Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bruins Slot over het tegengaan van ongewenste toegang tot het Netherlands Armed Forces Integrated Network (NAFIN)
Vragen van het lid Bruins Slot (CDA) aan de Minister en de Staatssecretaris van Defensie over het tegengaan van ongewenste toegang tot het Netherlands Armed Forces Integrated Network (NAFIN) (ingezonden 1 april 2019).
Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie), mede namens de Staatssecretaris
van Defensie (ontvangen 3 mei 2019)
Vraag 1 en 2
Is het glasvezelnetwerk van Defensie, het Netherlands Armed Forces Integrated Network
(NAFIN) van belang in het kader van de nationale veiligheid en dient dit zwaar beveiligd
te zijn in het licht van de toenemende cyberdreiging?
Deelt u de mening dat het van belang is om voorzieningen te treffen om het NAFIN te
vrijwaren van ongewenste statelijke en non-statelijke beïnvloeding, spionage en sabotage?
Antwoord 1 en 2
Ja. Het NAFIN wordt voortdurend aangepast naar de hedendaagse standaarden. De beveiliging
tegen cyberdreigingen maakt hier onderdeel van uit.
Vraag 3
Hanteert u nog steeds het uitgangspunt dat over de middelen voor «command and control»,
waaronder de verbindingsstelsels, volledige beschikkingsmacht door Defensie vereist
is en dat Defensie voor «command and control» niet afhankelijk van derden mag zijn?1
Antwoord 3
Ja. Defensie is autonoom in staat om «command and control» uit te voeren van het verbindingsstelsel
NAFIN. Het beheer van het NAFIN wordt daarom volledig door Defensie uitgevoerd, onafhankelijk
van derden. Voor andere verbindingsstelsels is het noodzakelijk gebruik te maken van
diensten van civiele providers, waarbij Defensie maatregelen neemt op het gebied van
onder andere encryptie, monitoring, beveiliging en redundantie om afhankelijkheid
van deze derden tot het minimum te beperken.
Vraag 4
Klopt het nog steeds dat het economisch eigendom van het NAFIN bij KPN ligt en dat
u het eeuwig gebruiksrecht heeft?
Antwoord 4
KPN heeft het juridisch eigenaarschap van het NAFIN omdat Defensie zelf in vredestijd
geen grondroerdersrechten heeft. Het economisch eigenaarschap en het eeuwige exclusieve
gebruiksrecht ligt bij Defensie.
Vraag 5
Klopt het dat in de afgelopen jaren steeds meer medegebruik door tweeden en derden
plaatsvindt van het NAFIN, zoals de politie, C2000 (voor vaste verbindingen in het
kernnetwerk), het civiele KPN Telecom satelliet-grondstation in Burum en de vier rijksoverheidsdatacenters
(opvolger van alle 64 datacenters van het Rijk), die een groot deel van alle rijksoverheid
informatie opslaat en ook de Rijkscloud bevat en de Haagse Ring?
Antwoord 5
Ja. Vanwege het specifieke karakter van een strategische defensietoepassing als het
NAFIN, is samenwerking met andere partijen binnen de rijksoverheid op het gebied van
veiligheid en vitale processen passend. Zoals aangekondigd in de Defensie Cyber Strategie
(33 321 Nr. 9, 12 november 2018) zal onderzocht worden welke Defensievoorzieningen kunnen worden
ingezet om kritieke processen draaiende te houden wanneer er sprake is van maatschappij
ontwrichtende ICT-uitval als gevolg van een digitale aanval. Voorzieningen als het
NAFIN kunnen hierbij een rol spelen.
Vraag 6
Is de opsomming in vraag 5 van medegebruik door tweeden en derden volledig? Zo nee,
welke organisaties of andere actoren missen in de opsomming?
Antwoord 6
Defensie levert ook NAFIN-diensten (of heeft het verzoek deze te gaan leveren) aan
de NCTV, het Nationaal Cyber Security Centrum, de inlichtingen- en veiligheidsdiensten,
de IND, het European Air Transport Command en de Kustwacht.
Vraag 7
Klopt nog steeds het uitgangspunt voor medegebruik dat «Defensie onder alle omstandigheden
de volledige zeggenschap over het NAFIN behoudt»?2 Zo nee, op welke onderdelen en in welke situaties is daar geen sprake meer van?
Antwoord 7
Ja.
Vraag 8
In hoeverre is er bij het medegebruik door tweeden en derden sprake van virtueel en/of
gescheiden netwerken? Kunt u per medegebruiker aangeven of er sprake is van een virtueel
gescheiden en/of fysiek gescheiden netwerk?
Antwoord 8
Bij medegebruik worden NAFIN glasvezels aangelegd naar de locatie van de medegebruiker
waarop NAFIN apparatuur wordt aangesloten voor de levering van NAFIN diensten. Deze
diensten zijn virtueel gescheiden in de NAFIN infrastructuur, zodat er geen vermenging
van datastromen van verschillende organisaties en/of systemen kan optreden.
Vraag 9
In hoeverre is er op deze netwerken sprake van het verspreiden van gerubriceerde/geclassificeerde
informatie? Kunt u een overzicht van welke gerubriceerde/geclassificeerde informatie
over welke netwerken (NAFIN en de medegebruikers) verspreid kan/mag worden aan de
Kamer toezenden? Klopt het nog steeds dat over het NAFIN tot en met geheim gerubriceerde
e-mail kan worden verzonden?
Antwoord 9
Het NAFIN is gerealiseerd over glasvezels die alleen bovengronds komen op locaties
van Defensie of ketenpartners in een daartoe ingerichte en beveiligde ruimte. Door
aanvullende, strikte eisen aan netwerkapparatuur kan over het NAFIN informatie tot
het niveau Departementaal Vertrouwelijk getransporteerd worden. Voor transport van
hoger gerubriceerde informatie over het NAFIN worden aanvullende maatregelen genomen.
