Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Groothuizen, Den Boer en Sjoerdsma over een oppositieleider die vastzit in een Tadzjiekse gevangenis
Vragen van de leden Groothuizen, Den Boer en Sjoerdsma (allen D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over een oppositieleider die vastzit in een Tadzjiekse gevangenis (ingezonden 21 februari 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister en de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 10 april 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 1880.
Vraag 1
Kent u de uitzending van Nieuwsuur over een oppositieleider die vastzit in een Tadzjiekse
gevangenis?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 5, 6
Kunt u (nogmaals) bevestigen dat de heer Gadojev is opgepakt door de Russische autoriteiten
en nu in een Tadzjiekse gevangenis zit?
Heeft Nederland naar aanleiding van dit incident contact gezocht met de Russische
en/of de Tadzjiekse autoriteiten? Zo ja, wat is daar uitgekomen? Zo nee, waarom niet?
Welke stappen kan Nederland ondernemen om te achterhalen waarom de heer Gadojev is
opgepakt en om hem te helpen?
Welke verantwoordelijkheid heeft Nederland om de heer Gadojev te helpen en te beschermen
gelet op zijn vluchtelingenstatus in Nederland?
Hoe onderzoekt het Ministerie van Buitenlandse Zaken of en hoe bijstand verleend kan
worden aan de heer Gadojev? Bent u bereid de Kamer te informeren over de uitkomsten?
Antwoord 2, 3, 4, 5, 6
Betrokkene heeft Tadzjikistan verlaten en is teruggekeerd naar Nederland. Aan betrokkene
is consulaire bijstand verleend, waar hij als houder van een Nederlands vluchtelingenpaspoort
voor in aanmerking komt. Omdat Nederland geen vertegenwoordiging heeft in Tadzjikistan,
is deze bijstand op Nederlands verzoek verleend door de Duitse ambassade in Doesjanbe.
Vraag 7, 8, 9, 10, 11
Wat vindt u ervan dat de Tadzjiekse regering de heer Gadojev in zijn hoedanigheid
als oppositieleider op de lijst van gezochte misdadigers van Interpol heeft gezet?
Deelt u de mening dat Interpol niet bedoeld is om politieke tegenstanders uit de weg
te ruimen?
In hoeverre kunt u landen, zoals Tadzjikistan, erop aanspreken dat zij oppositieleiders
of andere critici van de autoriteiten op deze lijst plaatsten?
Zijn er meer namen bekend die op de gezochte misdadigerslijst van Interpol staan die
daar enkel staan omdat ze oppositieleider zijn of op een andere manier kritisch zijn
op de autoriteiten?
Bent u bereid dit met uw Europese collega’s te bespreken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7, 8, 9, 10, 11
De constitutie van Interpol stelt duidelijk dat interventies van politieke, militaire,
religieuze of racistische aard strikt verboden zijn. De Nederlandse regering onderschrijft
deze bepalingen vanzelfsprekend volledig en stelt zich op het standpunt dat de regels
waar alle deelnemende landen aan Interpol zich aan hebben verbonden, strikt moeten
worden nageleefd. Ik kan echter niet speculeren over de toedracht in individuele casussen
die op de Interpol-lijst staan. Het Interpol-secretariaat (IPSG) heeft de mogelijkheid
om bij verzoeken tot signalering niet tot publicatie over te gaan, of gepubliceerde
signaleringen in te trekken, als wordt vermoed dat deze om politieke redenen via de
Interpol-kanalen worden verspreid. In de afgelopen jaren zijn aanvullende maatregelen
genomen om de toets op naleving van de regels voor gegevensverwerking te versterken.
Een volledige garantie kan echter niet worden gegeven. Daarom moeten zowel het IPSG
als de Interpollanden daar alert op blijven. De Nederlandse politie neemt actief deel
aan de bestuursorganen (Executive Committee en het Interpol European Committee) van
Interpol. Tevens neemt het korps deel aan de in 2018 door de algemene jaarvergadering
geactiveerde werkgroep voor de revisie van de Interpolregels voor gegevensverwerking.
In al deze gremia wordt het vraagstuk t.a.v. het integer gebruik van Interpolsystemen,
producten en diensten aan de orde gesteld. Ik verwijs voor de maatregelen om misbruik
tegen te gaan verder naar de antwoorden van 4 maart 2019 van de Minister van Justitie
en Veiligheid op de Kamervragen van het lid Den Boer2. Mensenrechten zijn een prioriteit voor de Nederlandse regering. Zowel in bilaterale
gesprekken, als bijeenkomsten in multilateraal verband, komen mensenrechten regelmatig
aan de orde.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.