Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Stoffer en Baudet over de twijfels van het bedrijfsleven over de kosten van het klimaatbeleid en de berekeningen die in dit kader zijn gemaakt door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
Vragen van de leden Stoffer (SGP) en Baudet (FvD) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de twijfels van het bedrijfsleven over de kosten van het klimaatbeleid (ingezonden 4Â april 2019).
Mededeling van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 25 april
2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de twijfels en vragen van VNO-NCW en MKB-Nederland over
de gehanteerde veronderstellingen en modelberekeningen bij het ontwerpKlimaatakkoord
(OKA) en de doorrekening ervan?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat betrouwbare informatie en een integraal beeld van de haalbaarheid
en betaalbaarheid van het klimaatbeleid essentieel zijn voor het draagvlak voor de
energietransitie?
Vraag 3
Waarom rekent het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) met een aanzienlijk lagere
omvang van de gemiddelde investeringskosten per woning dan het Economisch Instituut
voor de Bouw (15.000 versus 30.000 euro)?
Vraag 4
Hoe robuust acht u het OKA-uitgangspunt van woonlastenneutraliteit, gezien de gerede
twijfels over de kosten van het verduurzamen van woningen?
Vraag 5
Wat gaat u doen om de lasten van de verduurzaming van de gebouwde omgeving voor huishoudens
en ondernemers binnen de perken te houden?
Vraag 6
Behouden woningeigenaren in de toekomst de vrijheid om te beslissen over investeringen
in verduurzaming van hun woning?
Vraag 7
Waarom zijn een aantal maatregelen met een significante impact op de CO2-reductie in de industrie, zoals het subsidiëren van nieuwe technieken met behulp
van de SDE++-regeling en het beschikbaar stellen van extra SDE++-budgetten bij achterblijvende
reductie, niet meegenomen in de doorrekening van het PBL?
Vraag 8
Wat is het effect als deze maatregelen wel worden meegenomen?
Vraag 9
Wanneer komt u met de uitwerking van deze maatregelen, zodat de CO2-reductie hiermee alsnog kan worden behaald?
Vraag 10
Wat is de oorzaak voor de relatief lage inschatting van de hoogte van de investeringskosten
voor de industrie door het PBL ten opzichte van de inschatting door Navigant?2
Vraag 11
Wat gaat u doen om de investeringskosten voor verduurzaming in de industrie binnen
de perken te houden?
Vraag 12
Wat gaat u doen om het draagvlak voor de energietransitie onder burgers en bedrijven
te vergroten?
Vraag 13
Bent u, gezien de verschillende vraagtekens bij de doorrekening van het PBL en het
belang van voldoende draagvlak voor de energietransitie, bereid meer inzicht te (laten)
geven in de berekeningen en aannames van het PBL?
Mededeling
Op 4 april jl. hebben de leden Stoffer (SGP) en Baudet (FvD) vragen gesteld over de
twijfels van het bedrijfsleven over de kosten van het klimaatbeleid en de berekeningen
die in dit kader zijn gemaakt door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) (kenmerk
2019Z06722).
Vanwege de benodigde interdepartementale afstemming kunnen deze vragen niet binnen
de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord. Ik streef ernaar de vragen
zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.