Antwoord schriftelijke vragen (nader) : Nader antwoord op vragen van de leden Omtzigt en Lodders over het Revnext-model voor de stimulering van elektrische auto's, de merkwaardige aanbesteding, de uitkomsten van dit model en het feit dat TNO de staatssecretaris weerspreekt
Vragen van de leden Omtzigt (CDA) en Lodders (VV) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat over het Revnext-model voor de stimulering van elektrische auto's, de merkwaardige aanbesteding, de uitkomsten van dit model en het feit dat TNO de Staatssecretaris weerspreekt (ingezonden 8 april 2019).
Nader antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en
            Waterstaat), mede namens de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 23 april 2019).
         
Vraag 1
            
Herinnert u zich dat de Kamer meerdere keren gevraagd heeft of het CARbonTAX-model
               wetenschappelijk gevalideerd is? Heeft u, toen het bleek dat het niet gevalideerd
               was, actie ondernomen en het model alsnog wetenschappelijk laten valideren? Zo ja,
               wanneer, door wie en met welke uitkomst en zo nee, waarom niet?
            
Vraag 2
            
Wilt u reageren op de volgende bewering van TNO, die uw antwoord op Kamervragen weerspreekt:
               «In het antwoord van Staatssecretaris Snel (07/02/2019) op vragen 11, 12 en 24 van
               Kamerleden Omtzigt en Lodders (15/01/2019) wordt gesteld dat «alle parameters in de
               zomer en het najaar van 2018 gedurende 3 maanden uitvoerig zijn besproken, getoetst
               en op onderdelen herijkt en gevalideerd door het PBL en TNO». Naar de mening van TNO
               heeft er geen herijking en validatie van het model plaatsgevonden, maar slechts een
               evaluatie en een update van model-inputs. De uit het antwoord van Staatssecretaris
               Snel op te maken suggestie dat TNO het CARbonTAX-model heeft gevalideerd, weerspreken
               wij derhalve»?1
Vraag 3
            
Heeft het Planbureau voor de Leefomgeving zelf het CARbonTAX-model van Revnext geselecteerd
               voor de doorrekening van het Klimaatakkoord? Zo ja, wanneer, hoe en op basis van welke
               criteria heeft die selectie plaatsgevonden? Zo nee, wie heeft dan dat model aanbevolen
               of geselecteerd voor het planbureau?
            
Vraag 4
            
Heeft het Planbureau voor de Leefomgeving zelf het gedeelte van het Klimaatakkoord
               aangaande elektrische auto's laten doorrekenen door Revnext? Zo ja, onder welk contract
               is dat gebeurd (n.b. het gaat hier expliciet niet over de gevoeligheidsanalyses)?
            
Vraag 5
            
Bent u ervan op de hoogte dat er andere modellen zijn voor het doorrekenen van het
               stimuleren van elektrisch vervoer en dat bijvoorbeeld CE Delft op basis van de eigen
               modellen (zoal CEPAIA, COSTREAM en CELINE) doorrekeningen gemaakt heeft voor onder
               andere de ministeries van Infrastructuur & Milieu, Economische Zaken en Financiën,
               het Planbureau voor de Leefomgeving, de Europese Commissie?2
Vraag 6
            
Herinnert u zich dat het Planbureau voor de Leefomgeving verklaarde: «Op een beperkt
               aantal terreinen beschikt het PBL niet over een eigen model, maar zijn we afhankelijk
               van externe partijen. Dat geldt onder meer voor het Carbontax-model, dat eigendom
               is van een private partij, Revnext. Dit is het enige model voor het gebruik van elektrische
               voertuigen in Nederland.»3 en dat u zelf ook zei dat het Revnext het enige model is?
            
Vraag 7
            
Klopt de zin van het planbureau, namelijk dat het Revnext-model het enige model voor
               het gebruik van elektrische voertuigen in Nederland is?
            
