Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Den Boer over integriteitskwesties bij de waterschappen
Vragen van het lid Den Boer (D66) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Infrastructuur en Waterstaat over integriteitskwesties bij de waterschappen (ingezonden 29 maart 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 24 april
2019).
Vraag 1
Kent u het artikel «Bagger in de berm, dat is niet integer»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het feit dat de afgelopen vier jaar 103 integriteitskwesties
speelden bij de 21 waterschappen in Nederland?
Antwoord 2
Het is te betreuren dat er zich uiteenlopende integriteitskwesties voordoen. Het positieve
is dat integriteitszaken wel worden gemeld en dat er actie kan worden genomen. Bestuurders
en ook ambtenaren zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor de integriteit
van hun handelen binnen het openbaar bestuur.
Ook de waterschappen zijn zich bewust van het belang integriteitkwesties te voorkomen.
Om de waterschappen hierbij te ondersteunen heeft het Arbeidsmarkt & Ontwikkelingsfonds
Waterschappen in samenwerking met de sector waterschappen de Toolbox Integriteit ontwikkeld.
Deze toolbox is vorig jaar nog geactualiseerd en opnieuw onder de aandacht gebracht
van ambtenaren en bestuurders (zie ook https://hrm.aenowaterschappen.nl/nl/thema/Integriteit).
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat de integriteit van de waterschappen in Nederland versterkt
moet worden?
Antwoord 3
Het streven is het integriteitsbeleid naar een hoger plan te tillen, omwille van de
kwaliteit en legitimiteit van het openbaar bestuur. Niet voor niets is openheid en
integriteit een van de beginselen uit de Nederlandse code voor goed openbaar bestuur.
Ik wijs de waterschappen op de bestaande en nieuwe instrumenten om integriteit blijvend
onder de aandacht te brengen en houden, van zowel ambtenaren als bestuurders.
Vraag 4
Hoe verklaart u het feit dat de waterschappen de afgelopen jaren relatief meer integriteitskwesties
kenden dan provincies en gemeenten?
Antwoord 4
Uit het aangehaalde NRC-artikel en de vergelijking tussen organisaties daarin blijkt
dat het gemiddelde aantal integriteitsonderzoeken per waterschap per jaar lager is
ten opzichte van provincies en gemeenten.2 Blijft gehandhaafd dat elke schending er natuurlijk een teveel is.
Vraag 5
Kunt u het grote verschil in de aantallen integriteitsonderzoeken tussen de waterschappen
(waar het waterschap Amstel, Gooi en Vecht 45 zaken onderzocht, zijn er ook waterschappen
die geen enkele integriteitskwestie hebben onderzocht) verklaren?
Antwoord 5
Het aantal van 45 zaken dat is opgegeven voor het waterschap Amstel, Gooi en Vecht
heeft betrekking op Waternet. Waternet is een samenwerkingsverband dat namens waterschap
Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam zorgt voor de hele waterkringloop.
Bij Waternet werken ca. 1.700 medewerkers.
Dat zou het verschil kunnen verklaren voor het relatief hoge aantal zaken over 4 jaren
ten opzichte van de waterschappen met gemiddeld ca. 450 medewerkers per waterschap.
Vraag 6
Bij hoeveel van de afgeronde en nog lopende integriteitszaken bij de waterschappen
werd de integriteit van een bestuurder onderzocht? Wat voor soort integriteitsschendingen
betreft het in deze zaken?
Antwoord 6
Uit de informatie die de 21 waterschappen hebben aangeleverd blijkt dat 3 waterschappen
een aantal integriteitsonderzoeken hebben uitgevoerd naar mogelijke integriteitsschendingen
door leden van het Algemeen en/of Dagelijks Bestuur. Tevens blijkt hieruit dat daar
waar schendingen zijn geconstateerd, afspraken zijn gemaakt.
Vraag 7
Ziet u een mogelijk verband tussen integriteitsschendingen bij de waterschappen en
de zogenaamde «geborgde zetels»? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ik leid dat niet af uit de informatie in het artikel. Voor alle bestuursleden geldt
de Handreiking Integriteit politieke ambtsdragers (zie het antwoord op vraag 8).
