Schriftelijke vragen : De behandeling van informeel-kapitaal-structuren in het vernieuwde rulingbeleid
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Staatssecretaris van Financiën over de behandeling van informeel-kapitaal-structuren in het vernieuwde rulingbeleid (ingezonden 10 april 2019).
Vraag 1
            
Op welke manier gaat de Belastingdienst bepalen of internationale belastingbesparing
               de doorslaggevende beweegreden is voor een structuur of transactie waarvoor een ruling
               wordt aangevraagd?
            
Vraag 2
            
Wordt bij een analyse of internationale belastingbesparing de doorslaggevende beweegreden
               is ook gekeken naar effecten voor derde landen van waaruit een Nederlandse entiteit
               inkomsten ontvangt (zoals royalty’s, rente of vergoedingen voor intra-groep diensten)?
            
Vraag 3
            
Indien de Belastingdienst vaststelt dat een structuur of transactie leidt tot dubbele
               niet-belasting, omdat tegenover een vrijstelling of neerwaartse aanpassing van de
               belastinggrondslag in Nederland geen corresponderende heffing in het buitenland staat,
               wordt dan vanaf 1 juli 2019 geen ruling meer afgegeven voor een dergelijke structuur
               of transactie?
            
Vraag 4
            
Indien de Belastingdienst vaststelt dat een structuur of transactie leidt tot een
               vrijstelling of neerwaartse aanpassing van de belastinggrondslag in Nederland, en
               hier tegenover wel een corresponderende heffing in het buitenland staat, maar deze
               heffing tegen een (zeer) laag tarief plaatsvindt, wordt dan vanaf 1 juli 2019 geen
               ruling meer afgegeven voor een dergelijke structuur of transactie? Waar trekt de Belastingdienst
               in dat geval de grens van een (zeer) laag tarief?
            
Vraag 5
            
Zullen er na de door u voorgestelde maatregelen voor vernieuwing van de rulingpraktijk
               nog informeel-kapitaal-rulings worden afgegeven? Zo ja, aan welke inhoudelijke voorwaarden
               moet de structuur waarvoor de ruling wordt aangevraagd dan voldoen?
            
Vraag 6
            
Kunt u specifieke voorbeelden geven van informeel-kapitaal-structuren waarvoor vanaf
               1 juli 2019 geen ruling meer wordt verstrekt?
            
Vraag 7
            
Indien van toepassing, kunt u specifieke voorbeelden geven van informeel-kapitaal-structuren
               waarvoor vanaf 1 juli 2019 nog wel een ruling wordt verstrekt?
            
Vraag 8
            
Hoe gaat de Belastingdienst ermee om wanneer na afgifte van een ruling blijkt dat
               in de praktijk bij de structuur of transactie waarvoor de ruling is afgegeven er toch
               sprake lijkt te zijn van internationale belastingbesparing als doorslaggevende beweegreden?
            
Vraag 9
            
Hoe gaat de Belastingdienst ermee om wanneer na afgifte van een ruling blijkt dat
               in de praktijk bij de structuur of transactie waarvoor de ruling is afgegeven er toch
               sprake is van een dubbele vrijstelling?
            
Vraag 10
            
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg over de vernieuwde rulingpraktijk
               op 24 april 2019?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
M. Snel, staatssecretaris van Financiën - 
              
                  Indiener
L. van Raan, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.