Vraag 8
            
Zijn die andere modellen ooit in beeld geweest voor een doorrekening van het Klimaatakkoord?
Vraag 9
            
Herinnert u zich dat u schreef dat het Ministerie van Financiën in 2011 en 2014 via
               openbare aanbesteding bij het model CARbonTAX (toen van Ecorys en Policy Research
               Corporation) is uitgekomen?
            
Vraag 10
            
Kunt u bij de openbare aanbestedingen uit 2011 en 2014 horende stukken, «aankondiging
               opdracht» en de «aankondiging gegunde opdracht» alsmede de beoordelingscriteria aan
               de Kamer doen toekomen, aangezien die niet meer terug te vinden zijn in databases,
               terwijl de aankondigingen toch openbare documenten dienen te zijn?4
Vraag 11
            
Kunt u alle stukken die betrekking hebben op de aanbestedingen en gunningen uit
2011, Ministerie van Financiën (€ 81.148,48)
2014, Ministerie van Financiën (€ 138.368)
2014 en 2015, Ministerie van Financiën (€ 134.128,50)
2018/19, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (€ 29.222 en € 487.500)
2018/19, Planbureau voor de Leefomgeving (€ 40.414,00)
aan de Kamer doen toekomen, dat betekent dus de aankondiging van de opdracht, de aankondiging
               van de gunning, de beoordelingscriteria en de binnengekomen offertes (die laatste
               vertrouwelijk ter inzage voor de Kamer)?5
Vraag 12
            
Heeft de overheid bij ook maar een van deze aanbestedingen het verwerven van het intellectueel
               eigendom dan wel een licentie van de gebruikte software – zodat het model zelf gebruikt
               en bestudeerd kon worden – als voorwaarde voor aankoop gesteld? Zo ja, wanneer is
               die verworven en zo nee, waarom wil de overheid dan alleen een black box, die niemand
               kan controleren?
            
Vraag 13
            
Waarom heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in 2018 een grote opdracht
               gegeven zonder openbaar aan te besteden? Kunt u aangeven of deze ondershandse opdracht
               (die ver boven de aanbestedingslimiet zit voor openbare aanbesteding) rechtmatig geweest
               is en zo ja op basis van welk wetsartikel en welke onderbouwing er geen openbare aanbesteding
               geweest is?
            
Vraag 14
            
Is er op enig moment politieke bemoeienis of invloed geweest op het aanbesteden en/of
               het gunnen van een van deze opdrachten?
            
Vraag 15
            
Zijn er ooit problemen of onregelmatigheden geconstateerd bij de inkoop of aanbesteding
               van de modellen?
            
Vraag 16
            
Herinnert u zich dat toenmalig Staatssecretaris Wiebes in 2016 in Autoweek zei: «We
               hadden er nooit aan moeten beginnen». Na jaren belastingvoordeel voor auto’s met een
               stekker draait Eric Wiebes de subsidiekraan hard dicht. «We hebben er zes miljard
               euro in gestopt en er nul klimaateffect voor teruggekregen»?6
Vraag 17
            
Deelt u de opvatting van toenmalig staatssecreatris Wiebes, namelijk dat de CARbonTAX-studie
               uit 2011 leidde tot 6 miljard stimulering in Autobrief I (vele malen meer dan voorspeld)
               en dat dat nul klimaateffect gehad heeft?
            
Vraag 18
            
Welke evaluaties zijn er geweest van de uitkomsten van Autobrief I en II en hoe zijn
               ze vergeleken met de voorspellingen die gedaan zijn door Revnext, inclusief de voorspelde
               kosten? Kunt u die evaluaties aan de Kamer doen toekomen?
            
