Nota n.a.v. het (nader/tweede nader/enz.) verslag : Nota naar aanleiding van het verslag
35 121 Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet, de Havenbeveiligingswet en de Wet voorkoming verontreiniging door schepen ter (aanvullende) implementatie van de richtlijnen (EU) 2017/2109 en 2010/65/EU in verband met een noodzakelijke wettelijke grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens
Nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 16 april 2019
De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft op 7 februari jl. verslag uitgebracht
over haar bevindingen ten aanzien van het wetsvoorstel tot wijziging van de Scheepvaartverkeerswet,
de Havenbeveiligingswet en de Wet voorkoming verontreiniging door schepen ter (aanvullende)
implementatie van de richtlijnen (EU) 2017/2109 en 2010/65/EU in verband met een noodzakelijke
wettelijke grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens. De commissie heeft hierbij
opgemerkt dat zij de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid
acht als de regering de vragen en opmerkingen in het verslag afdoende beantwoordt.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel
en hebben daarover enkele vragen. Ik dank hen voor hun bijdrage en ga graag in op
deze vragen.
De leden van de VVD-fractie vragen hoe wordt omgegaan met passagiers die afkomstig
zijn van cruiseschepen, zowel zee- als binnenvaart, die Nederland aandoen.
Het voorliggende wetsvoorstel komt voort uit richtlijn (EU) 2017/2109 die richtlijn
98/41/EG wijzigt. Het voorstel regelt een grondslag voor het melden van de gegevens
van personen die zich aan boord van passagiersschepen bevinden en betreft alleen zeeschepen.
Mocht er onverhoopt een calamiteit plaatsvinden zijn deze gegevens van belang voor
de reddingsoperaties (Search-and-Rescue). De gegevens van personen aan boord worden
alleen voor reddingsoperaties gebruikt. De feitelijke melding van passagiersgegevens
vindt vanaf 2023 plaats op grond van het Besluit meldingen en communicatie scheepvaart
en de Regeling meldingen en communicatie scheepvaart. Deze regelgeving omvat ook de
implementatie van richtlijn 2010/65/EU die de meldingsformaliteiten vastlegt voor
zeeschepen die aankomen in of vertrekken uit havens van Europese lidstaten. De richtlijn
2010/65/EU omvat tevens meldverplichtingen die zich richten op grenscontrole uitgevoerd
onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het voorstel
brengt daarin geen verandering. Passagiersschepen op de binnenwateren melden het totaal
aantal opvarenden, inclusief het aantal passagiers dat daarvan deel uitmaakt. Dit
wordt per marifoon gemeld en komt in het informatie- en volgsysteem voor schepen op
de binnenwateren (IVS Next) terecht.
De leden van de VVD-fractie vragen of naam, geslacht, nationaliteit en geboortedatum
van mensen op cruiseschepen en andere schepen ook vooraf bekend horen te zijn. Wat
gebeurt er als een schip of kapitein de noodzakelijke gegevens niet levert, voordat
de Nederlandse wateren of havens aangedaan worden?
Ten behoeve van Search-and-Rescue-doeleinden dienen de genoemde gegevens voor vertrek
vanuit een haven bekend te zijn bij betrokken autoriteiten zodat ten tijde van een
calamiteit op zee de informatie beschikbaar is om adequaat te kunnen handelen. Overtreding
van de meldingsvoorschriften van het Besluit meldingen en communicatie scheepvaart
is strafbaar.
De richtlijn verplicht lidstaten een nationaal loket in te richten. Deze leden zijn
benieuwd of zo’n instantie in Nederland al bestaat of bij welke instantie deze taak
belegd zou moeten worden. Is dit dan een uitbreiding van taken en is hier fte voor
beschikbaar? Of gaat het om een vervanging van taken?
In Nederland is sinds 2016 een elektronisch loket operationeel, het Single Window
voor maritiem en lucht. Meldingen in het kader van de bovengenoemde regelgeving worden
elektronisch aan dit loket gedaan. Met de implementatie van richtlijn (EU) 2017/2109
wordt het gebruik van dit elektronische loket uitgebreid met de bovengenoemde passagiersgegevens.
De uitbreiding heeft geen gevolgen voor de capaciteit van het loket.
De leden van de VVD-fractie vragen hoe controle op de wet plaatsvindt. Welke dienst
voert dit uit en in welke mate zal gecontroleerd worden? Wat is de sanctie op overtreding
van de wet? Hoe wordt die opgelegd? Hoe wordt omgegaan met mensen die op een veerboot
/ferry binnenkomen?
Zijn de persoonsgegevens van mensen die ons land binnenkomen ook vooraf bekend? Hoe
worden deze gegevens geregistreerd en wie is daarvoor verantwoordelijk?
De controle op de meldverplichtingen wordt uitgevoerd door de daarvoor bevoegde autoriteit.
Voor de nieuwe meldverplichtingen in het kader van Search-and-Rescue betreft dit de
havenautoriteit van de haven die het passagiersschip aandoet. De nadruk bij de controle
ligt op de technische validatie van de gegevens zodat de melding kan worden doorgezet
naar het elektronisch loket. De Zeehavenpolitie controleert het deel van de melding
dat de passagiers- en bemanningsgegevens betreft ten behoeve van de grensbewaking.
Overtreding van de meldingsvereisten is in het Besluit meldingen en communicatie scheepvaart
strafbaar gesteld. Van overtredingen wordt door de havenautoriteit aangifte gedaan
bij de Zeehavenpolitie. Voor ferries en veerboten met verbindingen over zee met buitenlandse
havens geldt de meldverplichting onverminderd aangezien deze schepen volgens richtlijn
(EU) 2017/2109 tot passagiersschepen worden gerekend. Grensbewaking wordt onder verantwoordelijkheid
van het Ministerie van Justitie en Veiligheid uitgevoerd op basis van specifieke meldformaliteiten.
Gegevens ten behoeve van grensbewaking dienen op grond hiervan voorafgaand aan het
aanlopen van de haven te worden gemeld.
Deze leden vragen verder in hoeverre het registeren van mensen kan helpen om terroristen
of ongewenste personen op te sporen die zo ons land binnenkomen.
De te melden passagiersgegevens op grond van de richtlijn (EU) 2017/2109 zijn uitsluitend
bedoeld voor de Search-and-Rescue-doeleinden. Wat betreft het opsporen van terroristen
of ongewenste personen wordt verwezen naar de specifieke meldingsformaliteiten gericht
zijn grensbewaking die voortvloeien uit de Schengengrenscode en de daaruit voortvloeien
nationale regelgeving.
De leden van de VVD-fractie vragen of de richtlijnen 2010/65/EU en EU 2017/2109 in
lijn zijn met zaken die ook in de luchtvaart spelen. Welke richtlijnen gelden daar?
In hoeverre wijken deze af en wat is de planning?
De richtlijnen 2010/65/EG en (EU)2017/2019 richten zich uitsluitend op maritieme meldverplichtingen.
Wat betreft luchtvaart in Europa geldt dat luchtvaartmaatschappijen op grond van Verordening
(EU) nr. 996/2010 na een luchtvaartramp verplicht een passagierslijst dienen te verstrekken
aan de bevoegde autoriteiten. Hoewel de verordening niet aangeeft om welke bevoegde
autoriteiten het hierbij gaat zal het in het algemeen gaan om de autoriteiten van
de landen die zich met de afwikkeling van de ramp bezighouden. De verplichting geldt
voor alle Europese luchtvaartmaatschappijen komend en gaand naar de EU én voor alle
buitenlandse luchtvaartmaatschappijen vertrekkend uit de EU.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.