Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Renkema over het rapport ‘Psychiaters in GGZ-instellingen: Arbeidsmarktonderzoek NVvP-LAD’
Vragen van het lid Renkema (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het rapport «Psychiaters in GGZ-instellingen: Arbeidsmarktonderzoek NVvP-LAD» (ingezonden 27 maart 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
24 april 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «Psychiaters in ggz-instellingen: Arbeidsmarktonderzoek
NVvP-LAD?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Vindt u ook dat werken als zelfstandige psychiater veel aantrekkelijker lijkt te zijn
dan werken als psychiater in loondienst?
Ziet u dat een hoop psychiaters in loondienst overstappen naar werken op interim-basis
waardoor de werkdruk voor psychiaters in loondienst verder verhoogt waardoor de overstap
naar werken op interim-basis nog aantrekkelijker lijkt te worden?
Antwoord 2 en 3
Naar mijn mening is het niet mogelijk om generieke uitspraken te doen over de relatieve
aantrekkelijkheid van werken in loondienst.
De meest recente cijfers van het CBS laten zien dat in de jaren 2013–2017 het aantal
werkzame psychiaters in de geestelijke gezondheidszorg (ggz), inclusief psychiaters
met een geldige inschrijving als psychotherapeut, is toegenomen van 2.325 naar 2.460.
Het aantal werknemers daaronder is gestegen van 1.690 in 2013 naar 1.900 in 2017.
Het aantal zelfstandigen is toegenomen van 565 naar 735. Het aantal psychiaters dat
werkt als zowel zelfstandige als werknemer is gedaald van 755 naar 615.
Deze cijfers laten zien dat zowel het aantal mensen in loondienst als het aantal zzp-ers
toeneemt. Relatief gezien stijgt het aantal zzp-ers wel harder dan het aantal mensen
in loondienst. Dit spoort met het brede beeld in zorg en welzijn.
Zoals ook uit het voorliggende arbeidsmarktonderzoek van de NVvP en LAD blijkt is
het grootste deel van de psychiaters werkzaam in loondienst. Daarbij is het opvallende
nieuws dat het totale aantal psychiaters toeneemt en dat ook het aantal psychiaters
in loondienst stijgt.
De relatieve aantrekkelijkheid van werken in loondienst wordt bepaald door individuele
voorkeuren, persoonskenmerken en specifieke arbeidsomstandigheden en het organisatieklimaat
van de verschillende organisaties.
In beginsel is het aan zorgmedewerkers om een bewuste en goedgeïnformeerde keuze te
maken voor het ZZP-schap en de daarbij behorende verantwoordelijkheden. Goed werkgeverschap
hoort hier voor zorginstellingen nadrukkelijk bij, zodat medewerkers niet (onnodig)
uitstromen naar het ZZP-schap.
Vraag 4
Vindt u dat deze ontwikkeling ongewenst is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat kunt u
doen om deze ontwikkeling tegen te gaan?
Antwoord 4
Een stijging van het aantal psychiaters dat als zelfstandige werkzaam is, is niet
per definitie ongewenst. Het inhuren van zelfstandigen kan werkgevers bijvoorbeeld
meer flexibiliteit geven. Voor de psychiaters die ervoor kiezen als zelfstandige werkzaam
te zijn kan dit het gevolg zijn van een betere aansluiting bij persoonlijke preferenties.
Bij de stijging van het aantal zelfstandigen zien we dat deze stijging gepaard gaat
met een parallelle stijging van het aantal psychiaters in loondienst.
Het toenemend aantal zelfstandigen brengt wel vragen met zich mee zoals de ook in
het onderzoek aangehaalde verdeling van diensten.
Daarover zijn afspraken gemaakt in het Hoofdlijnenakkoord ggz. Hierin is afgesproken
dat de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), Verpleegkundigen en Verzorgenden
Nederland (V&VN) en Geestelijke Gezondheidszorg Nederland (GGZ Nederland) een plan
van aanpak maken voor de capaciteit tijdens crisisdiensten en de avond-, nacht- en
weekenddiensten (ANW-diensten). Ik heb onlangs een gesprek met hen gehad over de voortgang
hiervan. Zij onderstrepen het uitgangspunt dat werken in de crisisdienst onderdeel
is van de werkzaamheden van de psychiater.
Er wordt in dialoog tussen werkgevers en professionals ingezet op verbeteren van de
arbeidsomstandigheden in en rondom de crisisdiensten, zodat het ook aantrekkelijk
is en blijft om in crisisdiensten te werken. De knelpunten in de ANW-diensten worden
uitgewerkt en in kader van taakherschikking wordt gekeken hoe dit verder in de crisisdienst
als de ANW-diensten kan worden doorontwikkeld.
