Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over toegang tot zorg voor dementerende ouderen met een migratieachtergrond
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over toegang tot zorg voor dementerende ouderen met een migratieachtergrond (ingezonden 2 april 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 24 april
2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Ayse (85) uit Enschede heeft Alzheimer, maar
waar kan ze terecht?»?1
Antwoord 1
Ja, dat heb ik.
Vraag 2
Heeft u inzicht in of en zo ja, in welke mate dementerende immigrantenouderen vaker
en/of langer thuis blijven wonen in plaats van dat zij naar een verpleeghuis gaan?
Heeft u tevens inzicht in wat de redenen daarvoor zijn?
Antwoord 2
Naar schatting zijn er momenteel in Nederland tussen de 254.000 en 270.000 mensen
met dementie2. Uit cijfers van Alzheimer Nederland (2014)3 blijkt dat 28.000 mensen met dementie in Nederland een niet-westerse achtergrond
hebben. Dit is ruim 10% van het totaal aantal mensen met dementie. Naar verwachting
zal het totaal aantal personen met dementie met een niet-westerse achtergrond in de
toekomst tweemaal zo snel stijgen als het aantal mensen met een westerse achtergrond
vanwege het vaker voorkomen van risicofactoren voor dementie zoals diabetes en cardiovasculaire
aandoeningen.
Het is mij bekend dat dementerende immigrantenouderen vaker en ook langer thuis blijven
wonen en dat zij hierbij (vaak) terugvallen op hun familie. Volgens cijfers van Alzheimer
Nederland uit 2014 woont zelfs 99% van de mensen met dementie met een niet-westerse
achtergrond thuis of bij familie. Uit veel reacties blijkt dat familieleden het onder
andere «als hun vanzelfsprekende taak» zien om voor hun familielid met dementie te
zorgen4. Dit komt voort uit wat zij als hun traditionele en religieuze morele plicht beschouwen.
Echter deze opvatting blijkt te verschillen tussen de eerste en tweede generatie.
De jongste generatie in Nederland vindt het niet meer zo vanzelfsprekend dat zij zelf
alle hulp verlenen. In de praktijk blijkt echter dat ouders toch verwachten dat kinderen
voor hen zorgen en dat zij niet door een vreemde verzorgd willen worden.
Ik heb het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gevraagd om onderzoek te doen naar
de stand van zaken van de informele zorg in Nederland. Er is gevraagd specifieke groepen
mantelzorgers hierin mee te nemen, waaronder mantelzorgers met een niet-westerse achtergrond.
Ik verwacht de uitkomsten van dit onderzoek begin 2021. Deze zullen met uw Kamer worden
gedeeld.
Vraag 3
Op welke wijze wordt er voor zorggedragen dat dementerende migrantenouderen niet «te
lang» thuis blijven wonen en indien noodzakelijk tijdig naar een verpleeghuis kunnen?
Heeft u inzicht in welke mate «te lang thuis blijven wonen» (mogelijk) aan de orde
is?
Antwoord 3
De specifieke behoeften van groepen dementerende migrantenouderen zijn vaak niet bekend
bij gemeenten. Zij weten de benodigde zorg vaak niet (goed) te vinden5. Veel mantelzorgers voelen zich bovendien onzeker in het regelen van zorg en steun
voor zichzelf of voor hun familieleden. Ze missen veel informatie, weten niet hoe
systemen werken en weten niet hoe ze moeten omgaan met deze onbekendheid.
In mijn programma Langer Thuis zet ik onder andere in op betere maatschappelijke bewustwording
van mantelzorg. Ook mantelzorgers en cliënten met een niet-westerse achtergrond moeten
weten dat ze er niet alleen voor staan en dat zij recht hebben op zorg en ondersteuning.
In het voorjaar van 2018 zijn acht lokale Moeder aan de Lijn meet-ups georganiseerd,
waarbij mantelzorgers op basis van de documentaire Moeder aan de Lijn met elkaar in
gesprek zijn gegaan en gewezen zijn op lokaal ondersteuningsaanbod. Ik ben voornemens
om in 2019–2020 in twintig nieuwe omgevingen dergelijke meet-ups voor mantelzorgers
te organiseren. Deze wil ik graag verbreden door het organiseren van enkele doelgroepgerichte
meet-ups, waaronder specifiek voor mensen met een niet-westerse achtergrond. Hiermee
wil ik onder andere inzicht krijgen in welke mate deze groep (te) lang blijft thuis
wonen.
Vraag 4, 5 en 6
Kunt u zich de in bedoeld artikel omschreven situatie van dementerende immigrantenouderen
voorstellen?
Wordt er naar uw mening, bijvoorbeeld in de verpleeghuiszorg, voldoende en op juiste
wijze rekening gehouden met die situatie?
Op welke wijze wordt ingespeeld op het gegeven dat het aantal zorgbehoevende migrantenouderen
de komende jaren zal toenemen? Bent u bereid tot extra inspanningen op dat vlak? Zo
ja, welke?
Antwoord 4, 5 en 6
Ik kan mij voorstellen dat juist iemand met dementie zich niet prettig voelt in een
situatie waarin onvoldoende rekening wordt gehouden met wat hij of zij nodig heeft
en waarin geen zorg op maat geboden wordt. De norm voor goede verpleeghuiszorg is
persoonsgerichte zorg, dat wil zeggen dat er voldoende zorgverleners zijn die tijd
en ruimte hebben om zich te verdiepen in wat bewoners nodig hebben en de zorg op maat
aan te bieden. Bij het jongste debat over de verpleeghuiszorg is door mevrouw Ellemeet
een motie over cultuurspecifieke zorg ingediend die is aangenomen (Kamerstuk 31 765, nr. 397). Door het Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten (Noom) wordt een leidraad
voor cultuurspecifieke verpleeghuiszorg opgesteld. De motie heeft als strekking dat
de leidraad aan het programma «Thuis in het verpleeghuis» wordt toegevoegd. Het streven
van de leidraad is om zorgaanbieders in staat te stellen voldoende en op de juiste
wijze rekening te houden met cultuurspecifieke situaties.
Vraag 7
Bent u van mening dat zaken als bijvoorbeeld de in het artikel genoemde «schaamcultuur»
de noodzaak van goede voorlichting richting (de omgeving van) migrantenouderen als
ook richting zorgprofessionals die met hen te maken krijgen belangrijk is? Zo ja,
bent u dan bijvoorbeeld bereid tot een voorlichtingscampagne?
Antwoord 7
De hiervoor genoemde leidraad voor cultuurspecifieke verpleeghuiszorg zal zorgorganisaties
ook aanknopingspunten bieden voor de afstemming van hun communicatie met migrantenouderen
en hun naasten. De meerwaarde van een algemene voorlichtingscampagne zie ik vooralsnog
niet.
Vraag 8 en 9
Wat kunt u op regionaal niveau doen aan het in het artikel genoemde gebrek aan passende
woonzorg voor dementerende migrantenouderen in Twente (maar ook in andere delen van
het land)?
Bent u bereid om het gesprek aan te gaan om tot voldoende passende cultuurspecifieke
zorg in verpleeghuizen te komen in elke regio?
Antwoord 8 en 9
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 5 strekt de aangenomen motie van mevrouw
Ellemeet reeds tot opname van de leidraad die Noom opstelt voor cultuurspecifieke
zorg in «Thuis in het verpleeghuis». Met de leidraad kunnen de zorgaanbieders voldoende
rekening houden met cultuurspecifieke situaties.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.