Vraag 10
Herinnert u zich de verkenning door PWC naar gescheiden ICT-netwerken en -diensten
in Nederland?3 Bent u het met PWC eens, dat een deel van de kwetsbaarheid van ICT-netwerken zich
bevinden in:
a. de oorsprong van de keten van ontwerp en bouw van het netwerk;
b. de upgrades van het netwerk: welke kwetsbaarheden zijn, al dan niet bewust, in componenten
ingebouwd?
c. het beheer en het onderhoud van het netwerk: wie hebben toegang tot een netwerk via
beheer en onderhoud en met welke intenties?4
Antwoord 10
Defensie houdt maximaal rekening met deze ketenrisico’s door het NAFIN als zogenaamd
militairy owned and controlled infrastructuur te beschouwen. Dat betekent dat het netwerk door medewerkers van Defensie
is ontworpen en dat Defensie zelf de netwerkapparatuur installeert en configureert.
Daarnaast garandeert de leverancier dat de netwerkapparatuur voor het NAFIN voldoet
aan de Common Criteria for Information Technology Security Evaluation (ISO/IEC 15408).
Toegang tot technische ruimtes en NAFIN-apparatuur is alleen voor geautoriseerde medewerkers
van Defensie en eventueel voor medewerkers van de leverende marktpartijen, echter
uitsluitend onder aansturing en begeleiding van Defensiemedewerkers. Tot slot wordt
het beheer en onderhoud van het NAFIN door Defensie zelf uitgevoerd, waar nodig in
samenwerking met gescreende leveranciers. Bewaking van het NAFIN vindt vierentwintig
uur per dag plaats. Er zijn geen beheerkoppelingen naar de leverende marktpartijen
en onderhoud wordt door Defensie zelf uitgevoerd vanaf Defensielocaties.
Vraag 11
Op welke wijze hebt u rekening gehouden met deze ketenrisico’s (zoals het mogelijk
schenden van de vertrouwelijkheid van de inhoud van de communicatie) bij het NAFIN
en de medegebruikers van het netwerk?
Antwoord 11
De richtlijnen van Defensie zoals verwoord in de reactie op vraag 10 zijn ook van
toepassing voor medegebruik NAFIN op locaties buiten defensie. Het NAFIN verzorgt
het ongeschonden transport van de aangeboden data; de eindgebruiker is verantwoordelijk
voor de inhoud van de communicatie.
Vraag 12
Welk restrisico accepteert u voor NAFIN en het medegebruik? Wat is nodig om dit restrisico
te mitigeren?
Antwoord 12
De topologie van het NAFIN is zo opgesteld dat de hoofdroutes van het NAFIN uitsluitend
naar Defensielocaties gaan. Locaties van medegebruikers worden separaat aangesloten
op deze hoofdroutes. In geval van een dreiging die zijn oorsprong kent in een locatie
van een medegebruiker kan Defensie op afstand de poorten dichtzetten of zelfs de volledige
locatie isoleren van het NAFIN. Hierdoor kunnen risico’s voortkomend uit medegebruik
van het NAFIN zoveel mogelijk worden gemitigeerd.
Vraag 13
Wie doet op dit moment of gaat in de toekomst het ontwerp, bouw, upgrades, beheer
en onderhoud van het NAFIN en de medegebruikers zoals C2000, de Rijksdatacenters,
de Haagse Ring, de Rijkscloud en overige medegebruikers doen? Kunt u een overzicht
van NAFIN en per medegebruiker maken? In hoeverre is hier sprake van Nederlandse dan
wel buitenlandse bedrijven?
Antwoord 13
Deze activiteiten worden volledig onder regie van Defensie uitgevoerd, waarbij het
merendeel van de activiteiten ook door Defensie zelf worden uitgevoerd. Aanvullende
inzet van medewerkers van de leverende marktpartijen vindt uitsluitend plaats onder
aansturing en begeleiding van Defensie- medewerkers. Defensie maakt gebruik van twee
marktpartijen voor het NAFIN: KPN voor de infrastructuur en Nokia Nederland (voorheen
Alcatel-Lucent) voor de netwerkapparatuur. Beide partijen zijn ABDO getoetst.
Vraag 15
Hoe wordt voorkomen dat via ontwerp, bouw, upgrades, beheer en onderhoud van de medegebruikers
van het NAFIN door buitenlandse bedrijven (bijvoorbeeld Chinese bedrijven) toegang
wordt verkregen tot het militaire deel van het netwerk en dat daarmee de nationale
veiligheid in gevaar kan komen? Kunt u de maatregelen apart benoemen voor de categorie
ontwerp, bouw, upgrades, beheer en onderhoud?
Antwoord 15
Het NAFIN wordt alleen gekoppeld met externe netwerken door tussenkomst van een sterk
beveiligd koppelvlak om te voorkomen dat derden toegang krijgen. Zie voorts het antwoord
op vraag 13.
Vraag 16
Bent u bereid om, door middel van een risicoanalyse van het NAFIN en het medegebruik,
de kans en impact van dreigingen in kaart te brengen om hier vervolgens mitigerende
maatregelen aan te koppelen en over de kans en impact van dreigingen en de genomen
en te nemen maatregelen de Tweede Kamer voor de zomer van 2019 te informeren? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 16
Een risicoanalyse is onderdeel van het bestaande informatiebeveiligingsplan van het
NAFIN. Dit leent zich niet voor openbaarmaking. Ik verwijs u voorts naar het antwoord
op vraag 1 en 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie -
Mede namens
B. Visser, staatssecretaris van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.