Schriftelijke vragen : Zorginstellingen die ten onterechte kosten in rekening brengen voor het opbaren van overledenen
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over zorginstellingen die ten onterechte kosten in rekening brengen voor het opbaren van overledenen. (ingezonden 30 april 2019).
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat verzorgings- en verpleeghuizen regelmatig extra kosten in rekening
brengen aan nabestaanden als een overleden bewoner in zijn of haar kamer wordt opgebaard,
terwijl deze zorginstellingen voor de huur van de kamer geld ontvangen van het zorgkantoor?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de uitspraak dat uitvaartondernemingen aangeven deze praktijken
vaak tegen te komen? Bent u bereid te onderzoeken hoe vaak dit voorkomt en de Kamer
hierover te informeren? Zo neen, waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de mening dat deze praktijken verboden moet worden? Bent u bereid deze belangrijke
laatste zorg op te nemen in de Wet martktordening gezondheidszorg (Wmg), zodat dit
gereguleerd kan worden door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)? Zo ja, op welk termijn?
Zo neen, waarom niet?
Vraag 4
Bent u bekend met de regeling dat zorginstellingen na overlijden van een bewoner een
vergoeding voor 13 dagen ontvangen om een de kamer geschikt te maken voor een nieuwe
bewoner? Ervan uitgaande dat als
een bewoner opgebaard wordt in de eigen kamer, de kamer ook als leeg achtergelaten
geldt; bent u bereid te kijken naar de versoepeling van deze regeling, zodat de kamer
niet als leeg geldt als een bewoner opgebaard wordt en iets meer ruimte geboden wordt
aan nabestaanden om de Kamer te ontruimen? Zo neen, waarom niet?2
Vraag 5
Ontvangt u ook meldingen dat zorginstellingen familieleden verplichten om na overlijden
de kamer zo snel mogelijk leeg te ruimen? Bent u bereid te kijken naar de 13 dagen
regeling, zodat nabestaanden meer tijd krijgen om de kamer leeg te maken na de uitvaart?
Zo neen, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.