Schriftelijke vragen : Het monddood maken van de sociaal domein cliëntenraad in Eindhoven
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het monddood maken van de sociaal domein cliëntenraad in Eindhoven (ingezonden 17 april 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Cliëntenraad in Eindhoven monddood»?1
Vraag 2
Wekt de uitspraak dat vijf leden die zijn ontslagen omdat zij «te kritisch» zouden
zijn volgens de voorzitter van de cliëntenraad bij u ook argwaan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Bent u het eens met de in bedoeld artikel geponeerde stelling dat de recente veranderingen,
waaronder de betwiste ontslagen, het idee wekken dat deze cliëntenraad monddood wordt
gemaakt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Vindt u niet dat juist nu gemeenten een grote (beleids-)vrijheid in het sociaal domein
hebben een stevige, goed uitgeruste en bovenal onafhankelijke cliëntenraad van zeer
groot belang is?
Vraag 5
Vindt u niet dat in de precaire situatie juist in Eindhoven rondom huishoudelijke
hulp (veel onduidelijkheid bij cliënten, veel bezwaren etc.) elke schijn van het monddood
maken van de cliëntenraad moet worden vermeden?
Vraag 6
Heeft u een overzicht van hoe gemeentelijke cliëntenraden nu feitelijk functioneren?
Zo nee, bent u bereid dit te laten onderzoeken?
Vraag 7
Op welke manier bent u van plan een vinger aan de pols te houden bij de situatie in
Eindhoven om te verzekeren dat een onafhankelijke cliëntenraad een tegengeluid kan
bieden wanneer nodig?
Indieners
-
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
J.W.M. Kerstens, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.