Schriftelijke vragen : Een ouder die tot de Raad van State moest doorprocederen om de kinderopvangtoeslag van 2013 en 2014 te krijgen, en nog lopende zaken van ouders
Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over een ouder die tot de Raad van State moest doorprocederen om de kinderopvangtoeslag van 2013 en 2014 te krijgen, en nog lopende zaken van ouders (ingezonden 30 april 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de Raad van State van 24 april 2019, waarin
de Raad van State de besluiten van de Belastingdienst om de kinderopvangtoeslag stop
te zetten en op nul te zetten voor 2013 en 2014 vernietigt, de ouder de facto kinderopvangtoeslag
toekent over die jaren, de ouder immateriële schadevergoeding toekent en de Belastingdienst
veroordeelt tot het betalen van griffierecht en proceskosten?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat in deze CAF 11-zaak, waarover zo vaak gesproken is en
waarover toegezegd is opnieuw naar de dossiers te kijken, deze ouder helemaal tot
de Raad van State diende te procederen, tegen nota bene de landsadvocaat, om kinderopvangtoeslag
te krijgen?
Vraag 3
Is het u ook opgevallen dat deze zaak behandeld is op 9 oktober 2018 (toen hierover
meerdere Kamervragen gesteld waren) en de Belastingdienst bij de behandeling toezegde
om over 2013 nog een keer naar de bankafschriften te kijken, en als daaruit zou blijken
dat voldoende is betaald, consequenties te trekken? Herinnert u zich dat de staatsraad
concludeerde dat dat binnen twee weken kan en dat de Belastingdienst vanwege een
relatief klein verschil persisteert in volledige afwijzing van de hele kinderopvangtoeslag
over 2013?
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de houding van de Belastingdienst en van de landsadvocaat in deze
zaak?
Vraag 5
Heeft de Belastingdienst begrepen wat de Ombudsman bedoelde met de titel «geen powerplay,
maar fairplay» in zijn vernietigende rapport2 dat hij over deze zaak schreef in 2017?
Vraag 6
Herinnert u zich de volgende aanbeveling uit het rapport van de Ombudsman en heeft
de Belastingdienst deze netjes uitgevoerd: «Toeslagen heeft een groot aantal gezinnen
door zijn onevenredig harde aanpak in financiële problemen gebracht en hun vertrouwen
geschonden. Het is aan Toeslagen om het geschonden vertrouwen te herstellen. De Nationale
ombudsman beveelt Toeslagen aan om de vraagouders die overlast hebben ondervonden
door de aanpak van Toeslagen excuses aan te bieden en een tegemoetkoming te bieden
voor het aangedane leed»?
Vraag 7
Kunt u de conclusies en aanbevelingen van de Ombudsman een voor een nalopen en aangeven
of u van mening bent dat er voldoende uitvoering aan gegeven is?
Vraag 8
Hoeveel kosten heeft de Belastingdienst gemaakt in alleen al deze zaak (onder andere
eigen kosten, kosten eigen advocaat, kosten landsadvocaat)?
Vraag 9
Kunt u aangeven hoe u aankijkt tegen de zaken die nog lopen in de CAF 11-zaak en hoe
u ervoor gaat zorgen dat ouders niet onnodig rechtszaken tegen de overheid moeten
blijven voeren?
Vraag 10
Ziet u aanleiding om zaken van ouders die niet hebben doorgeprocedeerd tot de Raad
van State en nog lopende zaken opnieuw te bestuderen en te beoordelen?
Vraag 11
Hoe vaak is in de CAF 11-zaak iemand (vraagouder, gastouder of bureau) veroordeeld?
Vraag 12
Hoe vaak heeft de rechter de Belastingdienst (gedeeltelijk) in het ongelijk gesteld
in CAF 11-zaken?
Vraag 13
Gaat u persoonlijk om de tafel zitten met de ouders die jarenlang hebben moeten wachten
en daardoor niet veel vertrouwen hebben in de Belastingdienst/Toeslagen en/of de landsadvocaat?
Zo ja, wanneer?
Vraag 14
Mogen de ouders iemand meenemen die hen kan bijstaan?
Vraag 15
Herinnert u zich dat u in het debat op 21 maart 2019 3 het volgende heeft gezegd:
«In ieder geval trof de dienst bij het gastouderbureau blijkbaar een hoop gevallen
aan, waarschijnlijk van gastouders die ervoor werkten, waarin de papieren niet in
orde waren, waarin uren werden gedeclareerd die er niet waren en nepfacturen werden
geschreven. Er waren overzijds dingen. Er was echt veel aan de hand. Dat is geen lichtzinnig
moment geweest. Op dat moment besluit zo'n team: hier lijkt er sprake van een facilitator.
Dit is geen individueel geval dat vragen oproept, maar hier lijkt erop dat iemand,
een bureau, echt bezig is om dingen te organiseren»?3
Vraag 16
Kunt u de uitspraken in de vorige paragraaf helder en een voor een onderbouwen?
Vraag 17
Kunt u deze vragen zorgvuldig beantwoorden en wel voordat u het eerste gesprek met
de ouders aangaat?
Indieners
-
Gericht aan
M. Snel, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.