Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Raemakers over het rapport ‘Behoorlijk invorderen vanuit het burgerperspectief’ van de Nationale ombudsman
Vragen van het lid Raemakers (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het rapport «Behoorlijk invorderen vanuit het burgerperspectief» van de Nationale ombudsman (ingezonden 13 februari 2019).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 1 mei 2019)Zie ook Aanhangsel Handelingen
II 2018/19, nr. 1796
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «Behoorlijk invorderen vanuit het burgerperspectief»
van de Nationale ombudsman?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich dat de Kamer in juli 2018 de motie van de leden Bruins (CU), Raemakers
(D66), Peters (CDA), De Lange (VVD) en Van Dijk (SP) met unanieme stemmen aannam,
waarin de regering wordt opgeroepen «de Kamer op zo kort mogelijke termijn te informeren
over de stand van zaken en de aanpak om de stapeling en ophoging van bestuurlijke
boetes en bestuursrechtelijke premies te maximeren»?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Waarom is de Kamer tot op heden nog steeds niet geïnformeerd over deze aanpak? Welke
acties heeft u in de tussentijd al wel ondernomen?
Antwoord 3
Met de brief van 13 februari 2019 is uw Kamer geïnformeerd over de aanpak van het
kabinet om de stapeling en ophoging van bestuurlijke boetes en bestuursrechtelijke
premies te maximeren.3 Het kabinet heeft diverse acties in gang gezet op dit terrein. Bij de zorgverzekeringpremies
en de verkeersboetes zijn verbetermaatregelen ingezet om onnodige kostenophogingen
tegen te gaan. Het CAK verstuurt geen eindafrekeningen meer en scheldt vorderingen
op nog openstaande eindafrekeningen kwijt. De mogelijkheid om verkeersboetes in termijnen
te betalen is met ingang van 1 januari 2019 verder verruimd. Een betalingsregeling
is nu mogelijk vanaf € 75. Ook loopt het onderzoek naar de effectiviteit van verhogingen
van verkeersboetes en wordt onderzocht of bij verkeersboetes een betalingsherinnering
kan worden verzonden voordat de burger wordt aangeschreven voor het betalen van de
verhoging. Naar aanleiding van het VAO Armoede- en schuldenbeleid van 6 maart 2019
is een motie van de leden Raemakers (D66) en Peters (CDA) aangenomen die verzoekt
om voor mensen met schulden die de verhogingen van hun verkeersboetes niet kunnen
betalen een zogenaamde noodstopprocedure bij het CJIB in te richten, zodat onnodige
kosten kunnen worden voorkomen.4 De komende maanden zal worden gewerkt aan een plan voor een noodstopprocedure. De
Kamer zal voor de zomer geïnformeerd worden over de voortgang.
Vraag 4 en 9
Deelt u de mening dat het sturen van een kosteloze betalingsherinnering een manier
kan zijn om de stapeling en ophoging van boetes en premies te voorkomen?
Wat vindt u van de aanbeveling van de Ombudsman, in zijn rapport, om als overheidsinstantie
eerst altijd een kosteloze betalingsherinnering te sturen?
Antwoord 4 en 9
Betalingsherinneringen zijn nuttig voor die mensen die een betalingsverplichting zijn
vergeten en door de herinnering gaan betalen om extra kosten te voorkomen. Zoals vermeld
in de gelijktijdig met deze antwoorden toegezonden antwoorden op de vragen van het
lid Van Raak over een betalingsherinnering door overheden, moet het redelijk worden
geacht dat bestuursorganen over de mogelijkheid beschikken om de kosten voor een betalingsherinnering,
in de vorm van de geldende wettelijk gefixeerde vergoeding, in rekening te brengen
aan degene die moet betalen.
Het is echter de vraag in hoeverre met een kosteloze betalingsherinnering de groep
mensen wordt bereikt die vanwege een schuldensituatie baat hebben bij minder kosten.
Ik vind het belangrijk dat de maatregelen ter voorkoming van schulden ook terechtkomen
bij de doelgroep die niet kan betalen. Daarbij vind ik het belangrijk dat overheidsorganisaties
rekening houden met individuele omstandigheden en maatwerk leveren waar nodig. In
de beleidsreactie op het rapport van de ombudsman dat de Staatssecretaris van SZW
heeft aangekondigd, zal verder op dit onderdeel worden ingegaan.
