Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Moorlag over het bericht over legitimatieplicht voor verzenders van postpakketten
Vragen van de leden Kuiken en Moorlag (beiden PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht over legitimatieplicht voor verzenders van postpakketten (ingezonden 28 januari 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 9 april 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 1624.
Vraag 1
Kent u het bericht «Taskforce drugsbestrijding wil legitimatieplicht voor afzender
postpakket» en herinnert u zich uw antwoorden op Kamervragen over criminelen die misbruik
maken van pakketbezorgers?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening van de Taskforce Brabant-Zeeland dat «het [...] voor drugscriminelen
wel heel erg gemakkelijk [is] om drugs per post of per pakketje wereldwijd te verzenden»?
Zo ja, waarom deelt u die mening? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Nederland kent een uitstekende infrastructuur. Dit geldt voor ons spoorwegen-, vaarwegen-
en wegennet, maar evenzeer voor onze post- en pakketstromen.
Criminelen maken hier gebruik van voor hun illegale praktijken, zij het dat er wel
barrières bestaan tegen het criminele misbruik van post- en pakketstromen. Een voorbeeld
daarvan werd reeds uitgebreid beschreven in de op 18 januari 2019 aan uw Kamer toegezonden
beantwoording op Kamervragen.3 Vanuit het publiek-private samenwerkingsverband van de politie en PostNL worden controles
uitgevoerd met drugshonden in centra waar postpakketten worden gedistribueerd. Verdachte
postpakketten worden vervolgens uit het distributieproces gehaald en aan de politie
of de Douane overhandigd. Zo wordt het voor criminelen moeilijker om drugs per post
of pakketje wereldwijd te verzenden.
Vraag 3
Acht u de bestaande maatregelen om criminele verzendingen via pakketten tegen te gaan
afdoende? Zo ja, waarom ziet de Taskforce dan «dat steeds meer drugscriminelen hun
drugs massaal online verkopen en per post versturen»? Zo nee, waarom niet en welke
maatregelen gaat u verder nemen?
Antwoord 3
Het opwerpen van specifieke barrières tegen de verzending van drugs via postpakketten
is onderdeel van een brede, integrale aanpak. Behalve de in het vorige antwoord genoemde
controles richt het publiek-private samenwerkingsverband van de politie en PostNL
zich ook op «Sensing». Hierbij worden detectiemethodes voor drugs (maar ook voor bijvoorbeeld
lithium en explosieven) ontwikkeld. Dit wordt gedaan op basis van de nieuwste technieken
in samenwerking met Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC), Douane, Stichting
Dutch Institute for Technology, Safety & Security (DITSS) en PostNL. De doelstelling
van het project Sensing is om controles efficiënter te laten plaatsvinden, met minder
operationele impact en betere resultaten.
Daarnaast wordt binnen het publiek-private samenwerkingsverband Intell (met onder
meer RIEC, Politie/Postinterventieteam, JenV en PostNL) onderzocht hoe ondermijnende
criminaliteit bestreden kan worden. Op basis van gezamenlijke analyses wordt bekeken
hoe in de breedte misbruik wordt gemaakt van de logistieke sector. Op deze manier
wordt het probleem bij de bron aangepakt. Een voorbeeld is het off line halen van
darkweb-websites waar verboden middelen worden aangeboden die vervolgens via het reguliere
postvervoer naar de afnemers worden verzonden.
Vraag 4
Wat is uw mening over het voorstel dat er een legitimatieplicht moet komen voor wie
een pakket op de post doet? Acht u het mogelijk dat dit het verzenden van drugspakketten
door drugscriminelen bemoeilijkt? Kunt u een beeld schetsen van de voor- en nadelen
van dit voorstel?
Antwoord 4
Een legitimatieplicht achten wij gelet op het totale volume aan pakketpost, de inbreuk
op de privacy en de verzwaring van de administratieve lasten niet proportioneel om
drugscriminaliteit tegen te gaan.
Bovendien kunnen criminelen gebruik maken van katvangers en gestolen of valse identiteitsbewijzen
of misbruik maken van adresgegevens van particulieren of ondernemers. Wij verwijzen
naar de beantwoording van de vragen van de leden Kuiken en Moorlag van de PvdA (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2185) over de verzending van drugs via brievenpost, die u gelijktijdig met de beantwoording
van deze vragen ontvangt. Wij achten de kans dat het verzenden van drugspakketten
vanwege een legitimatieplicht wordt bemoeilijkt daarom klein.
Vraag 5
Werkt het Postinterventieteam (PIT) van de politie en het openbaar ministerie samen
met alle postbedrijven die pakketten versturen? Zo ja, waaruit bestaat die samenwerking
met andere bedrijven dan PostNL? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het Postinterventieteam werkt op structurele basis samen met PostNL. Daarnaast werkt
het Postinterventieteam samen met DHL, UPS, Fedex/TNT, GLS, en DPD. Bij deze postbedrijven
vindt de samenwerking plaats op basis van casussen en meldingen.
Vraag 6
Welke maatregelen hebben deze postbedrijven genomen om crimineel gebruik van hun distributienetwerken
terug te dringen? Nemen deze bedrijven naar uw mening afdoende verantwoordelijkheid
voor het terugdringen van dit crimineel gebruik? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee,
wat moet er naar uw mening nog meer bij die bedrijven gebeuren en hoe gaat u dit bewerkstelligen?
Antwoord 6
Ik verwijs naar de antwoorden op vragen 3 en 5. Met het huidige drugsbeleid in Nederland
is het belangrijk om te beseffen dat elke barrière in de logistieke stroom een waterbedeffect
kan veroorzaken. Zolang er handel is in drugs, zoeken handelaren naar manieren om
de drugs te vervoeren. Behalve de aansluiting van PostNL bij het publiek-private samenwerkingsverband
op structurele basis zijn andere bedrijven hierbij aangesloten om op ad hoc basis
crimineel misbruik van de logistieke sector tegen te gaan. Door onderzoek en probleemanalyses
vanuit het samenwerkingsverband kan misbruik van de transportsector bij de bron aangepakt
worden, namelijk bij de criminele top die de drugs produceert en aanbiedt (al dan
niet via darkweb). Publiek-private samenwerking is daarbij essentieel, omdat afzonderlijke
bedrijven geen zicht hebben op alle schakels in de keten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.