Motie : Motie van het lid Kerstens c.s. over het zelf indienen van een aanvraag door nabestaanden
35 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019
Nr. 125
MOTIE VAN HET LID KERSTENS C.S.
Voorgesteld 9 april 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat voorwaarde voor het door een nabestaande in aanmerking komen voor
een vergoeding in het kader van de uitkeringsregeling chroom-6 is dat de aanvraag
daartoe door de (inmiddels overleden) Defensiemedewerker bij leven moet zijn ingediend;
overwegende dat daar niet aan voldaan kan worden ingeval de desbetreffende Defensiemedewerker
is overleden voor het in werking treden van de uitkeringsregeling (in 2018) dan wel
de daaraan voorafgaande coulanceregeling (uit 2015);
constaterende dat de kans dat met chroom-6 in aanraking geweest zijnde Defensiemedewerkers
voor genoemde data zijn overleden, aanzienlijk is en het niet redelijk is hun nabestaanden
om de hiervoor bedoelde formele redenen van een mogelijke vergoeding op basis van
de coulance- respectievelijk uitkeringsregeling uit te sluiten;
verzoekt de regering, bedoelde voorwaarde ten aanzien van nabestaanden van chroom-6-slachtoffers
te laten vervallen, zodat ook zijzelf een aanvraag voor vergoeding als bedoeld kunnen
indienen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kerstens
Krol
Karabulut
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.W.M. Kerstens, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
S. Karabulut, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H.C.M. Krol, Tweede Kamerlid