Vraag 5 en 7
Klopt het, zoals de Ombudsman in zijn rapport stelt, dat de overheid vaak geen kosteloze
betalingsherinnering stuurt als mensen te laat betalen?
Welke overheidsinstanties sturen niet (altijd) een betalingsherinnering? Zijn er overheidsinstanties
die hier wel structureel gebruik van maken? Zo ja, waarom kiezen overheidsinstanties
voor verschillende werkwijzen teneinde hiermee om te gaan?
Antwoord 5 en 7
Enkele voorbeelden van organisaties die een kosteloze betalingsherinnering sturen
zijn de volgende. De Belastingdienst stuurt in veel gevallen een kosteloze betalingsherinnering
als het gaat om niet-zakelijke belastingschulden en om toeslagschulden. Ook DUO stuurt
een kosteloze betalingsherinnering voorafgaand aan een eventuele aanmaning. Het CAK
stuurt betalingsherinneringen bij achterstanden in de betaling van de zorgverzekering
en de eigen bijdrage Wmo 2015 en Wlz.
Ik heb geen volledig overzicht van organisaties die al dan niet een kosteloze herinnering
versturen. Zoals uiteengezet in de gelijktijdig met deze antwoorden toegezonden antwoorden
op de vragen van het lid Van Raak over een betalingsherinnering door overheden heeft
de wetgever de afweging om wel of niet de vaste aanmaningsvergoeding bij overheidsvorderingen
in rekening te brengen uitdrukkelijk willen overlaten aan de bestuursorganen zelf.
Daarmee kunnen verschillen ontstaan tussen overheden. Ik acht dat aanvaardbaar omdat
het bestuursorgaan in kwestie zelf het beste kan bepalen of in de gegeven omstandigheden
het in rekening brengen van de vergoeding wenselijk is, waarbij bijvoorbeeld een afweging
kan worden gemaakt tussen de hoogte van de aanmaningsvergoeding en de lasten die het
in rekening brengen van die vergoeding met zich meebrengt voor degene die moet betalen
en voor het betrokken bestuursorgaan.
Vraag 6
Klopt het, zoals de Ombudsman in zijn rapport stelt, dat organisaties als het Centraal
Justitieel Incassobureau (CJIB) ook helemaal geen betalingsherinneringen hoeven te
versturen? Betekent dit ook dat bijvoorbeeld het CJIB nooit betalingsherinneringen
verstuurt?
Antwoord 6
Het CJIB verstuurt niet structureel betalingsherinneringen. Het versturen van betalingsherinneringen
laat ik wel onderzoeken, zoals in de brief van 13 februari 2019 is toegezegd. Het
CJIB verstuurt nu incidenteel herinneringen aan mensen die een betalingsregeling hebben
getroffen en een termijn niet betalen. Zij worden erop geattendeerd dat die regeling
komt te vervallen en het hele bedrag weer ineens opeisbaar is wanneer niet tijdig
wordt betaald.
Vraag 8
Klopt het dat de rijksoverheid in de brochure «Gedragstechnieken voor brieven en e-mails»
verschillende opties beschrijft waarmee betalingsherinneringen tot positief gedrag
kunnen leiden? Waarom brengen overheidsinstanties deze technieken niet altijd zelf
in de praktijk?
Antwoord 8
In de brochure «Gedragstechnieken voor brieven en e-mails» wordt aan de hand van het
voorbeeld van een betalingsherinnering een aantal algemene gedragsinzichten toegelicht,
die mogelijk en afhankelijk van de situatie het gewenst gedrag positief kunnen bevorderen.
Het gaat dan bijvoorbeeld om het zo makkelijk mogelijk maken van een actie (bijvoorbeeld
betalen via ideal of contact opnemen voor een betalingsregeling) of door gebruik te
maken van het gedragsinzicht van wederkerigheid. Diverse overheidsinstanties brengen
deze technieken in de praktijk. Zo voert het UWV een gedragsexperiment uit waarbij
klanten die teveel uitkering hebben ontvangen middels een SMS worden herinnerd aan
openstaande betalingen. In het experiment worden verschillende vormen van SMS gebruikt
om te kijken welke tot het beste resultaat leiden.
Welke technieken wanneer precies werken, is situatie- en persoonsafhankelijk. De inzichten
die uit verschillende experimenten naar voren komen, moeten steeds per situatie worden
bezien.
Vraag 10
Wat is er bekend over de voordelen van het versturen van betalingsherinneringen?