De trend van meer zelfstandigen speelt breder in de zorg dan alleen in de ggz. Daarom
is recent ook een actiegericht onderzoek naar flexwerkers in de zorg gestart. Dit
onderzoek heeft tot doel om in aanvulling op het zorgbrede actieprogramma «Werken
in de Zorg» zicht te krijgen op welke acties zorginstellingen desgewenst zouden kunnen
ondernemen in het kader van flexwerkers in de zorg.
Vraag 5
Vindt u het zorgelijk dat psychiaters in loondienst extra taken, die in sommige gevallen
goedkoper door anderen gedaan kunnen worden, verrichten als gevolg van onderbezetting?
Antwoord 5
Ik ben van mening dat taken zoveel mogelijk op het best passende niveau moeten worden
verricht. Mensen moeten zo weinig mogelijk werk doen waar ze overgekwalificeerd voor
zijn. Dit draagt ook bij aan het vergroten van medewerkerstevredenheid. Als onderbezetting
ertoe leidt dat daardoor niet de meest duurzame en efficiënte inzet van personeel
plaats vindt dan vind ik dat zorgelijk.
Vraag 6
Vindt u het zorgelijk dat psychiaters in loondienst een gebrek aan ondersteuning ervaren
en dat zij een hogere werkdruk ervaren ten opzichte van een psychiater die zelfstandig
werkt?
Antwoord 6
Ja, dat vind ik zorgelijk. Voor de betreffende werkgevers moet en zal dit ook een
duidelijk signaal zijn om hier extra aandacht aan te besteden. De werkomgeving, werkdruk,
de administratieve lastendruk en de invloed van de psychiater daarop zijn ook veel
genoemde factoren bij uitstroom.
Vraag 7
Bent u van plan ervoor te zorgen dat de aantrekkelijkheid om als psychiater in loondienst
te werken, te vergroten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen?
Antwoord 7
Werkgevers zijn verantwoordelijk voor het creëren van een aantrekkelijk werkklimaat
waarin de medewerkers met plezier werken. Het onderhavige onderzoek biedt hiertoe
een aantal aanknopingspunten, zoals invloed op de inhoud van het werk en op het beleid
van de organisatie door werknemers als ook een duidelijke afbakening van taken van
de psychiater aansluitend op zijn of haar competenties en vaardigheden.
Waar we kunnen zullen we werkgevers hierbij ondersteunen. Met de partijen die deelnemen
aan het hoofdlijnenakkoord ggz heb ik verschillende afspraken gemaakt om werken in
de ggz aantrekkelijker te maken. Om ervoor te zorgen dat er voldoende behandelaren
zijn voor de crisisdiensten en ANW-diensten stellen de NVvP, V&VN en GGZ Nederland,
zoals gemeld in antwoord op vraag 4, gezamenlijk een plan op. Ik ben met deze partijen
in overleg en bezie samen met hen wat we kunnen doen om de concretisering en implementatie
van dit plan te bespoedigen.
Om de beschikbaarheid van regiebehandelaren te bevorderen, maken de partijen zich
sterk om binnen de mogelijkheden voor functiedifferentiatie en taakherschikking meer
beroepsgroepen in te zetten als regiebehandelaar.
Goed werkgeverschap is een belangrijk thema binnen het zorgbrede actieprogramma «Werken
in de zorg». We zien – ook in de ggz – goede voorbeelden van organisaties die hiermee
hard aan de slag zijn. Werkgevers kunnen veel van elkaar leren. Daaraan willen we
bijdragen met het Actie-Leer-Netwerk. Hiermee willen we goede voorbeelden beter voor
het voetlicht brengen en zorgen dat organisaties elkaar ook op dit thema beter weten
te vinden. Daarnaast wordt eraan gewerkt, via het sectorplan curatieve ggz in het
kader van het programma (Ont)regel de zorg waar ik u eerder over geïnformeerd heb,
de administratieve lasten binnen instellingen zo laag mogelijk te houden.
Vraag 8
Bent u van mening dat de in het rapport aangereikte adviezen, goed beargumenteerde
adviezen zijn waarbij gekeken moet worden of deze op korte termijn geïmplementeerd
kunnen worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe bent u van plan deze te implementeren?
Antwoord 8
Ik herken veel van de aanbevelingen. Deze zijn in hoofdzaak gericht op de verantwoordelijke
organisaties als NVvP, Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD), GGZ
Nederland en uiteindelijk de individuele werkgevers.
In het kader van het hoofdlijnenakkoord hebben we met deze partijen afspraken gemaakt
over het werken in de ggz. Ik zal de aanbevelingen uit dit rapport meenemen in de
uitwerking van deze afspraken.
Vraag 9
Bent u bereid deze vragen tijdig voor het aankomende algemeen overleg GGZ d.d. 11 april
2019 te beantwoorden zodat de antwoorden op deze schriftelijke vragen meegenomen kunnen
worden in het algemeen overleg?
Antwoord 9
Ik heb mijn best gedaan deze beantwoording zo spoedig mogelijk aan u toe te zenden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.