Schriftelijke vragen : Een Brits rapport inzake geloofsvervolging waarin grote zorgen worden geuit over de wereldwijde christenvervolging
Vragen van de leden Van Helvert, Omtzigt (beiden CDA), Voordewind (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over een Brits rapport inzake geloofsvervolging waarin grote zorgen worden geuit over de wereldwijde christenvervolging (ingezonden 8 mei 2019).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het artikel «Christian persecution «at near genocide levels»
van BBC naar aanleiding van het rapport opgesteld in opdracht van de Britse Minister
van Buitenlandse Zaken Jeremy Hunt?1
Vraag 2
Kunt u uw reactie op dit rapport van Philip Mounstephen in een brief aan de Kamer
doen toekomen, samen met de antwoorden op deze vragen? Kunt u reageren op de conclusies
van het interimrapport?
Vraag 3
Herkent u de uitspraak van uw Britse collega dat politieke correctheid heeft bijgedragen
aan het relativeren van wereldwijde christenvervolging?
Vraag 4
In welke mate herkent u de constatering van uw Britse collega dat «in sommige regio's
het niveau en de aard van vervolging aantoonbaar dicht in de buurt komt van het voldoen
aan de internationale definitie van genocide, volgens die van de VN»?
Vraag 5
Welke conclusie moet getrokken worden uit bovenstaande constatering aan de ene zijde
en aan de andere zijde artikel 1 uit het Verdrag inzake de Voorkoming en de Bestraffing
van Genocide, aangenomen in de Algemene Vergadering van de VN op 1 december 1948,
waarin staat dat alle ondertekende leden genocide moeten voorkomen en bestraffen?
Vraag 6
Onderschrijft het kabinet het Verdrag inzake de Voorkoming en de Bestraffing van Genocide
nog steeds? Welke actie neemt Nederland, bijvoorbeeld als gevolg van het Verdrag inzake
de voorkoming en bestraffing van genocide, tegen christenvervolging?
Vraag 7
In hoeverre is het kabinet bereid om de vervolging omwille van geloof hard tegen te
gaan?
Vraag 8
Wanneer wordt de nieuwe Speciaal Gezant voor Vrijheid van Geloof en Levensovertuiging
in Nederland aangesteld en krijgt deze dezelfde status als de Ambassadeur voor de
Rechten van de Mens?
Vraag 9
In hoeverre is het kabinet bereid om samen met andere landen deze vervolging tegen
te gaan met sancties tegen landen die christenen vervolgen?
Vraag 10
In hoeverre kunnen persoonlijke sancties worden ingezet tegen leiders in landen die
christenen vervolgen?
Vraag 11
In hoeverre bent u bereid om, samen met de Kamer, en samen met andere landen een «artikel
18 Top» te organiseren, waarbij geen politieke correctheid voorop staat, maar de wens
om vervolgde christenen en andere gelovigen te helpen en vervolging te voorkomen?
Vraag 12
Deelt u de mening dat de internationale gemeenschap meer actie moet ondernemen dan
tot nu toe werd gedaan, omdat de vervolging van christenen in de wereld verergert
in plaats van afneemt?
Vraag 13
Welke rol ziet u hierin voor Nederland weggelegd als land dat de stad van vrede en
recht herbergt?
Vraag 14
Bent u bereid om het thema religieuze intolerantie, godsdienstvrijheid en christenvervolging
te agenderen voor een speciale sessie van de Raad Buitenlandse Zaken en daar een voorstel
te doen voor een gezamenlijke strategie richting landen die religieuze minderheden
vervolgen?
Indieners
-
Gericht aan
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
M.J.F. van Helvert, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.