Schriftelijke vragen : De brief betreffende een algeheel verbod op het gebruik van de stroomhalsband
Vragen van het lid Von Martels (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de brief betreffende een algeheel verbod op het gebruik van de stroomhalsband (ingezonden 9 april 2019).
Vraag 1
Kunt u aangeven op welke huidige wetenschappelijke inzichten u doelt in uw brief over
een algeheel verbod op het gebruik van de stroomhalsband voor honden?1
Vraag 2
Kunt u hiervan een overzicht geven?
Vraag 3
Zijn er wetenschappelijke publicaties waaruit blijkt dat het gebruik van de stroomhalsband
binnen specifieke voorwaarden te rechtvaardigen is?
Vraag 4
Bent u bekend met wetenschappelijk onderzoek uit 2012 waarin wordt aangetoond dat
de e-collar minder stress veroorzaakt dan andere vergeleken trainingsmethoden?2
Vraag 5
Is er onderscheid te maken in verschillende soorten van de stroomhalsband en doeleinden
waarvoor de stroomhalsband gebruikt wordt?
Vraag 6
Zijn alle soorten stroomhalsbanden en doeleinden volgens u onverenigbaar met artikel
2 lid 1 van de wet dieren? Zo ja, kunt u dit voor de soorten stroomhalsbanden en doeleinden
toelichten?
Vraag 7
Hoe kijkt u naar het gebruik van de e-collar in de praktijk van jacht, beheer en schadebestrijding
als middel om in te kunnen grijpen wanneer het leven en welzijn van mens en hond in
gevaar kunnen komen?
Vraag 8
Heeft u, om een afweging te maken ten aanzien van de ethische, gezondheids- en welzijnsaspecten
die aan uw besluit ten grondslag liggen, ook de Raad voor Dierenaangelegenheden geraadpleegd
als het gaat om de stroomhalsband? Zo nee, waarom niet en bent u bereid om dit alsnog
te doen?
Vraag 9
Kunt u aangeven op welke wijze de handhaving van het verbod in de praktijk gestalte
zou krijgen?
Vraag 10
Zou de verkoop of het gebruik gehandhaafd worden en op welke wijze?
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
M.R.H.M. von Martels, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.