Vraag 19
            
Herinnert u zich dat u antwoordde: «Het PBL heeft, vanwege de toepassing voor zijn
               analyses op ontwerp-Klimaatakkoord, in de zomer van 2018 kritisch gekeken naar de
               uitgangspunten en de uitkomsten van het model en deze uitvoerig met Revnext besproken
               en getoetst. Deze toets is mede uitgevoerd op basis van inzichten uit bestaande (wetenschappelijke)
               literatuur en op basis van een, in opdracht van het PBL uitgevoerde, TNO-studie over
               de verwachte ontwikkeling van elektrisch rijden tot 2030. Daarmee is het model naar
               het oordeel van PBL geschikt voor de doorrekening van het ontwerp-Klimaatakkoord.
               Deze TNO-studie is op 13 maart eveneens als bijlage bij de doorrekening ontwerp-Klimaatakkoord
               toegevoegd»?7
Vraag 20
            
Heeft u deze studie van TNO (TNO 2018 R10919v2 Inputs and considerations for estimating
               large scale uptake of electric vehicles in the Dutch passenger car fleet up to 2030)
               zelf ook gelezen? Zo ja, wanneer?
            
Vraag 21
            
Heeft u gezien dat in de TNO-studie gekeken wordt wat er gebeurt als er in zijn geheel
               geen subsidie aan elektrische auto’s gegeven wordt en dat er dan sprake is van de
               volgende twee scenario’s in de samenvatting:
            
1. dat betekent dat in 2030 bij geen nieuw beleid in het gunstigste geval zo’n 65% van
                     de nieuwverkopen EV’s zijn. Opgeteld over de jaren 2018–2030 zouden er dan in 2030
                     maximaal ca. 2,8 miljoen EV’s kunnen rondrijden;
                  
2. een conservatievere variant is berekend waarbij: 1) particulieren wachten met aanschaf
                     tot de aanschafprijs van een EV lager is (in plaats van de TCO), en 2) zakelijk beslissers
                     pas EV’s aanschaffen bij een 10% lagere TCO, en particulieren pas EV’s aanschaffen
                     bij een 10% lagere aanschafprijs. Bij deze variant is het verkoopaandeel 41% in 2030,
                     en het geschatte aantal EV’s in 2030 onder de anderhalf miljoen?
                  
Vraag 22
            
Heeft u kennisgenomen van de Revnext-doorrekening van het Klimaatakkoord, waarin:
– bij geen enkel stimuleringsbeleid (zoals in het TNO-rapport) er 0,5 miljoen elektrische
                     auto’s zijn in 2030;
                  
– bij het concept-Klimaatakkoord met 12 miljard stimulering er 1,5 miljoen elektrische
                     auto’s zijn?
                  
Vraag 23
            
Wilt u aan het Planbureau voor de Leefomgeving vragen hoe de TNO-studie ooit als input
               voor het Revnext-model (of kalibratie) gediend heeft, aangezien de TNO-schattingen
               leiden tot meer of net zoveel elektrische auto’s in 2030 als er in 2021 gestopt wordt
               met elke vorm van subsidiëring, als in het Revnext-model met 12 miljard fiscale stimulering?
            
Vraag 24
            
Zijn de uitkomsten van het TNO-model in lijn met de input en met de uitkomsten van
               het Revnext-model? Kunt u dit uitgebreid toelichten?
            
Vraag 25
            
Kunt u een overzicht geven van welke fiscale regelingen in de Miljoenennota meer dan
               40% endogene groei per jaar hadden in 2018/19 volgens tabel 5.4.1 van de Miljoenennota
               2019 en dus enorm gestegen zijn in uitgaven ten opzichte van de benchmark, namelijk
               het regeerakkoord?
            
Vraag 26
            
Kunt u voor elk van de stijgers uit de vorige vraag aangeven of u maatregelen genomen
               heeft of maatregelen zult nemen om die stijging de komende jaren af te remmen?
            
