Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over misbruik van crowdfundkanalen
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over misbruik van crowdfundkanalen (ingezonden 21 februari 2019).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Staatssecretaris van Economische
Zaken en Klimaat (ontvangen 9 april 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2018–2019, nr. 1924.
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Meldpunt van 15 februari 2019, waaruit blijkt
dat het kinderlijk eenvoudig is misbruik te maken van crowdfundingacties?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Op welke schaal komt misbruik van crowdfundingacties voor?
Antwoord 2
De schaal van het misbruik van crowdfundingacties is niet bekend. Door het Openbaar
Ministerie wordt geen aparte registratie bijgehouden van deze vorm van misbruik en
fraude met crowdfundingacties. Dit geldt ook voor de Fraudehelpdesk.
Vraag 3, 4
Welke verplichtingen hebben crowdfundingplatforms om misbruik van hun diensten te
voorkomen?
Deelt u de mening dat een crowdfundingplatform altijd moet weten wie degenen zijn
die gebruik maken van het platform, zodat bij misbruik de achterligger geïdentificeerd
kan worden? Zo ja, bent u bereid wetgeving op dat punt te initiëren? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 3, 4
Een crowdfundingplatform is een onderneming die zich net als alle andere ondernemingen
moet houden aan de regels voor deelname aan het economisch verkeer. Zo mag het platform
niet misleiden of misbruik maken van omstandigheden. Op basis van de Europese Richtlijn
Elektronische Handel – geïmplementeerd in boek 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
– is een crowdfundingplatform een dienst van de informatiemaatschappij.2 Dit brengt een aantal eisen mee. Zo moet het platform zelf voldoen aan een algemene
informatieplicht en bijvoorbeeld adresgegevens, contactgegevens en een KvK-nummer
openbaar publiceren.
Rechtshandelingen, zoals een aankoop of schenking, zijn op basis van artikel 3:44
BW vernietigbaar wanneer zij door bedrog of misbruik van omstandigheden tot stand
zijn gekomen. Wanneer een platform zich er van bewust is dat er informatie geplaatst
is die duidelijk in strijd is met de wet, bijvoorbeeld doordat het platform hierop
wordt geattendeerd door een gebruiker, moet het platform hier actie op ondernemen.
Een voorbeeld kan zijn dat een advertentie of actie wordt verwijderd.
Ik deel de mening dat een crowdfundingplatform over enige informatie moet beschikken
over de gebruikers die op het platform actief zijn. In het civiele recht bestaat de
mogelijkheid al dat de rechter de dienstverlener opdraagt de bron van de informatie
bekend te maken. Hieruit kan worden afgeleid dat platforms hier, voor zover redelijkerwijs
mogelijk, inzicht in moeten kunnen geven. De Staatssecretaris van Economische Zaken
en Klimaat ziet geen aanleiding om hier nadere wetgeving voor te initiëren.
Vraag 5
Bent u bereid crowdfundingplatforms onder toezicht van de AFM te brengen, zodat er
in ieder geval toezicht is op de systemen van deze platformen?
Antwoord 5
Crowdfunding kent verschillende verschijningsvormen. In de uitzending van Max Meldpunt
staan het zogenaamde «donation based crowdfunding» en het zogenaamde «reward based crowdfunding» centraal. Bij de eerste vorm is er in het geheel geen tegenprestatie; men doneert
geld (voor een goed doel). Bij de tweede vorm is er een niet-financiële tegenprestatie,
zoals het in de uitzending genoemde kookboek. Daar er bij deze vormen van crowdfunding
geen sprake is van een financiële tegenprestatie is er geen aanleiding deze vormen
van crowdfunding onder het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) te
brengen; er wordt geen financiële dienst verleend of daarmee vergelijkbare activiteit
ontplooid. Deze vormen van crowdfunding staan, voor zover het consumenten betreft,
onder toezicht van de Autoriteit Consument en Markt (ACM).
Crowdfunding waarbij er een financiële tegenprestatie is in de vorm van bijvoorbeeld
rente of dividend valt reeds onder het toezicht van de AFM. Crowdfundingplatformen
dienen over een ontheffing als bedoeld in artikel 4:3, vierde lid, van de Wet op het
financieel toezicht (Wft) te beschikken indien de financiering is vormgegeven als
een onderhandse lening. In gevallen waarbij de financiering is vormgegeven als effect
(aandeel of obligatie) dient een platform te beschikken over een vergunning als bedoeld
in artikel 2:96, eerste lid, Wft.
Vraag 6
Op welke wijze moeten crowdfundingplatforms inzichtelijk maken welke kosten zij in
rekening brengen? Is er een maximum aan deze kosten? Deelt u de mening dat deze kosten
altijd duidelijk moeten worden aangegeven voor zowel gever als ontvanger?
Antwoord 6
Zoals de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat op 5 februari j.l. ook
heeft aangegeven in haar antwoorden op de Kamervragen van het lid Alkaya,3 moeten platforms zich aan consumentenbeschermingsregels houden als zij te maken hebben
met consumenten.
Dit betekent onder meer dat het crowdfundingplatform degene die een crowdfundingactie
wil opzetten, als dit een consument is, vóór het aangaan van de overeenkomst duidelijk
en begrijpelijk moet informeren over de kosten en de manier waarop deze worden berekend.
Daarnaast moet het platform potentiële geldgevers duidelijk en begrijpelijk informeren
over hetgeen geld wordt opgehaald en welke kosten daaraan verbonden zijn. De ACM houdt
toezicht op de consumentenbeschermingsregels. Wanneer sprake is van een relatie tussen
een handelaar en een consument, mag die handelaar op basis van artikel 6:230k van
het Burgerlijk Wetboek ten hoogste de transactiekosten aan de consument doorrekenen
die hij maakt voor het gebruik van dat betaalmiddel.
Vraag 7
Wat moeten mensen doen die slachtoffer zijn van een crowdfundactie die achteraf oplichting
blijkt te zijn?
Antwoord 7
Mensen die slachtoffer zijn geworden van oplichting door middel van een valse crowdfundingactie
kunnen daarvan aangifte doen bij de politie. Voor praktische, juridische en emotionele
hulp kunnen slachtoffers terecht bij Slachtofferhulp Nederland (SHN).
Vraag 8
Is er voldoende opsporingscapaiciteit bij politie en openbaar ministerie om criminelen
die misbruik maken van crowdfundingsites, zoals inzamelingsacties voor bekende overledenen
of goede doelen, op te pakken?
Antwoord 8
In het geval er sprake kan zijn van oplichting in strafrechtelijke zin door middel
van crowdfunding, is er voldoende capaciteit bij politie en Openbaar Ministerie (OM)
om die zaken, waarbij de inzet van het strafrecht effectief is, aan te pakken. Het
OM kijkt bij de selectie van zaken – naast factoren zoals bijvoorbeeld de omvang van
de financiële en mogelijk andere schade, de kwetsbaarheid van slachtoffers, de mate
van stelselmatigheid en het ondermijnende karakter van een zaak – ook naar de vraag
of er voldoende aanknopingspunten zijn voor een succesvolle opsporing en vervolging.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.