Antwoord 10
Het kabinet wil bevorderen dat gedragsinzichten worden toegepast in beleid en in de
uitvoering daarvan. Rijksoverheidsorganisaties werken daaraan, onder meer door experimenten
en pilots uit te voeren. Op die manier wordt meer bekend over de voordelen van instrumenten
en interventies. Dat hoeft niet per se het versturen van een betalingsherinnering
te zijn. Ook andere interventies kunnen effectief zijn om te voorkomen dat mensen
met schulden verder in de problemen raken.
Een bekend voorbeeld hiervan is een onderzoek naar het thema «voorkomen van het niet
naleven van de inlichtingenplicht» dat de SVB heeft uitgevoerd.
Via een gedragsexperiment heeft de SVB onderzocht of het sturen van een persoonlijke
en vriendelijke herinneringsbrief een effectieve en efficiënte interventie is om te
voorkomen dat Anw-gerechtigden niet (tijdig) melden dat zij samenwonen. Een vergelijkbaar
experiment heeft de SVB afgelopen jaar uitgevoerd bij mensen die AOW ontvangen.
Uit beide experimenten blijkt dat de kans dat een nabestaande/alleenstaande naar aanleiding
van een herinneringsbrief een wijziging doorgeeft die kan leiden tot beëindiging van
de uitkering hoger is dan in de controlegroep die geen brief heeft ontvangen. Bij
het Anw-experiment is dit bijvoorbeeld 30% hoger dan zonder ontvangst van de brief.
Het versturen van een brief over de inlichtingenplicht blijkt hiermee een goed instrument
voor gedragsverandering. De uitkeringsgerechtigde wordt geholpen bij het naleven van
regelgeving en het voorkomen van financiële problemen. De SVB heeft op basis van deze
uitkomsten besloten om regelmatig herinneringsbrieven aan alleenstaande klanten te
verzenden om hen te attenderen op de plicht om een gezamenlijke huishouding te melden.
Vraag 11
Hoe past nu (vaak) het niet versturen van betalingsherinneringen bij het feit dat
u de aanbeveling van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) onderschrijft
om bij de ontwikkeling van beleid en wetgeving uit te gaan van een realistisch perspectief
van redzaamheid van mensen en daarbij gebruik te maken van gedragswetenschappelijke
inzichten?
Antwoord 11
De overheidsorganisaties spannen zich op verschillende manieren in om problematische
schulden te voorkomen, door een meer dienstverlenende benadering. Hierbij wordt ook
gebruik gemaakt van gedragswetenschappelijke inzichten. Ook zetten ze in op meer gericht
persoonlijk contact met burgers, bijvoorbeeld als betalingsachterstanden ontstaan.
Daarbij is het versturen van een betalingsherinnering niet per definitie de oplossing
om betalingsachterstanden effectief te voorkomen.
Vraag 12
Zou het versturen van betalingsherinneringen mensen, waaronder die met minder doenvermogen,
kunnen helpen om niet in problematische schulden te komen, dan wel om problematische
schulden terug te dringen?
Antwoord 12
Een betalingsherinnering zal naar verwachting eerder mensen helpen die een betalingsverplichting
vergeten en niet zo zeer de groep met minder doenvermogen, die niet weet of begrijpt
wat ze moeten doen. Voor deze groep zal een kosteloze betalingsherinnering niet helpen.
Overheidsorganisaties zetten zich daarom op verschillende manieren in om te voorkomen
dat mensen in problematische schulden terecht komen. Dan kan het gaan om de wijze
waarop brieven worden geschreven door ze makkelijker leesbaar te maken en informatie
over rechten en plichten in minder juridische taal te verwoorden.
Vraag 13
Overweegt u in het kader van de brede schuldenaanpak om overheidsinstanties te verplichten
of te prikkelen om betalingsherinneringen te sturen?
Antwoord 13
De Awb verplicht bestuursorganen al om een betalingsherinnering te sturen, zij het
dat daar een vergoeding voor kan worden gevraagd. Voor rijksbelastingen staat dit
in de Kostenwet invordering belastingen. Zoals ook in het antwoord op vraag 9 uiteengezet
is het de vraag of met een betalingsherinnering de groep mensen wordt bereikt die
met (problematische) schulden te maken heeft en die er baat bij hebben dat oplopende
kosten worden voorkomen. De uitvoeringsorganisaties spannen zich op diverse andere
manieren in om oplopende kosten te voorkomen. Daar kunnen mensen met schulden ook
mee geholpen zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.