Vraag 8
Heeft elk waterschap in Nederland een gedragscode integriteit voor het bestuur? Zo
nee, bent u bereid de ontwikkeling hiervan te stimuleren?
Antwoord 8
Op grond van artikel 33 lid 3 van de Waterschapswet moet het algemeen bestuur voor
zijn leden, de leden van het dagelijks bestuur en de voorzitter een gedragscode vaststellen.
In 2016 heeft de gewijzigde Handreiking Integriteit politieke ambtsdragers inclusief
modelgedragscode (die onder andere i.s.m. de Unie van Waterschappen is opgesteld)
gezorgd voor een «herijking» van de bestaande modelgedragscode bij waterschappen3. Bij de waterschappen zullen de onlangs nieuw gekozen algemene besturen de gedragscode
(opnieuw) bespreken en vaststellen.
Vraag 9
Kunt u de voortgang schetsen van de maatregelen die u heeft genomen in het kader van
de versterking van de integriteit van het lokaal bestuur (zoals toegelicht in Kamerstuk
28 844, nr. 156) en de waterschappen in het bijzonder?
Antwoord 9
De afgelopen periode heeft de versterking van de integriteit in het lokaal bestuur
hoog op de agenda gestaan en dat staat het nog steeds. De aandacht hiervoor is belangrijk
bij zowel de kandidaatstelling, benoeming, als tijdens de bestuursperiode. Sinds de
brief met daarin acties en maatregelen ter versterking van de integriteit in het lokaal
bestuur naar uw Kamer is gestuurd, is er hard gewerkt aan de totstandkoming van een
aantal bestuurlijke producten die behulpzaam kunnen zijn voor de praktijk. De waterschappen
zijn vanaf het begin betrokken bij de uitwerking van het pakket van acties en maatregelen.
In 2017 is de Handreiking Integriteitstoetsing kandidaten voor decentrale politieke
partijen opgesteld. Deze wordt momenteel geactualiseerd.
De Handleiding basisscan integriteit voor kandidaat-bestuurders is opgesteld in de
aanloop naar de provinciale en waterschapsverkiezingen. Deze handleiding is door het
Ministerie van BZK op 4 maart 2019 aan de provincies, waterschappen en de BES-eilanden
Bonaire en Saba gestuurd.
De waterschappen zijn vertegenwoordigd in het Netwerk Weerbaar Bestuur, waar ook veiligheid
en integriteit belangrijke aandachtsgebieden zijn.
Verder is er ook aandacht voor integriteit in het inkoop- en aanbestedingsbeleid en
transparantie door een open databeleid door en van de waterschappen.
Daarnaast zijn de waterschappen betrokken bij de organisatie en nemen zij actief deel
aan de Dag (voor ambtenaren) en Nacht (voor bestuurders) van de Integriteit (i.s.m.
CAOP, IPO en VNG).
Vraag 10
Welke maatregelen neemt u om de handleiding basisscan integriteit daadwerkelijk onder
de aandacht te brengen bij de benoeming van de nieuwe gedeputeerden en de bestuurders
van de waterschappen?
Antwoord 10
Op 4 maart 2019 is de Handleiding basisscan integriteit voor kandidaat-bestuurders
door de Minister van BZK officieel overhandigd aan de voorzitter van de Unie van Waterschappen,
de heer Van der Sande.
Daar is (publicitaire) aandacht aan gegeven en de handleiding is onder andere aangeboden
aan de waterschappen om te gebruiken in aanloop naar de benoeming van de kandidaat-bestuurders.
Naast deze handleiding zijn de beschikbare instrumenten rondom bestuurlijke integriteit
in den brede uitgebreid onder de aandacht gebracht van de deels nieuwe lichting waterschapsbestuurders.
In 2019 zal de handleiding overigens worden geëvalueerd waarna (digitaal) een volgende
versie zal verschijnen. Ook daarmee zal gebruik en doorontwikkeling verder worden
gestimuleerd. Op basis van de evaluatie zal worden bezien of nadere aanvulling of
wellicht inkadering van integriteitsanalyses nodig is. Verder kan die handleiding
input bieden voor de Toolbox Integriteit van het Arbeidsmarkt & Ontwikkelingsfonds
Waterschappen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.