Vraag 27
            
Herinnert u zich dat u berekende dat een Hyundai KONA Electric Premium, Pulse Red
               van 45.000 euro, die 5 jaar geleased wordt, een fiscaal voordeel krijgt van 22.759
               euro, respectievelijk 24.551 euro, als je hem vergelijkt met een benzine- of dieselauto
               van hetzelfde gewicht?8
Vraag 28
            
Kunt u aangeven hoeveel elke ton CO2 die middels het rijden van die Hyundai KONA bespaard wordt, kost aan gederfde belastinginkomsten?
               Kunt u deze berekening maken als de Hyundai na 5 jaar geëxporteerd wordt en als hij
               de rest van zijn leven in Nederland blijft rijden? Kunt u de twee berekeningen specificeren?
            
Vraag 29
            
Is het kosteneffectief klimaatbeleid om een Hyundai KONA Electric Premium, Pulse Red
               een fiscale korting te geven van 22.759 euro?
            
Vraag 30
            
Klopt het dat geen van onze buurlanden een fiscale korting geeft van meer dan 8.000
               euro op die auto en dat Nederland dus ongeveer 3 keer zoveel belastingvoordeel geeft
               als omliggende landen?
            
Vraag 31
            
Kunt u, door middel van de methode van de Algemene Rekenkamer, aangeven hoeveel een
               ton CO2-besparing in de mobiliteit kost via het stimuleren van elektrische auto’s in 2019
               en 2020 (de huidige periode van de Autobrief)?
            
Vraag 32
            
Kunt u, door middel van de methode van de Algemene Rekenkamer, aangeven hoeveel een
               ton CO2-besparing in de mobiliteit kost in de periode 2021–2030 via het stimuleren van elektrische
               auto’s volgens de voorspellingen van het Klimaatakkoord?
            
Vraag 33
            
Klopt het dat elektrische auto’s uitstoot genereren omdat de energie voor die elektrische
               auto’s opgewekt dient te worden via bijvoorbeeld gascentrales of kolencentrales?
            
Vraag 34
            
Kunt u aangeven waar in de berekeningen van het Klimaatakkoord de extra energie die
               opgewekt wordt voor elektrische auto’s is meegenomen en waar de CO2 die daarmee uitgestoten wordt leidt tot een toename van de CO2-uitstoot in de sector elektriciteit? Kunt u dit heel precies aangeven?
            
Vraag 35
            
Kunt u de richtlijn van het Intergovernmental Panel on Climate Change over automobiliteit
               aan de Kamer doen toekomen en uitleggen hoe volgens die richtlijnen de CO2-uitstoot van elektrische auto’s moet worden meegenomen in klimaatmodellen? Kunt u
               specifiek ingaan op de vraag hoe omgegaan moet worden met de CO2-uitstoot die gepaard gaat met de opwekking van elektriciteit voor elektrische auto’s?9
Vraag 36
            
Is het mogelijk dat, indien Nederland erin slaagt minder CO2 per gereden kilometer uit te stoten dan het EU-maximum, de bespaarde «overschotten»
               verkocht worden voor honderden miljoenen zodat elders in de EU boven het EU-maximum
               uitgestoten kan worden en er dus netto in zijn geheel geen CO2-besparing optreedt door het waterbedeffect?10
Vraag 37
            
Kunt u deze vragen één voor één en heel precies beantwoorden en al wel voor maandagavond
               15 april, zodat de antwoorden meegenomen kunnen worden bij de hoorzitting op 16 april
               en bij het interpellatiedebat, dat later die week plaatsvindt, en de nadere vragen
               aldaar?
            
Nader antwoord
            
Bijgaand zend ik u mede namens de Staatssecretaris van Financiën vertrouwelijk11 ter inzage de stukken behorende bij Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019,
               nr. 2313, bestaande uit drie mappen van het Ministerie van Financiën, één map van het Ministerie
               van Infrastructuur en Waterstaat en één map van het Planbureau voor de Leefomgeving.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat - 
              
                  Mede namens
M. Snel, staatssecretaris van Financiën 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.