Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over verdwenen Vietnamese kinderen
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over verdwenen Vietnamese kinderen (ingezonden 4 april 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 mei 2019)
Zie ook Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2444
Vraag 1
Kent u de uitzending van het programma Argos over verdwenen Vietnamese minderjarigen?1 Wat is uw oordeel daarover?
Antwoord 1
Ja. De in de uitzending van Argos besproken signalen waren mij reeds bekend en zijn
zorgelijk.
Vraag 2
Klopt het dat meer dan 10.000 kinderen na aankomst in Europa zijn verdwenen?
Antwoord 2
Ik herken het genoemde aantal. Het is een inschatting die door Europol is gemaakt
over 2015. Er bestaan echter geen betrouwbare Europese cijfers over het aantal minderjarige
vreemdelingen die met onbekende bestemming zijn vertrokken. Ik kan dit aantal dan
ook niet verifiëren.
Vraag 3
Klopt het voorts dat volgens de cijfers van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers
(COA) de afgelopen vijf jaar in Nederland meer dan duizend kinderen zijn verdwenen?
Om hoeveel kinderen gaat het exact?
Antwoord 3
Dat klopt. Tussen 2014 en februari 2019 zijn ongeveer 1400 alleenstaande minderjarige
vreemdelingen (amv’s) zelfstandig zonder toezicht vertrokken uit opvanglocaties.
2014
2015
2016
2017
2018
2019
100
160
300
360
380
110
Bron: KMI+; tot en met februari 2019. Afgerond op tientallen.
Vraag 4
Hoe groot is de groep kinderen die met onbekende bestemming uit de beschermde opvang
is verdwenen? Hoeveel van de kinderen zijn van Vietnamese afkomst?
Antwoord 4
Tussen 2014 en februari 2019 zijn ongeveer 50 amv’s zelfstandig zonder toezicht vertrokken
uit de beschermde opvang. Ongeveer 40 hiervan hadden de Vietnamese nationaliteit.
2014
2015
2016
2017
2018
2019
0
< 10
30
10
10
0
Bron: KMI+; tot en met februari 2019. Afgerond op tientallen.
Vraag 5 en 6
Klopt het dat Vietnamese kinderen als een bijzondere groep gezien worden binnen het
COA omdat zij een grote kans hebben slachtoffer te worden van mensenhandel?
Klopt het dat Vietnamese kinderen zonder uitzondering in beschermde opvang worden
geplaatst omdat zij een zeer grote kans maken slachtoffer te worden van mensenhandel?
Antwoord 5 en 6
Het klopt dat er speciale maatregelen zijn genomen voor Vietnamese amv’s. Bij aankomst
in Ter Apel krijgen alle amv’s een voogd van Stichting Nidos toegewezen. De voogd
bepaalt in welke vorm van opvang de amv wordt geplaatst. Bij signalen van slachtofferschap
mensenhandel wordt de amv in de beschermde opvang geplaatst. Vietnamese amv’s worden
op dit moment standaard in de beschermde opvang geplaatst. Daarnaast is voor deze
specifieke groep met Nidos de afspraak gemaakt dat Nidos voor jongeren met de Vietnamese
nationaliteit een machtiging voor gesloten opvang jeugdzorg kan aanvragen bij de rechter
als de verwachting er is dat zij de opvang vroegtijdig gaan verlaten. Een dergelijke
machtiging is bij enkele jongeren aangevraagd en voor een beperkte termijn verkregen.
Vraag 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat alleenstaande minderjarigen voor wie
de overheid een zorgplicht heeft, met onbekende bestemming uit een beschermde opvang
kunnen verdwijnen, terwijl zij in die opvang werden geplaatst omdat zij bescherming
nodig hadden?
Wat doet u teneinde te achterhalen wie deze kinderen zijn, waar zij exact vandaan
komen, waar hun familie is en wat de exacte reden is waarom zij in Nederland zijn
en of daarbij sprake is van mensenhandel?
Hoe lang bent u al op de hoogte van deze problematiek?
Wat heeft u ondernomen teneinde deze afschuwelijke vorm van mensenhandel te bestrijden
dan wel bloot te leggen?
Bent u bereid een onderzoek in te stellen naar deze problematiek? Zo ja, wanneer krijgen
wij hiervan de resultaten?
Deelt u de mening dat de Nederlandse overheid er alles aan moet doen te voorkomen
dat in de toekomst nog meer kinderen met onbekende bestemming verdwijnen en dat menskracht
en middelen daarbij geen beperking zouden mogen zijn?
Realiseert u zich dat als u niet in staat bent om deze Vietnamese kinderen te beschermen,
u daarmee onbedoeld een keten van mensenhandel in stand houdt? Zo nee, hoe rijmt u
dat met de feiten?
Bent u bereid de opsporing van deze kinderen ook internationaal te bevorderen? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u ondernemen?
Antwoord 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14
Zoals ik aan uw Kamer heb gemeld (bijvoorbeeld in de beantwoording van Kamervragen
van de leden Bouali en Groothuizen van 14 december 2018), kan ik verdwijningen uit
de opvang nooit helemaal tegengaan. Reguliere opvang van amv’s vindt plaats in een
open setting. Hoewel in de beschermde opvang extra beschermingsmaatregelen worden
getroffen, zoals extra toezicht, is ook deze vorm van opvang geen gesloten setting.
Dat betekent dus ook dat amv’s de opvang kunnen verlaten.
Vermeende signalen van mensenhandel bij Vietnamese amv’s hebben in 2016 geleid tot
een onderzoek van de Landelijke Recherche, in gezamenlijkheid met de Koninklijke Marechaussee
en het Team Mensenhandel en Mensensmokkel van de politie Noord-Nederland. Dit onderzoek
heeft niet geleid tot vaststelling van strafbare feiten. In veel gevallen bleek bovendien
geen sprake van minderjarigheid. Over dit onderzoek, het zogeheten Pasadena-onderzoek,
heeft mijn voorganger uw Kamer bij brief van 5 september 2016 (vergaderjaar 2015–2016,
27 062, nr. 103) geïnformeerd.
Het bovenstaande neemt niet weg dat ik signalen, zoals in het programma Argos naar
voren gebracht, altijd serieus neem. De komende maanden zal het EMM als expertisecentrum
een fenomeenonderzoek doen naar enerzijds de verdwijningen van Vietnamese amv’s uit
de beschermde opvang en anderzijds de betrokkenheid van vreemdelingen met de Vietnamese
nationaliteit bij mensenhandel en mensensmokkel in Nederland. Daarnaast laat ik een
analyse uitvoeren van binnen de migratieketen beschikbare gegevens over de verdwijningen
van amv’s (dus niet alleen amv’s met de Vietnamese nationaliteit) uit amv-opvangvoorzieningen.
Over dit onderzoek en deze analyse heb ik uw Kamer bij brief van 24 april jl. geïnformeerd.2 De resultaten daarvan zullen dit najaar gereed zijn.
Zoals ik ook nader toelicht in mijn brief van 24 april jl. zet Nederland zich in toenemende
mate in om door internationale samenwerking migratiecriminaliteit en mensenhandel
te voorkomen en te bestrijden. Zo wordt Nederland trekker van het Europol-project
EMPACT THB («Trafficking Human Beings»), waarin Europese operationele samenwerking
tegen mensenhandel plaatsvindt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.