Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Peters over het opheffen van de subsidieregeling «Kansen voor alle kinderen» en de besteding van de hierdoor vrijgekomen middelen aan projecten voor de bestrijding van armoede onder kinderen
Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het opheffen van de subsidieregeling «Kansen voor alle kinderen» en de besteding van de hierdoor vrijgekomen middelen aan projecten voor de bestrijding van armoede onder kinderen (ingezonden 18 maart 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
15 april 2019).
Vraag 1
Gezien het feit dat met ingang van 1 januari 2019 er geen nieuwe aanvragen meer kunnen
worden ingediend voor de subsidieregeling Kansen voor alle kinderen, kunt u zich herinneren
dat u heeft toegezegd dat de vrijgekomen middelen van deze subsidie (4 miljoen euro
per jaar) vanaf 2019 op een andere wijze zullen worden ingezet om de armoede onder
gezinnen met kinderen tegen te gaan en dat u hierover in gesprek gaat met gemeenten,
de vier grote armoedepartijen, zoals het Armoedefonds Nederland, en met de bewindspersonen
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap?1
Antwoord 1
Ja, dat kan ik me herinneren.
Vraag 2
Hebben deze gesprekken inmiddels plaatsgevonden? Zo ja, wat is hiervan de stand van
zaken? Zo nee, waarom niet en wanneer gaan deze gesprekken dan wel plaatsvinden?
Antwoord 2
Ja, deze gesprekken hebben plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze gesprekken is
besloten om deze middelen in te zetten voor het actieprogramma «Tel Mee met Taal»
gericht op de aanpak van laaggeletterdheid. Hierover heb ik u 1 april jl. geïnformeerd
in de brief ambities kinderarmoede.2 In 2019 gaat een deel van de vrijgekomen middelen naar de vervolgaanpak laaggeletterdheid
(€ 2,5 mln.) en een deel naar de uitwerking van de ambities kinderarmoede (€ 1,5 mln.).
De middelen (€ 4 mln.) worden vanaf 2020 tot en met 2024 geheel ingezet voor het vervolg
van het actieprogramma Tel Mee met Taal.
Vraag 3
Deelt u de mening dat voorkomen moet worden dat gezinnen in financiële problemen komen
door stijgende schoolkosten, zoals de verplichte aanschaf van digitale leermiddelen
en verplichte schoolreizen naar het buitenland?3
Antwoord 3
Deze mening deel ik. De ouderbijdrage moet altijd expliciet vrijwillig zijn. Helaas
blijkt dat in de praktijk niet altijd zo te worden ingevuld. De Minister voor Basis-
en Voortgezet Onderwijs en Media heeft kortgeleden in de brief «Bevordering kansengelijkheid
in het onderwijs» aangekondigd dat de PO-Raad en de VO-raad hebben toegezegd dat ze
in hun gedragscode voor goed onderwijsbestuur opnemen dat schoolbesturen deze vrijwilligheid
expliciet moeten benoemen.4 Daarnaast nemen zij in de codes op dat het niet betalen van de ouderbijdrage geen
reden mag zijn voor uitsluiting van activiteiten die onder verantwoordelijkheid van
de school worden georganiseerd. Ook in het mbo heeft de sector regels opgesteld om
ervoor te zorgen dat jongeren niet worden uitgesloten. Vrijwillig is altijd vrijwillig
en scholen zijn wettelijk verplicht dit in hun communicatie naar ouders uit te dragen.
Vraag 4
Wilt u er bij de toekenning van projecten in het kader van de bestrijding van kinderarmoede
op toezien dat de vrijkomende subsidiegelden ook zullen worden gebruikt om ouders
die dat nodig hebben, tegemoet te komen in de stijgende schoolkosten?
Antwoord 4
Zoals ik bij vraag 2 heb geantwoord, worden de vrijgekomen middelen ingezet voor het
actieprogramma «Tel mee met taal». Bij vraag 3 heb ik aangegeven dat ouderbijdragen
altijd vrijwillig behoren te zijn. Dat niet alle scholen dit zo communiceren heeft
de aandacht van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media. Ouders die
moeite hebben om schoolspullen zoals gymkleren, een agenda, een tas, kaftpapier of
een fiets te bekostigen, kunnen zich in veel gemeenten wenden tot Stichting Leergeld.
Vraag 5
Kunt u de Kamer informeren over de wijze waarop de vrijgekomen middelen van de opgeheven
subsidieregeling Kansen voor alle kinderen worden ingezet en een overzicht doen toekomen
van de projecten die in de jaren 2019, 2020 en 2021 hiermee zullen worden gefinancierd?
Antwoord 5
In 2019 gaat een deel van de vrijgekomen middelen naar de vervolgaanpak laaggeletterdheid
(€ 2,5 mln.) en een deel naar de uitwerking van de ambities kinderarmoede (€ 1,5 mln.).
De middelen (€ 4 mln.) worden vanaf 2020 tot en met 2024 geheel ingezet voor het vervolg
van het actieprogramma Tel Mee met Taal. Armoede en laaggeletterdheid gaan immers
hand in hand: laaggeletterdheid is vaak een belemmering om zelfredzaam te zijn en
armoede vergroot de kans op laaggeletterdheid (Ecbo en ROA, 2016). Kinderen die opgroeien
in gezinnen met laaggeletterde ouders presteren op school minder goed dan kinderen
die opgroeien in hoog geletterde gezinnen. Deze kinderen hebben mede hierdoor ook
een hoger risico om later in een lagere sociaaleconomische positie te verkeren. Via
het programma Tel Mee met Taal wordt ingezet op het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid.
De komende jaren wordt via Tel Mee met Taal extra geïnvesteerd in het ondersteunen
van een educatieve thuisomgeving en het vergroten van leesplezier onder kinderen,
met een focus op laagtaalvaardige gezinnen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.