een aantekening in het Centrale Gezagsregister. Deze informatie wordt vervolgens
eenduidig opgenomen in de BRP waarbij de gemeente de gezagsverhouding van de minderjarige
in de BRP bijwerkt. Het gaat hierbij – net als in het Centrale Gezagsregister – om
de situaties die afwijken van de situaties die van rechtswege ontstaan. De gezagssituaties
die van rechtswege ontstaan zijn niet opgenomen in de BRP.
Vraag 10
Deelt u de conclusie dat het Centrale Gezagsregister op dit moment een onvoldoende
duidelijk instrument is en onvoldoende informatie bevat, omdat het Centrale Gezagsregister
op zichzelf, zonder aanvullende documenten, niet altijd zekerheid geeft over de gezagssituatie
ten aanzien van een minderjarig kind?
Antwoord 10
Zie mijn antwoord bij vraag 2, waarin ik heb toegelicht wat de functie is van het
Centrale Gezagsregister. In bepaalde gevallen zijn er inderdaad aanvullende documenten
nodig om zekerheid te kunnen geven over de gezagssituatie van de minderjarige.
Vraag 11
Deelt u de conclusie dat op dit moment de kMar, maar ook andere professionals die
met ouders en kinderen te maken hebben, zoals scholen, jeugdzorg, de politie en artsen,
geen goed beeld kunnen krijgen hoe het gezag van een minderjarig kind geregeld is
via het Centrale Gezagsregister? Zo ja, welke stappen gaat u nemen teneinde hiervoor
zorg te dragen? Zo nee, waarom vindt u het huidige Centrale Gezagsregister, met alle
tekortkomingen zoals in de voorgaande vragen beschreven, wel goed functioneren?
Antwoord 11
Ik kan mij voorstellen dat de naam Centrale Gezagsregister de suggestie kan wekken
dat hierin ten aanzien van alle minderjarigen is te vinden wie met het ouderlijk gezag
of de voogdij is belast. De Rvdr ziet een stijgende interesse bij diverse (overheids-)organisaties
in het Centrale Gezagsregister, maar de informatiebehoefte van deze organisaties sluit
vaak niet aan bij de feitelijke inhoud van het register. Men is op zoek naar een volledig
beeld van de gezagssituatie. Een register waarin de gezagssituatie van alle minderjarigen
staat vermeld, zou een aanzienlijke toename van de administratieve lasten tot gevolg
hebben en is bewerkelijk en kostbaar.
Vraag 12
Bent u bereid deze vragen afzonderlijk te beantwoorden?
Antwoord 12
Ja. Zoals u ziet heb ik afzonderlijk op de vragen gereageerd. Wel heb ik bij vragen
die een overlap met een andere vraag hebben, naar het eerder gegeven antwoord verwezen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.